28 286 Dierenwelzijn

Nr. 387 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 april 2010

In de Nota Dierenwelzijn is de evaluatie van de gedragscode van Sportvisserij Nederland (SN) met betrekking tot het welzijn van de gevangen vis aangekondigd. Zowel de gedragscode als de voorlichting en de handhaving zijn geëvalueerd. Het onderzoek is gedaan door een extern bureau. Kern van de evaluatie is een telefonische enquête onder sportvissers. Daarnaast zijn interviews gehouden met deskundigen en stakeholders. Het onderzoek is begeleid door een commissie bestaande uit Sportvisserij Nederland, de Dierenbescherming en het ministerie. In navolging op mijn toezegging tijdens het AO Binnenvisserij van 3 februari 2010 (kamerstuk 29 664, nr. 97) stuur ik u bij deze het rapport toe.1

Een belangrijke conclusie uit het rapport is dat de gedragsregels van SN op een aantal punten verschilt van de internationale gedragscode voor de recreatieve visserij, zoals opgesteld door de Europese adviescommissie voor binnenvisserij (EIFAC), dat onderdeel is van de Food and Agriculture Organization (FAO). Voorts hebben vrijwel alle sportvissers in de enquête aangeven het belangrijk te vinden dat er regels zijn voor de omgang met vis. De helft van de sportvissers let er bij de aankoop van materiaal vaak op dat dit visvriendelijk is en driekwart van de respondenten kan ten minste één regel met betrekking tot visvriendelijk gedrag noemen. Tevens blijkt dat sportvissers relatief vaak worden gecontroleerd, maar dat de controles niet planmatig worden uitgevoerd.

Het rapport doet aanbevelingen om opvolging van de gedragsregels door sportvissers verder te verbeteren. De belangrijkste aanbeveling betreft een sterkere positionering van de gedragsregels. Het rapport geeft enkele mogelijkheden voor de wijze waarop dit zou kunnen.

Sportvisserij Nederland heeft op basis van de aanbevelingen in het rapport besloten om:

  • waar mogelijk haar eigen voorlichting en handhaving verder te intensiveren;

  • nadrukkelijker de «zorgplicht» van sportvissers voor de door hen gevangen vis als uitgangspunt te nemen voor de gedragsregels;

  • nog dit jaar de eigen gedragsregels kritisch langs de EIFAC-code van de FAO leggen, en waar nodig bij te stellen;

  • tevens de gedragsregels meer als één geheel te presenteren, teneinde tot een samenhangende en voor alle onderdelen van de sportvisserij omvattende gedragscode te komen.

Het rapport geeft eveneens aan dat de voorlichting door Sportvisserij Nederland en de hengelsportverenigingen als belangrijk wordt beschouwd. De voorlichting en handhaving vanuit Sportvisserij Nederland is nu al niet slecht, maar er zijn op punten verbeteringen nodig. Ik ben verheugd te zien dat Sportvisserij Nederland de aanbevelingen van het rapport serieus oppakt en in deze haar verantwoordelijkheid neemt.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

G. Verburg


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven