28 168
Regeling van de aanspraak op, de toegang tot en de bekostiging van jeugdzorg (Wet op de jeugdzorg)

nr. 36
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID TONKENS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 14

Ontvangen 19 juni 2003

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Aan artikel 6, eerste lid, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

k. het aanwijzen van een mentor voor de cliënt die de volgende taken kan uitvoeren: het bezien of een cliënt zorg nodig heeft, bedoeld in artikel 5, tweede lid, ambulante zorg als bedoeld in artikel 6, derde lid, onder b, het bijstaan van de cliënt voor het tot gelding brengen van zijn aanspraak als bedoeld in artikel 6, eerste lid onder f, het adviseren van de cliënt over zorg als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder i, het bijstaan van de cliënt in het verkrijgen van zorg als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder j en de coördinatie als bedoeld in artikel 5a, tweede lid.

Toelichting

Cliënten krijgen in de jeugdzorg vaak te maken met veel verschillende hulpverleners. Cliënten krijgen geen vertrouwensband met de hulpverlener en moeten iedere keer opnieuw hun verhaal vertellen. Om dit te voorkomen krijgt de cliënt een mentor toegewezen die de cliënt gedurende het gehele traject in jeugdzorg houdt. Deze mentor beziet idealiter of een cliënt jeugdzorg nodig heeft, en doet zo nodig de ambulante hulp, en geeft hulp bij het verwezenlijken van de aanspraak, adviseert bij eventuele wisseling van hulp, en coördineert de zorg, ook de zorg die eventueel buiten de jeugdzorg ligt.

Tonkens

Naar boven