28 165 Deelnemingenbeleid rijksoverheid

Nr. 220 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 augustus 2015

Met deze brief informeer ik u over het feit dat NS en de voormalige president-directeur van NS, de heer Timo Huges, een schikking hebben getroffen inzake de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst. Ik ben hiermee akkoord. De hoofdlijnen van de getroffen schikking zijn dat de heer Huges een bedrag gelijk aan zijn salaris over een opzegtermijn van zes maanden ontvangt, zijn variabele beloning over 2014 terugbetaalt en afstand doet van zijn recht op een ontslagvergoeding. Nog openstaande vakantiedagen worden niet uitbetaald. Per saldo betaalt NS aan de heer Huges een bedrag van circa 175.000 euro bruto.

In de aanbesteding van de concessie Limburg zijn door NS grote fouten gemaakt. Daarvoor droeg de heer Huges als president-directeur mede-verantwoordelijkheid. Vervolgens zijn in zijn ontslagprocedure de nodige zaken misgegaan. Ik heb u daarover eerder uitgebreid geïnformeerd in mijn brief van 23 juni (Kamerstuk 28 165, nr. 219).

In het Kamerdebat van 9 juni heb ik aangegeven dat er wat mij betreft geen sprake zou zijn van een vertrekvergoeding en ook geen andere vergoeding (Handelingen II 2014/15, nr. 93, item 26). Die uitspraak kan ik, gegeven het verloop van het ontslag, niet gestand doen.

Ik deed mijn uitspraak in het debat op basis van de informatie van de voormalige voorzitter van de raad van commissarissen, de heer Van den Driest, dat de heer Huges op 5 juni zelf zijn ontslag zou hebben ingediend en derhalve geen enkele vergoeding zou krijgen.

In mijn brief van 23 juni schreef ik u dat de voormalige voorzitter van de raad van commissarissen had verzuimd om de aandeelhouder en de andere commissarissen tijdig te melden dat de heer Huges al op 5 juni betwistte dat hij diezelfde dag zijn ontslag had ingediend. Pas op 18 juni werd dit met de aandeelhouder en de overige leden van de raad van commissarissen gedeeld. Inmiddels is mij gebleken dat de heer Huges inderdaad op 5 juni bij de toenmalige voorzitter van de raad van commissarissen protest heeft aangetekend tegen mededelingen van NS dat hij zelf ontslag had genomen. De heer Van den Driest heeft, zoals bekend, zijn verantwoordelijkheid voor het ontslagproces genomen en zijn functie neergelegd.

Om het ontslag alsnog te bewerkstelligen is op 19 juni een brief aan de heer Huges gestuurd, waarin ik schreef dat hij met dringende reden is ontslagen. Daarnaast is de heer Huges ook ontslagen op de in de statuten beschreven wijze, via twee aandeelhoudersvergaderingen op 9 en 10 juli jl., met primair dringende reden als grondslag.

Als gevolg van de gang van zaken heeft de heer Huges een sterke positie in gerechtelijke procedures, waarvan er reeds één was gestart door de advocaat van Huges. De Landsadvocaat acht de kans groot dat de rechter vaststelt dat de heer Huges pas op 10 juli is ontslagen en dat een dringende reden daarbij niet aan de orde is. Te verwachten is dat de rechter hem in het aangekondigde kort geding de geëiste drie maanden opzegtermijn toewijst. Voorts is de verwachting dat hij in een verdere procedure succesvol aanspraak maakt op een resterende opzegtermijn van drie maanden en een ontslagvergoeding van een jaarsalaris. Verder is het zeer twijfelachtig of op basis van bestaande wetgeving de NS via de rechter de variabele beloning over 2014 succesvol zou kunnen terugvorderen.

Tot mijn spijt heb ik dan ook moeten concluderen dat het, gegeven het verloop van de ontslagprocedure, niet houdbaar is dat de heer Huges geen enkele vergoeding ontvangt. De hoofdlijnen van de getroffen schikking zijn dat de heer Huges zijn salaris over de maand juli en een bedrag gelijk aan zijn salaris over een opzegtermijn van zes maanden ontvangt, zijn variabele beloning over 2014 terugbetaalt en afstand doet van zijn recht op een ontslagvergoeding. Openstaande vakantiedagen worden niet meer uitgekeerd. Per saldo betaalt NS aan de heer Huges een bedrag van circa 175.000 euro bruto. Over dit gehele bedrag dient belasting te worden betaald.

Zoals toegezegd in antwoorden op Kamervragen van het lid Bashir van 20 juli jl. informeer ik de Kamer nu de procedure is afgewikkeld (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 2942). Het advies van de Landsadvocaat treft u aan als bijlage bij de brief1. De vaststellingsovereenkomst, het advies van de advocaat van de NS en de twee ontslagbesluiten krijgt de Kamer vertrouwelijk ter inzage2.

Het spreekt voor zich dat ik het ten zeerste betreur dat een schikking, als gevolg van de gang van zaken rondom het ontslag, nodig is. Ik ben er echter van overtuigd geraakt dat deze schikking in de gegeven omstandigheden voor NS de beste oplossing is, waarmee het bedrijf zich weer kan richten op de toekomst.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven