28 088
Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, ter waarborging van de bekwaamheid tot het uitoefenen van beroepen in het onderwijs (Wet op de beroepen in het onderwijs)

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 15 april 2002

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel A, onder 4, artikel II, onderdeel A, onder 4, en artikel III, onderdeel M, onder 4, wordt «getuigschrift» vervangen door: bewijsstuk waarmee de bekwaamheid wordt aangetoond.

B

Aan artikel I, onderdeel A, wordt toegevoegd:

6. In het vijfde lid (nieuw) wordt «een getuigschrift dat bij of krachtens artikel 186 is aangewezen als bewijs van bekwaamheid» vervangen door: een getuigschrift als bedoeld in het eerste lid, onder b.1°.

C

In artikel I, onderdeel B, en in artikel II, onderdeel B, worden in artikel 3a de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid, onder b, wordt na «bedoelde bekwaamheidseisen,» ingevoegd: voor zover vastgesteld,.

2. In het derde lid wordt de eerste volzin vervangen door: De onderwijsondersteunend functionaris die niet voldoet aan de eisen, gesteld in het eerste lid onder b, c of d, maar wel aan die onder a en e van dat lid, mag voor een periode van ten hoogste twee jaren worden belast met werkzaamheden waarvoor op grond van artikel 32a, derde lid, bekwaamheidseisen zijn vastgesteld.

3. In het vierde lid wordt «werkzaamheden verrichten als bedoeld in artikel 32a, derde lid» vervangen door: werkzaamheden verrichten waarvoor op grond van artikel 32a, derde lid, bekwaamheidseisen zijn vastgesteld.

D

In artikel I, onderdeel D, en in artikel II, onderdeel D, worden in artikel 32 de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid, onder b, wordt het gedeelte tot «dan wel» vervangen door: voor zover tot de functie werkzaamheden behoren waarvoor op grond van artikel 32a, tweede lid, bekwaamheidseisen zijn vastgesteld, in het bezit is van een bij ministeriële regeling aan te wijzen getuigschrift waaruit blijkt dat aan die eisen is voldaan,.

2. Het tweede lid wordt vervangen door:

2. De directeur of adjunct-directeur die niet voldoet aan de eisen, gesteld in het eerste lid onder b, c of d maar wel aan die onder a en e van dat lid, voor zover het werkzaamheden betreft waarvoor op grond van artikel 32a, tweede lid, bekwaamheidseisen zijn vastgesteld, mag voor een periode van ten hoogste twee jaren met die werkzaamheden worden belast.

3. In het vierde lid wordt na «benoemd tot leraar» ingevoegd: , behalve in een functie voor het geven van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk onderwijs.

4. In het zesde lid wordt «werkzaamheden als bedoeld in artikel 32a, derde lid» vervangen door: werkzaamheden waarvoor op grond van artikel 32a, derde lid, bekwaamheidseisen zijn vastgesteld.

5. In het zevende lid wordt «andere werkzaamheden dan die bedoeld in artikel 32a, derde lid» vervangen door: andere werkzaamheden dan die waarvoor op grond van artikel 32a, derde lid, bekwaamheidseisen zijn vastgesteld.

E

In artikel I, onderdeel E, en in artikel II, onderdeel E, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. De aanhef wordt vervangen door:

Na artikel 32 worden de artikelen 32a en 32b ingevoegd, luidend:.

2. Aan artikel 32a worden twee leden lid toegevoegd, luidend:

5. De algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, wordt aan de beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. De maatregel treedt niet in werking dan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken en niet door of namens een van beide Kamers de wens wordt te kennen gegeven dat het in die maatregel geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld. Alsdan wordt een daartoe strekkend wetsvoorstel zo spoedig mogelijk ingediend.

6. Onze Minister stelt een beroepsorganisatie die hij vanuit het oogpunt van beroepskwaliteit representatief acht voor het onderwijspersoneel als bedoeld in deze wet, in de gelegenheid hem een voorstel te doen voor bekwaamheidseisen als bedoeld in het eerste lid, en kan deze organisatie in de gelegenheid stellen hem een voorstel te doen voor bekwaamheidseisen als bedoeld in het tweede of derde lid. Onze Minister stelt deze organisatie vervolgens in elk geval eenmaal in de zes jaar in de gelegenheid, hem een voorstel te doen over ongewijzigde handhaving of wijziging van de bekwaamheidseisen voor zover vastgesteld. Uit een voorstel als bedoeld in het eerste of tweede lid blijkt tevens, in hoeverre dat voorstel mede steun geniet van een vertegenwoordiging van bevoegde gezagsorganen en ouders van de leerlingen.

3. Na artikel 32a wordt een artikel 32b ingevoegd, luidend:

Artikel 32b. Bekwaamheidsdossier

Het bevoegd gezag beschikt ten aanzien van elk personeelslid dat een functie of werkzaamheden verricht waarvoor bekwaamheidseisen zijn vastgesteld, over geordende gegevens met betrekking tot de bekwaamheid en het onderhouden van de bekwaamheid. Ten behoeve van de onderlinge vergelijkbaarheid en herkenbaarheid van de gegevens kunnen bij ministeriële regeling voorschriften worden vastgesteld over de inrichting en wijze van ordening van deze gegevens.

F

In artikel I, onderdeel E, wordt in artikel 32a, tweede lid, «of die de» vervangen door: of.

G

In artikel I, onderdelen H en I, artikel II, onderdelen G en H, en artikel III, onderdelen S en T, wordt na «bewijsstukken waarmee de bekwaamheid wordt aangetoond» ingevoegd: , de geschiktheidsverklaringen.

H

In artikel I, onderdeel J, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In de aanhef wordt «Afdeling 11a» vervangen door: Afdeling 11A.

2. In artikel 176b, eerste lid, wordt na «geschiktheidsonderzoek» ingevoegd: als bedoeld in artikel 176c.

3. In artikel 176c, derde lid onder b, vervalt «of diploma».

4. In artikel 176d, eerste lid, wordt na «artikel 176f, eerste lid» ingevoegd: , onder c en d.

5. Aan het opschrift van artikel 176g wordt toegevoegd: met lerarenopleidingen.

I

Aan artikel I wordt een onderdeel L toegevoegd, luidend:

L

De inhoudsopgave wordt als volgt gewijzigd:

1. Na de vermelding van het opschrift van artikel 3 wordt ingevoegd:

Artikel 3a. Bevoegdheid onderwijsondersteunende werkzaamheden.

2. Na de vermelding van het opschrift van artikel 32 wordt ingevoegd:

Artikel 32a. Bekwaamheidseisen.

Artikel 32b. Bekwaamheidsdossier

3. Na de vermelding van het opschrift van artikel 38 wordt ingevoegd:

Artikel 38a. Scholings- en begeleidingsovereenkomst zij-instroom in het beroep.

4. Na de vermelding van het opschrift van artikel 176 wordt ingevoegd:

AFDELING 11A. ZIJ-INSTROOM IN HET BEROEP

Artikel 176a. Begripsbepalingen

Artikel 176b. Geschiktheidsverklaring

Artikel 176c. Geschiktheidsonderzoek

Artikel 176d. Uitvoering scholing en begeleiding

Artikel 176e. Bekwaamheidsonderzoek

Artikel 176f. Uitvoering geschiktheidsonderzoek, scholing en begeleiding; bekwaamheidsonderzoek door instellingen voor hoger onderwijs

Artikel 176g. Uitvoeren geschiktheidsonderzoek door andere dan HO-instellingen met lerarenopleidingen

Artikel 176h. Kwaliteitsbewaking; toezicht inspectie; sancties

Artikel 176i. Uitvoeringsvoorschriften zij-instroom

Artikel 176j. Inlichtingenplicht

5. De vermelding van het opschrift van artikel 186 vervalt.

J

In artikel II, onderdeel A, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Onder 6 wordt na «In het vijfde lid» ingevoegd «(nieuw)» en wordt «gedacht» vervangen door: geacht.

2. Na onderdeel 6 wordt toegevoegd:

7. In het zevende lid (nieuw) wordt «een getuigschrift dat bij of krachtens artikel 171 is aangewezen als bewijs van bekwaamheid» vervangen door: een getuigschrift als bedoeld in het eerste lid, onder b.1°.

K

In artikel II, onderdeel D, wordt in artikel 32, eerste lid onder b, het gedeelte na «dan wel» vervangen door: aan de in artikel 32a, eerste lid, bedoelde bekwaamheidseisen is voldaan, of.

L

In artikel II, onderdeel I, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In de aanhef wordt «Afdeling 10a» vervangen door: Afdeling 10B.

2. De artikelen 162a tot en met 162j worden vernummerd tot de artikelen 162d tot en met 162m en de verwijzingen in dit wetsvoorstel naar de eerstgenoemde artikelen worden daarmee in overeenstemming gebracht.

3. In artikel 162e, eerste lid, (nieuw) wordt na «geschiktheidsonderzoek» ingevoegd: als bedoeld in artikel 162f.

4. In artikel 162f, derde lid onder b, (nieuw) vervalt «of diploma».

5. In artikel 162g, eerste lid, (nieuw) wordt na «artikel 162i, eerste lid» ingevoegd: onder c en d,.

6. Aan het opschrift van artikel 162j (nieuw) wordt toegevoegd: met lerarenopleidingen.

M

Aan artikel II wordt een onderdeel K toegevoegd, luidend:

K

De inhoudsopgave wordt als volgt gewijzigd:

1. Na de vermelding van het opschrift van artikel 3 wordt ingevoegd:

Artikel 3a. Bevoegdheid onderwijsondersteunende werkzaamheden.

2. Na de vermelding van het opschrift van artikel 32 wordt ingevoegd:

Artikel 32a. Bekwaamheidseisen.

Artikel 32b. Bekwaamheidsdossier

3. Na de vermelding van het opschrift van artikel 38 wordt ingevoegd:

Artikel 38a. Scholings- en begeleidingsovereenkomst zij-instroom in het beroep.

4. Na de vermelding van het opschrift van artikel 162c wordt ingevoegd:

AFDELING 10B. ZIJ-INSTROOM IN HET BEROEP

Artikel 162d. Begripsbepalingen

Artikel 162e. Geschiktheidsverklaring

Artikel 162f. Geschiktheidsonderzoek

Artikel 162g. Uitvoering scholing en begeleiding

Artikel 162h. Bekwaamheidsonderzoek

Artikel 162i. Uitvoering geschiktheidsonderzoek, scholing en begeleiding; bekwaamheidsonderzoek door instellingen voor hoger onderwijs

Artikel 162j. Uitvoeren geschiktheidsonderzoek door andere dan HO-instellingen met lerarenopleidingen

Artikel 162k. Kwaliteitsbewaking; toezicht inspectie; sancties

Artikel 162l. Uitvoeringsvoorschriften zij-instroom

Artikel 162m. Inlichtingenplicht

5. De vermelding van het opschrift van artikel 171 vervalt.

N

Artikel III, onderdeel B, onder 3, wordt vervangen door:

3. Het zesde lid (nieuw) wordt vervangen door:

6. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing op de leden van de centrale directie, bedoeld in artikel 32a, eerste lid.

O

In artikel III, onderdeel C, worden in artikel 33, vijftiende lid, de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In de eerste volzin wordt «bekwaam is om» vervangen door: voldoende bekwaam is om onder verantwoordelijkheid van een daartoe door het bevoegd gezag aan te wijzen leraar.

