nr. 26
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juli 2002
Tijdens het debat met uw Kamer op 2 juli 2002 over het voorstel van een
Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte heb ik
toegezegd voor de stemmingen schriftelijk te zullen reageren op de mogelijkheden
die de Wet Rea biedt voor studenten en scholieren in het (beroeps)onderwijs.
Artikel 11 van de Wet Rea geeft aan dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
(UWV) mede tot taak heeft te bevorderen dat belemmeringen als gevolg van ziekte
of gebrek worden weggenomen voor scholieren en studenten om aan het onderwijs
deel te nemen. In dit artikel wordt de omschreven voor wie belemmeringen in
het volgen van onderwijs kunnen worden weggenomen. Het betreft een persoon
die:
a. jonger is dan 17 jaar;
b. studerende is als bedoeld in artikel 5 van de WAJONG;
c. jonger is dan 30 jaar en uitsluitend vanwege zijn ziekte of gebrek
niet kan worden aangemerkt als studerende als bedoeld in artikel 5 van de
WAJONG.
Artikel 22 lid 4 luidt:
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan op aanvraag aan de
persoon, bedoeld in artikel 11 voorzieningen toekennen die hem in staat stellen
onderwijs te volgen.
In de praktijk verstrekt UWV-GAK hulpmiddelen aan gehandicapte leerlingen
in het reguliere basis- en voortgezet onderwijs, het beroepsonderwijs en universitair
onderwijs, zowel voor het volgen van de lessen op school als voor het maken
van huiswerk thuis. Ook geeft het UWV een vervoersvoorziening als de leerling
als gevolg van ziekte of gebrek niet met de fiets of openbaar vervoer naar
school kan. Op basis van de uitvoeringsrichtlijn van het toenmalige Landelijke
Instituut Sociale Verzekeringen (LISV) zijn veel verstrekte voorzieningen:
speciaal aangepast schoolmeubilair; aangepaste computers (lap tops) vanaf
groep 3 van de basisschool als hulpmiddel voor schrijven en lezen.
Andere mogelijkheden zijn bijvoorbeeld vervoersvoorzieningen voor motorisch
gehandicapte scholieren en studenten; een doventolk of een vergoeding voor
inschakeling van iemand die aantekeningen kan maken van de lessen voor studenten
met een auditieve stoornis; groot letter beeldscherm, braille-leesregel of
scanner voor studenten met een visuele stoornis.
Onbekendheid met de mogelijkheden is een belangrijke reden, dat voorzieningen
onvoldoende worden gebruikt.
In de moties van de leden Van der Vlies c.s. (nr 18) en van Tonkens c.s.
(nr 22) wordt gevraagd financieringsmogelijkheden aan te geven voor voorzieningen
in het beroepsonderwijs. Zoals ik al in mijn tweede termijn heb aangegeven,
verdient het de voorkeur eerst goed in kaart te brengen welke algemene en
individuele voorzieningen voor studenten en scholieren nu reeds beschikbaar
zijn, voordat we ons vastleggen op de aard en noodzaak van eventuele aanvullende
maatregelen. Dit is in lijn met het gevraagde in de motie van het lid Bussemaker
(nr 15).
Ik verzoek de indieners van de betreffende moties (nrs 18 en 22) dan ook
deze aan te houden.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. M. Vliegenthart