28 089 Gezondheid en milieu

25 883 Arbeidsomstandigheden

Nr. 34 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juli 2016

Op 24 maart ontving u van mij een brief1 waarmee ik u het rapport van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) aanbood over de gevolgen van de emissie van perfluoroctaanzuur (PFOA). In die brief heb ik toegezegd om u voor de zomer op de hoogte te stellen van de voortgang in de uitvoering van de aanbevelingen die het RIVM aan mij heeft gedaan. Via deze brief wil ik die toezegging invullen.

Aanbeveling 1. Doe metingen in drinkwaterwinpunten ten noorden van de Merwede (stroomafwaarts van de fabriek) naar concentraties PFOA.

In mijn brief van 24 maart gaf ik aan dat voor de zomer een analyse van de meetgegevens en een risicoduiding beschikbaar zouden komen. Helaas duren opzet, uitvoering en analyse van de metingen langer dan voorzien, onder meer vanwege nieuwe informatie van de Amerikaanse milieudienst EPA over een richtwaarde voor PFOA en perfluoroctaansulfonaat (PFOS) in drinkwater. Hierdoor is de risicoduiding niet voor het zomerreces gereed. Afronding van dit onderzoek is nu voorzien voor oktober. De resultaten van dit onderzoek zullen u zo spoedig mogelijk na het gereedkomen ervan toegestuurd worden.

Aanbeveling 2. Voer een nadere evaluatie uit van de beschikbare gezondheidskundige literatuur (epidemiologische informatie), om de conclusies te staven en te bezien of er elders wellicht andere specifieke klachten of aandoeningen bekend zijn die aan bepaalde concentraties PFOA kunnen worden gekoppeld.

Het RIVM is inmiddels met de uitvoering van deze literatuurstudie begonnen. De verwachting is dat deze studie afgerond kan worden voordat de metingen beschikbaar komen die naar aanleiding van aanbeveling 3 worden gegenereerd. De uitkomst van de literatuurstudie kan betrokken worden bij de interpretatie van de resultaten die uit de steekproef naar voren komen. Over de resultaten van de literatuurstudie en de steekproef zult u dan ook in samenhang geïnformeerd worden.

Aanbeveling 3. Controleer via een gerichte steekproef onder omwonenden of (aan de hand van daarbij gevonden bloedwaarden) vastgesteld kan worden of de concentraties PFOA anno 2016 inderdaad onder de grenswaarde liggen.

Over de opzet en uitvoering van deze steekproef heb ik gesproken met de wethouders van de gemeenten Dordrecht, Sliedrecht en Papendrecht en met gedeputeerde staten van Zuid-Holland. Belangrijk discussiepunt daarbij was of en hoe mensen die zich vrijwillig aanmelden deelnemer kunnen worden in deze steekproef.

Om de wetenschappelijke kwaliteit te waarborgen, is er voor gekozen om deelnemers aselect te werven via een trekking uit de gemeentelijke basisadministratie. Als dit te weinig deelnemers oplevert, zullen er andere mensen in de geselecteerde postcodegebieden benaderd worden totdat voldoende deelnemers gevonden zijn die voldoen aan de selectiecriteria. In deze fase wordt nadrukkelijk ook gekeken naar mensen die zich als vrijwilliger aanmelden en voldoen aan de selectiecriteria.

Op 24 mei heeft de provincie Zuid-Holland namens de samenwerkende overheden aan het RIVM de opdracht verstrekt voor de uitvoering van deze steekproef. De uitvoering zal ca. 11 maanden in beslag nemen. Dit betekent een forse verkorting van de eerder ingeschatte doorlooptijd van twee jaar. Na oplevering van de onderzoeksresultaten zullen de betrokken overheden gezamenlijk bekijken welke verdere acties nog nodig zijn. De resultaten van de steekproef, de duiding ervan en de eventuele verdere onderzoeken of maatregelen die in vervolg daarop nodig zijn zullen u zo spoedig mogelijk na afronding van het onderzoek worden aangeboden.

Aanbeveling 4. Doe nader onderzoek naar de risico’s die werknemers hebben gelopen.

Over de uitvoering van deze vierde aanbeveling en de verdere rapportage daarover bent u op 6 juni geïnformeerd2 door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

In mijn brief3 van 20 april heb ik aangegeven dat gepoogd werd de diverse onderzoeken waar mogelijk te versnellen en te verbreden. Dat heeft er mede toe geleid dat de benodigde tijd voor uitvoering van de steekproef behoorlijk is afgenomen, zonder aan de wetenschappelijke kwaliteit ervan afbreuk te doen.

Zowel bij Rijk, provincie als de betrokken gemeenten wordt prioriteit gegeven aan de uitvoering van de aanbevelingen, zodat werknemers en omwonenden zo snel mogelijk een antwoord kunnen krijgen op de vragen die bij hen leven.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Kamerstuk 28 089, nr. 32.

X Noot
2

Kamerstuk 25 883, nr. 275.

X Noot
3

Kamerstuk 28 089, nr. 33.

Naar boven