28 165 Deelnemingenbeleid Rijksoverheid

Nr. 131 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 januari 2012

Hierbij doe ik uw Kamer het Jaarverslag 2010 Beheer Staatsdeelnemingen toekomen1.

Tijdens het AO Staatsdeelnemingen op 26 januari heb ik de Kamer toegezegd in het volgende jaarverslag te berichten wanneer het kabinet tot oordeel komt dat het aandeelhouderschap bij bepaalde staatsdeelnemingen geen rol meer speelt voor de borging van publieke belangen. Ook heb ik toen toegezegd om de Kamer te informeren over de wijze waarop publieke doelstellingen in de targets voor de variabele beloning worden verwerkt en om inzicht te geven in de wijze waarop «peergroups» worden gebruikt bij de vaststelling van een nieuw beloningsbeleid voor de staatsdeelnemingen. Ten aanzien van investeringsplannen heb ik de Kamer in het vooruitzicht gesteld te rapporteren over de wijze waarop deze plannen zich verhouden tot de huidige vermogenspositie. Ten slotte is tijdens de laatste procedurevergadering expliciet gevraagd om het verslag in januari toe te sturen en hierbij in te gaan op het beloningsbeleid en de aangenomen motie-Groot/Irrgang over de variabele beloningen voor bestuurders 2. In de onderhavige editie van het jaarverslag zijn de genoemde toezeggingen en het verzoek van de procedurevergadering verwerkt.

De minister van Financiën, J. C. de Jager


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

Kamerstukken II 2010/11, 28 165, nr. 121.

Naar boven