28 286 Dierenwelzijn

Nr. 411 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT EN VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juni 2010

Hierbij sturen wij u de stand van zaken met betrekking tot Q-koorts.

Stand van zaken humane epidemie

Het RIVM-Centrum Infectieziektenbestrijding heeft sinds 1 januari 2010 221 meldingen van Q-koorts patiënten ontvangen waarvan de eerste ziektedag in 2010 viel. Deze meldingen zijn onderdeel van in totaal 333 meldingen van GGD’en in 2010 die tot 25 mei van dit jaar bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) zijn binnengekomen.

Vorig jaar werden er in de eerste 21 weken van het jaar 692 patiënten gemeld.

Een derde van de meldingen die in dit jaar binnen zijn gekomen, betreft meldingen van mensen waarvan de eerste ziektedag in 2009 was of zelfs de jaren daarvoor.

In 2010 zijn vier sterfgevallen gerelateerd aan Q-koorts gemeld bij het RIVM. Bij deze vier patiënten was sprake van chronische Q-koorts, waarbij de infectie in voorgaande jaren was opgelopen. Tevens was er sprake van onderliggende medische problematiek.

De snelle stijging van het aantal meldingen zoals dat in 2009 in de maanden april en mei werd waargenomen, tekent zich nu (nog) niet af. Dit is mogelijk een signaal dat de seizoenspiek dit jaar uit zal blijven. Dit is een hoopvol signaal, maar het is nog te vroeg om op basis van deze gegevens conclusies te trekken. Er zijn verschillende factoren die aan zo’n analyse ten grondslag liggen. Het Centrum Infectieziektebestrijding volgt de ontwikkeling van de epidemie nauwgezet en publiceert de meest recente gegevens op de website van het RIVM en via de website www.qkoortsinnederland.nl.

Stand van zaken ruimingen

Op 11 mei berichtten wij u over de stand van zaken ruimingen (TK 28 286, nr. 407). Sindsdien zijn er geen nieuwe besmette bedrijven bijgekomen. Er zijn dus nog steeds 88 besmette bedrijven. Per abuis is in de brief van 11 mei 2010 het verkeerde aantal geruimde dieren opgenomen. In totaal zijn 50.319 drachtige dieren geruimd. 54.293 vrouwelijke dieren hebben een levenslang fokverbod gekregen. Op de besmette bedrijven waren 1.530 bokken aanwezig, waarvan 1.455 bokken geruimd zijn. De overige bokken worden getest.

Stand van zaken vaccinatiecampagne melkgeiten en melkschapen

Voor 1 juni 2010 moeten 441 melkleverende bedrijven met meer dan 50 dieren hun dieren vaccineren. Op 10 mei 2010 bleek uit de administratie dat 35 bedrijven gevaccineerd en geregistreerd hadden. Sinds 10 mei 2010 hebben veel veehouders gemeld dat er gevaccineerd is. De stand van zaken per 31 mei 2010 is dat 287 bedrijven in I&R geregistreerd hebben dat ze gevaccineerd zijn. Door een betere aansluiting van bedrijfsmanagementsystemen op het I&R-systeem, was het na 10 mei 2010 voor een aantal bedrijven gemakkelijker de dieren en de vaccinatie in I&R te registreren. Op dit moment zijn er nog negen bedrijven die zich niet hebben aangemeld.

Veehouders moeten zowel de eerste als de tweede vaccinatie of, indien de dieren voor 16 december 2009 gevaccineerd zijn alleen de herhalingsvaccinatie, registreren bij de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) via een daarvoor verstrekt formulier dat zowel is ondertekend door de veehouder als door de dierenarts. Op 21 mei hadden 195 bedrijven dit formulier nog niet teruggestuurd aan de GD. Deze bedrijven hebben zaterdag 22 mei 2010 een brief van de VWA gekregen met het verzoek de vaccinatie alsnog te laten uitvoeren en met het voornemen tot toepassing van bestuursdwang.

Vervolgstrategie

Tijdige (voor de dracht en voor besmetting) en volledige vaccinatie (2 primaire vaccinaties of een hervaccinatie na een primaire serie) is één van de voorwaarden voor versoepeling van de maatregelen. Zolang niet alle melkgeiten en melkschapen op professionele bedrijven tijdig en volledig gevaccineerd zijn, kan dus geen sprake zijn van versoepeling.

Tot alle melkgeiten en melkschapen op professionele bedrijven volledig gevaccineerd zijn, blijven het algemene fok- en aanvoerverbod van kracht en wordt de tweewekelijkse tankmelkmonitoring gehandhaafd. In de loop van juni zullen wij u informeren over de aanpassingen in het maatregelenpakket.

Wetenschappelijke opinie van de EFSA

Op 12 mei 2010 heeft de EFSA de wetenschappelijke opinie over Q-koorts gepubliceerd op haar website (bijlage).1 Wij waarderen de snelheid en zorgvuldigheid waarmee EFSA dit rapport heeft opgesteld. Het rapport geeft een zeer volledig beeld van alle aspecten waar we inzake Q-koorts mee te maken hebben.

In het rapport komt duidelijk naar voren dat de situatie in Nederland op dit moment anders is dan in andere Europese lidstaten. De EFSA concludeert dat Q-koorts in Europa een beperkt risico is voor de volksgezondheid en dat het zeer onwaarschijnlijk is dat uitroeiing bewerkstelligd kan worden. De EFSA doet in het rapport enkele aanbevelingen, zoals harmonisatie van diagnostiek, monitoring en meer onderzoek naar bijvoorbeeld het gedrag van de bacterie en de relatie tussen genotype en virulentie. Deze aanbevelingen zullen wij op Europees niveau indringend aan de orde stellen.

Over interventiemogelijkheden geeft de EFSA aan, dat maatregelen alleen genomen moeten worden op het moment dat het volksgezondheidsrisico in een lidstaat onacceptabel gevonden wordt. Korte termijn-maatregelen zoals het doden van dieren, fokverboden, het selecteren van positieve dieren voor afvoer etc. kunnen volgens de EFSA een bijdrage leveren aan verlaging van de infectiedruk voor mensen. Vaccinatie ziet de EFSA als de lange termijn strategie. Over antibioticabehandelingen geeft de EFSA aan dat deze niet effectief zijn bij gebruik voor herkauwers.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven