28 165 Deelnemingenbeleid Rijksoverheid

Nr. 166 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 november 2013

Tijdens het 30 ledendebat d.d. 18 juni 2013 (Handelingen II 2012/13, nr. 96, item 24, blz. 47–59) heeft staatssecretaris Weekers de toezegging gedaan om mij te vragen een antwoord te geven op de bij motie door de leden Omtzigt en Klaver gestelde vragen (Kamerstuk 25 087, nr. 54). De leden Omtzigt en Klaver wensen een overzicht van staatsdeelnemingen met constructies in het buitenland die van invloed zijn op de hoogte van de te betalen vennootschapsbelasting in Nederland. Tevens wensen zij een schatting van het bedrag aan belasting dat Nederland misloopt door deze constructies.

Door mij was uw Kamer al eerder per brief (Kamerstuk 28 165, nr. 137) en middels de beantwoording van Kamervragen (Aanhangsel Handelingen II 2012/13, nr. 1255) over deze materie geïnformeerd. Bij de beantwoording van de vragen van de leden Omtzigt en Klaver sluit ik aan bij de inhoud van deze stukken. Daarnaast verwijs ik naar de recent aan uw Kamer verstuurde Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2013 (Kamerstuk 28 165, nr. 165) en de daarin gemaakte rubricering van staatsdeelnemingen in de categorieën: tijdelijk, niet-permanent en permanent.

Bij de niet-permanente en permanente deelnemingen is er op dit moment één staatsdeelneming die een constructie in het buitenland heeft die van invloed is op de hoogte van de te betalen vennootschapsbelasting in Nederland. N.V. Nederlandse Spoorwegen (NS) heeft sinds 1998 een vennootschap in Ierland waardoor minder vennootschapsbelasting in Nederland wordt afgedragen. In de hierboven aangehaalde brief gaf ik aan dat ik de constructie vanuit maatschappelijk oogpunt onwenselijk acht en beëindigd wens te zien. NS is hierover zowel in gesprek met de Belastingdienst als met mij als aandeelhouder. Deze gesprekken zijn nog gaande, want zowel belastingtechnisch als juridisch heeft dit de nodige voeten in de aarde. Ik verwacht dat ik binnen afzienbare tijd een brief aan uw Kamer kan sturen.

Staatsdeelnemingen dragen vennootschapsbelasting en dividend af aan de Staat. Door de dochter in Ierland ontvangt de Staat minder vennootschapsbelasting maar meer dividend. Verhuizen van de dochter naar Nederland levert meer vennootschapsbelasting op en minder dividend. Hiermee is rekening gehouden bij de berekening van het antwoord op de tweede vraag van de heren Omtzigt en Klaver. Per € 100 miljoen aan winst loopt de Staat der Nederlanden naar schatting circa € 8 miljoen aan inkomsten mis. Over het boekjaar 2012 realiseerde de NS een winst van € 264 mln, naar schatting ontving de Staat daardoor € 21 mln. minder inkomsten.

In de Nota Deelnemingenbeleid (Kamerstuk 28 165, nr. 165) omvat de categorie «tijdelijk» de gesteunde financiële instellingen. De gesteunde instellingen opereren in een omgeving met concurrenten, waarin het van belang is dat het speelveld gelijkwaardig is. Zoals ik antwoord op de Kamervragen in kader van de zogenaamde «offshore leaks» (Kamerstuk 25 087/31 066, nr. 51) heb gesteld ben ik desondanks van mening dat de gesteunde instellingen niet actief op zoek dienen te gaan naar, of te profiteren van, lacunes in de internationale wetgeving. Hierbij merk ik op dat artikel 67 van de Algemene Wet inzake Rijksbelasting mij niet toe staat in te gaan op individuele gevallen. Wel kan ik melden dat ik richting deze instellingen de wens heb uitgesproken om niet actief op zoek te gaan naar, of te profiteren van, lacunes in de internationale wetgeving.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven