nr. 29
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 november 2002
Tijdens de behandeling van het voorstel van de Wet gelijke behandeling
op grond van handicap of chronische ziekte is in een motie (Kamerstukken II
2001/02, 28 169 nr. 27) gevraagd voor oktober 2002 in overleg met belangenorganisaties
te komen tot een overzicht van knelpunten die mensen met beperkingen ervaren
in het verwezenlijken van volledige participatie in de samenleving en die
kunnen worden opgelost zonder wettelijke verplichting en zonder al te grote
financiële consequenties.
Aan organisaties van belanghebbenden is gevraagd een overzicht te geven
van de ervaren knelpunten. Hierop is gereageerd door (in alfabetische volgorde):
Chronisch zieken en Gehandicaptenraad, Federatie Blinden- en Slechtziendenbelang,
Federatie van Ouderverenigingen, Handicap en Studie, Landelijke Federatie
van Belangenverenigingen Onderling Sterk, Landelijk Steunpunt cliëntenRaden
voorzieningscentra gehandicapten, Multiple Sclerose Vereniging Nederland,
Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie; Nederlandse Vereniging voor
Slechthorenden, Overleg- en SamenwerkingsOrgaan van gehandicapten te Emmen
en Verder in Balans. Daarnaast is de Commissie Arbeidsgehandicapten en Werk
gevraagd te reageren, die ook aan dit verzoek gehoor heeft gegeven.
In een interdepartementaal ambtelijk overleg zijn de benoemde knelpunten
besproken met deze organisaties; dit heeft geleid tot aanvullingen.
Een bundeling van deze knelpunten vindt u als bijlage bij deze brief.1 De verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze bijlage
ligt bij de betreffende organisaties.
De voornoemde motie vraagt te komen tot een actieplan om de knelpunten
die volledige participatie van gehandicapten en chronisch zieken belemmeren
op te lossen. Met het zenden van de door de betreffende organisaties in kaart
gebrachte gevoelde knelpunten is de eerste stap daartoe gezet. Het is een
groslijst geworden van grote en kleine zaken. Hoewel de motie prioriteit geeft
aan die zaken die zonder wettelijke verplichting en zonder al
te grote financiële consequenties kunnen worden opgelost, is het aan
het volgende kabinet u een reactie op het actieplan toe te zenden.
Wel zal de analyse van de knelpunten en mogelijke oplossingsrichtingen
ten behoeve van dit actieplan interdepartementaal ter hand worden genomen.
Het huidige kabinet wil de lijn voortzetten om de verantwoordelijkheid
voor beleidsmaatregelen primair te leggen bij het betrokken vakdepartement.
Dit zogenoemde «inclusieve beleid» (rekening houden met de verschillen
tussen mensen) is de basis voor integratie van mensen met beperkingen in de
samenleving en gebaseerd op het uitgangspunt van gelijke behandeling, omdat
de noodzaak voor specifieke voorzieningen wordt verminderd. De ordening van
de knelpunten in de bijlage biedt een eerste handvat voor het toerekenen van
deze verantwoordelijkheden.
Het volgende kabinet zal ook een reactie geven op de overige aangenomen
moties. Deze moties verwijzen namelijk ook naar knelpunten en mogelijke oplossingen.
Een aantal moties vraagt om maatschappelijke organisaties te betrekken bij
het zoeken naar oplossingen.
Het standpunt van het kabinet op de motie van het lid Mosterd c.s. (Kamerstukken
II 2001/02, 28 169, nr. 23) zal in een aparte brief worden behandeld,
omdat het hier gaat om een zaak die direct is gerelateerd aan het wetsvoorstel.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
C. I. J. M. Ross-van Dorp