28 089 Gezondheid en milieu

Nr. 53 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 november 2017

In de brief van mijn voorganger van 5 september 20171 is toegezegd uw Kamer te informeren over de uitkomsten van de metingen naar de aanwezigheid van GenX in drinkwater. Deze rapportage van het RIVM is gereed en treft u als bijlage bij deze brief aan2.

Conclusies RIVM-rapport GenX in drinkwater

Alle tien de drinkwaterbedrijven hebben op verzoek van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat watermonsters genomen bij de drinkwater-innamepunten om de concentratie van GenX in hun drinkwater te laten analyseren. Deze watermonsters zijn door het RIVM, samen met het KWR, Watercycle Research Institute, geanalyseerd. De uitkomsten vindt u in dit rapport.

Bij zeven drinkwaterbedrijven is geen GenX in het drinkwater gevonden. Alle metingen bleven bij deze bedrijven onder de aantoonbaarheidsgrens.

In een deel van het drinkwater van drinkwaterbedrijf Oasen, in het gebied van de Beneden-Merwede, is GenX aangetroffen in concentraties tot maximaal 30 nanogram per liter. Ook in het drinkwater van drinkwaterbedrijven Dunea en Evides, die drinkwater uit de Maas innemen, is GenX aangetroffen, in concentraties tot 11 nanogram per liter. De gevonden waarden liggen in alle gevallen een factor 5 tot 15 onder de door RIVM bepaalde richtwaarde voor GenX in drinkwater. Deze richtwaarde bedraagt 150 nanogram per liter, oftewel 0,15 microgram per liter.

Deze richtwaarde geeft aan hoeveel een mens van deze stof gedurende lange tijd mag binnenkrijgen via drinkwater zonder de gezondheid te schaden. Bij de gemeten concentraties GenX zijn geen effecten te verwachten voor de gezondheid van de bewoners door het drinken van kraanwater. RIVM concludeert hiermee dat bij deze concentraties GenX het kraanwater overal in Nederland veilig kan worden gedronken.

Het betreft hier een momentopname. Daarom hebben drinkwaterbedrijven toegezegd GenX te zullen blijven monitoren. Zo kan een eventuele verandering en trend in een vroeg stadium worden gesignaleerd. Hierop kan dan indien nodig snel actie worden ondernomen, bijvoorbeeld door een tijdige (tijdelijke) stop op drinkwaterinname.

Het RIVM-rapport geeft aan dat GenX niet wijdverbreid in het Nederlandse drinkwater voorkomt. RIVM constateert daarom dat er geen aanleiding is om aanvullende acties te ondernemen. Het huidige drinkwaterbeleid inclusief de bronaanpak wordt door het rijk, de drinkwaterbedrijven en de bevoegde gezagen vanzelfsprekend onverminderd voortgezet.

GenX in oppervlaktewater

Rijkswaterstaat en drinkwaterbedrijf Evides hebben samen met de waterschappen Aa en Maas en De Dommel metingen uitgevoerd naar de aanwezigheid van GenX in het oppervlaktewater van de Maas en een aantal wateren die in de Maas uitmonden. Dit omdat ook bij Evides en Dunea GenX werd aangetroffen in het drinkwater. De gegevens uit deze metingen zijn meegenomen in het RIVM-rapport. Op een tweetal locaties in het oppervlaktewater is GenX aangetroffen. Op basis hiervan is een brononderzoek opgestart. Dit nadere onderzoek wordt door betreffende waterschappen samen met Rijkswaterstaat en de Omgevingsdienst uitgevoerd. De uitkomsten worden begin 2018 verwacht.

In oppervlaktewater is sprake van verdunning van de gemeten concentraties. De richtwaarde voor drinkwater is daarom bepalend voor de risico’s voor de gezondheid. Voor oppervlaktewater is er (nog) geen richtwaarde.

Verdere stand van zaken GenX

  • Op dit moment vindt nader onderzoek plaats om de ontbrekende wetenschappelijke gegevens over bioaccumulatie te verkrijgen. Deze zijn nodig om risico’s voor het ecosysteem en voor accumulatie in het menselijk lichaam te kunnen beoordelen.

    Met deze gegevens kan het RIVM beoordelen of ook een oppervlaktewater-kwaliteitsnorm moet worden vastgesteld.

  • Voor wat betreft de aanwezigheid van GenX in de directe lozing door Chemours in Dordrecht heeft Rijkswaterstaat zoals eerder aan u is gemeld een handhavingstraject opgestart. Inmiddels zijn de eerste stappen doorlopen. Onder andere is nadere informatie opgevraagd bij het bedrijf om te onderzoeken waar de lozing vanuit de fabriek precies van afkomstig is. Zo loopt er nu een intensief onderzoek naar het rioleringsstelsel van het hele terrein. Verder heeft Rijkswaterstaat onderzoek gedaan naar concentraties GenX in het afvalwater van het bedrijf. Uit metingen is duidelijk geworden dat de zogenaamde vracht uit de directe lozing rond de 6 kilo per jaar ligt. De door de provincie vergunde indirecte lozing bedraagt maximaal 2.035 kilo per jaar. Op basis van de informatie en nader onderzoek maakt Rijkswaterstaat in het 2 kwartaal van 2018 de eindconclusie van het handhavingstraject bekend. Ik zal uw Kamer daarover informeren.

  • Tenslotte werkt Rijkswaterstaat aan een actualiteitscheck op vigerende vergunningen. Eind 2017 wordt gestart met een pilot voor circa vijftig vergunningen. In die pilot wordt gekeken of vergunningen nog actueel zijn op zeer zorgwekkende en opkomende stoffen in het te lozen afvalwater.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Kamerstuk 28 089, nr. 49.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven