Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 februari 2024
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de herijking van het beloningsbeleid bij
Havenbedrijf Rotterdam (hierna: HbR). De Staat heeft 29,17% van de aandelen in HbR,
de gemeente Rotterdam heeft 70,83% van de aandelen. Bij HbR is sprake van joint-control,
waardoor aandeelhoudersbesluiten alleen op basis van unanimiteit genomen kunnen worden.
In de brief van 24 mei 20231 heeft mijn ambtsvoorganger uw Kamer geïnformeerd over de herijking van het beloningsbeleid
bij HbR. Daarbij gaf mijn ambtsvoorganger aan dat, conform de Corporate Governance
Code en het wettelijke regelkader, de Raad van Commissarissen (hierna: RvC) eerst
aan zet zou zijn om met een voorstel te komen voor een herijkt beloningsbeleid. Aandeelhouders
en RvC zijn door middel van mediation tot overeenstemming gekomen over een herijkt
beloningsbeleid.
De herijking van het beloningsbeleid was ingegeven door de wens van gemeente Rotterdam
om ook voor HbR de Wet Normering Topinkomens (WNT) als maximale beloning te gaan hanteren
op grond van het beleid van de gemeente. HbR valt echter niet onder de WNT. Daarnaast
is de WNT-norm niet in lijn met de Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022, die
erop is gericht dat een deelneming in staat is om gekwalificeerde en deskundige bestuurders
en commissarissen aan te trekken. Staatsdeelnemingen zijn private ondernemingen en
deels onderhevig aan commerciële concurrentie. Voor het leiden van ondernemingen is
specifieke, marktgerelateerde kennis en ervaring van belang. Het kabinet vindt daarbij
een gematigd beloningsbeleid passend gelet op het deels publieke karakter van een
deelneming en het maatschappelijke kapitaal dat een deelneming beheert.
Gelet op het vastgestelde deelnemingenbeleid, is het Ministerie van Financiën het
gesprek aangegaan met de gemeente Rotterdam en de RvC waarin bereidheid is getoond
tot versobering en het belang is benoemd om hier samen met de publieke medeaandeelhouder
uit te komen. Beide aandeelhouders en de RvC van het Havenbedrijf zijn content dat
ze in gezamenlijkheid tot een nieuw beloningsbeleid zijn gekomen.
In het herijkte beloningsbeleid is het maximum salaris voor de CEO vastgesteld op
€ 365.000 per jaar. Dit is een versobering van € 194.000 ten opzichte van het vorige
beloningsbeleid. Het maximum salaris van de COO en CFO is vastgesteld op 90% van het
salaris van de CEO, uitkomend op € 328.500. De variabele beloning komt daarnaast te
vervallen en de aanvullende arbeidsvoorwaarden zijn versoberd. Voor de zittende bestuurders
is een overgangsregeling getroffen. Die houdt in dat de bestaande arbeidsvoorwaarden
worden gerespecteerd voor de huidige benoemingstermijn.
Tot slot informeer ik u dat, nu er een nieuw beloningsbeleid is vastgesteld, er tevens
een nieuwe CEO is benoemd. De RvC heeft de huidige COO (en tevens waarnemend CEO)
de heer Siemons als nieuwe CEO voorgedragen aan beide aandeelhouders, die hiermee
hebben ingestemd. Hij zal naast zijn functie als CEO, de functie van COO waarnemend
blijven invullen. Hij blijft hiervoor de huidige waarnemingstoeslag van € 4.500 per
maand ontvangen, zodat het salaris gelijk blijft totdat de RvC een nieuwe COO heeft
gevonden.
De Minister van Financiën, S.P.R.A. van Weyenberg