28 168
Regeling van de aanspraak op, de toegang tot en de bekostiging van jeugdzorg (Wet op de jeugdzorg)

nr. 42
MOTIE VAN HET LID ÇÖRÜZ C.S.

Voorgesteld 19 juni 2003

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat met het voorstel van Wet op de jeugdzorg een eenduidige aansturing en financiering van de jeugdzorg wordt beoogd, zodat ouders en jeugdigen met hun hulpvraag niet tussen wal en schip vallen;

constaterende, dat ten behoeve van de samenhang van het aanbod aan jeugdzorg door de regering is gekozen voor het harmoniseren van de verschillende financieringsstromen, maar nog niet voor het samenbrengen in één financieringsbron;

van mening, dat om te komen tot een samenhangend en niet-bureaucratisch aanbod van jeugdzorg het samenbrengen van de verschillende financieringsstromen wenselijk is;

constaterende, dat op grond van artikel 106 van onderhavig wetsvoorstel binnen vijf jaar na inwerkingtreding een evaluatie van de wet aan de Staten-Generaal moet worden aangeboden;

verzoekt de regering met voortvarendheid de mogelijkheden te onderzoeken om alsnog te komen tot één financieringsbron voor de jeugdzorg en bij de evaluatie van de wet de huidige financieringswijze te heroverwegen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Çörüz

Van der Ham

Kalsbeek

Naar boven