nr. 291
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 december 2004
Tijdens de plenaire behandeling van het Wetsvoorstel gelijke behandeling
op grond van leeftijd bij de arbeid heeft het kamerlid Weekers gevraagd om
bouwstenen voor de discussie over het vraagstuk of de pensioengerechtigde
leeftijd en de daarmee samenhangende arbeidsplicht zich zou moeten uitstrekken
tot boven de 65 jaar.
In reactie hierop heb ik toegezegd uw Kamer voor 1 januari 2005 een
routeplanner voor de discussie aan te bieden waarin wordt ingegaan op zowel
de agendering van de thematiek als de vraag of het kabinet het verstandig
vindt om die thema's bij voorrang te behandelen en welke samenhang het daarin
ziet.
Met deze brief wordt aan deze toezegging voldaan.
Reikwijdte van de discussie
Het is noodzakelijk het onderwerp van de discussie toe te spitsen. In
het kabinetsstandpunt «Stimuleren langer werken van ouderen» van
29 april 2004 stond de vergroting van de arbeidsparticipatie van ouderen
tót 65 jaar centraal. De discussie in het kader van deze routeplanner
zal zich concentreren op het wegnemen van belemmeringen voor langer doorwerken
ná 65 jaar. Dit betekent dat het thema AOW-gerechtigde leeftijd niet
als apart onderwerp opgenomen is in de routeplanner. Overigens kan het onderwerp
wel zijdelings aan de orde komen. Over de motie Bussemaker e.a. (29 760,
nr.45) zal uw Kamer een separate brief ontvangen.
De discussie zal niet alleen met de Tweede kamer worden gevoerd. Ook de
standpunten en adviezen van andere relevante actoren zullen worden betrokken,
zoals de sociale partners verenigd in de Stichting van de Arbeid en de SER,
de ouderenbonden en de regiegroep «Grijs werkt».
Inhoud van de routeplanner
A. Adviesaanvraag aan de SER en de Stichting van de Arbeid
In het voorjaar van 2005 zal advies gevraagd worden aan de SER en aan
relevante belangenorganisaties zoals de ouderenbonden, over het wegnemen van
belemmeringen voor het doorwerken na 65 jaar.
Tevens wordt in het voorjaar van 2005 aan de Stichting van de Arbeid de
vraag voorgelegd welke acties zij heeft ondernomen dan wel zal ondernemen
ten aanzien van demotie, leeftijdsafhankelijke beloning en het doorlichten
van CAO's en pensioenregelingen op bepalingen die betaald werken na het 65e
jaar belemmeren.
B. Project van het Expertisecentrum leeftijd en maatschappij
In januari 2005 geeft het Expertisecentrum leeftijd en maatschappij (LBL)
een boek uit over regelingen waarin de leeftijdsgrens van 65 jaar voorkomt.
Niet alleen op het gebied van de arbeid verandert er veel als men 65 jaar
wordt. Ook allerlei sociale verzekeringen kennen de leeftijdsgrens van 65,
uitkeringen stoppen of beginnen op die leeftijd. Het boek zoekt antwoord op
de vraag naar de rechtvaardiging van de 65-jaargrenzen en relateert die grenzen
aan het levensloopperspectief. Nagegaan wordt wat het effect is van de 65jaargrens
op het uitoefenen en combineren van verschillende activiteiten zoals betaalde
arbeid, onderwijs, zorgverlening en sociaal leven/vrijetijdsbesteding. Het
LBL is verder voornemens begin 2005 een aantal debatten over dit onderwerp
te organiseren met politici, beleidsmakers en belangenorganisaties.
In het voorjaar van 2005 zal het LBL verzocht worden om een overzicht
van de resultaten van deze debatten.
C. Kabinetsstandpunt Wegnemen van belemmeringen voor doorwerken
na 65 jaar
In het najaar van 2005 komt het kabinet met een reactie op de ingebrachte
adviezen en op de resultaten van het project van het Expertisecentrum leeftijd
en maatschappij. Tevens wordt een antwoord gegeven op de vraag welke aanpassingen
wenselijk en noodzakelijk zijn om de belemmeringen voor langer doorwerken
weg te nemen. Op basis hiervan kan de discussie met Uw Kamer plaatsvinden.
D. Tussentijdse rapportage over de maatregelen gericht
op langer werken van ouderen tot 65 jaar
In het Kabinetsstandpunt «stimuleren langer werken van ouderen»
van 29 april 2004 is een overzicht gegeven van de oorzaken van de lage
arbeidsparticipatie van ouderen tot 65 jaar en het reeds in gang gezette kabinetsbeleid
en het extra beleid naar aanleiding van de aanbevelingen van de Taskforce
Ouderen en Arbeid. De ingezette maatregelen richten zich op vier belemmerende
oorzaken: financiële prikkels, verhouding tussen loonkosten en productiviteit,
aanpassingsmogelijkheden van werkgever en werknemer, beeldvorming en bewustwording.
Nieuwe maatregelen, zoals de stimuleringsregeling leeftijdsbewust beleid
en het meerjaarlijkse communicatietraject van de regiegroep «Grijs werkt»
onder leiding van Ed Nijpels, zijn onlangs in gang gezet. Deze regiegroep
streeft ernaar de komende jaren afspraken te maken met sociale partners over
concrete maatregelen gericht op langer werken tot en met 65 jaar en eventueel
na 65 jaar.
Eind 2006 zal de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
een tussenrapportage van de regiegroep «Grijs werkt» in combinatie
met een beleidsreactie aan de Tweede Kamer aanbieden.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. J. de Geus