2. In de eerste volzin vervalt het gedeelte na «betrekking op hebben».

3. De derde volzin vervalt.

P

In artikel III, onderdeel D, wordt artikel 34, eerste lid onder c, vervangen door:

c. voor zover tot de functie werkzaamheden behoren waarvoor op grond van artikel 36, tweede lid, bekwaamheidseisen zijn vastgesteld, in het bezit is van een getuigschrift, afgegeven krachtens de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, dat is voldaan aan die eisen, of.

Q

In artikel III, onderdeel E, worden in artikel 35 de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid, onder b, wordt na «de in artikel 36, derde lid, bedoelde bekwaamheidseisen» ingevoegd: , voor zover vastgesteld.

2. In het vierde lid wordt de eerste volzin vervangen door: De onderwijsondersteunend functionaris die niet voldoet aan de eisen, gesteld in het eerste lid, onder b, c of d, maar wel aan die onder a en e van dat lid, mag voor een periode van ten hoogste twee jaren worden belast met werkzaamheden waarvoor op grond van artikel 36, derde lid, bekwaamheidseisen zijn vastgesteld.

3. In het vijfde lid wordt «werkzaamheden verrichten als bedoeld in artikel 36, derde lid» vervangen door: werkzaamheden verrichten waarvoor op grond van artikel 36, derde lid, bekwaamheidseisen zijn vastgesteld.

R

In artikel III, onderdeel F, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. De aanhef wordt vervangen door:

De artikelen 36 en 37 worden vervangen door drie nieuwe artikelen, luidend:.

2. Aan artikel 36 worden twee leden lid toegevoegd, luidend:

6. De algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, wordt aan de beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. De maatregel treedt niet in werking dan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken en niet door of namens een van beide Kamers de wens wordt te kennen gegeven dat het in die maatregel geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld. Alsdan wordt een daartoe strekkend wetsvoorstel zo spoedig mogelijk ingediend.

7. Onze Minister stelt een beroepsorganisatie die hij vanuit het oogpunt van beroepskwaliteit representatief acht voor het onderwijspersoneel als bedoeld in deze wet, in de gelegenheid hem een voorstel te doen voor bekwaamheidseisen als bedoeld in het eerste lid, en kan deze organisatie in de gelegenheid stellen hem een voorstel te doen voor bekwaamheidseisen als bedoeld in het tweede of derde lid. Onze Minister stelt deze organisatie vervolgens in elk geval eenmaal in de zes jaar in de gelegenheid, hem een voorstel te doen over ongewijzigde handhaving of wijziging van de bekwaamheidseisen voor zover vastgesteld. Uit een voorstel als bedoeld in de eerste of tweede volzin blijkt tevens, in hoeverre dat voorstel mede steun geniet van een vertegenwoordiging van bevoegde gezagsorganen, van ouders en van leerlingen.

3. Na artikel 37 wordt een artikel 37a ingevoegd, luidend:

Artikel 37a. Bekwaamheidsdossier

Het bevoegd gezag beschikt ten aanzien van elk personeelslid dat een functie of werkzaamheden verricht waarvoor bekwaamheidseisen zijn vastgesteld, over geordende gegevens met betrekking tot de bekwaamheid en het onderhouden van de bekwaamheid. Ten behoeve van de onderlinge vergelijkbaarheid en herkenbaarheid van de gegevens kunnen bij ministeriële regeling voorschriften worden vastgesteld over de inrichting en wijze van ordening van deze gegevens.

S

In artikel III, onderdeel L, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In de aanhef en in het opschrift van titel IVB wordt «IVB» vervangen door: IVC en wordt «188f» vervangen door «118i».

2. De artikelen 118g tot en met 118p worden vernummerd tot de artikelen 118j tot en met 118s en de verwijzingen in dit wetsvoorstel naar de eerstgenoemde artikelen worden daarmee in overeenstemming gebracht.

3. In artikel 118k, eerste lid, (nieuw) wordt na «geschiktheidsonderzoek» ingevoegd: als bedoeld in artikel 118l.

4. In artikel 118m, eerste lid, (nieuw) wordt na «artikel 118o, eerste lid» ingevoegd: , onder c en d.

5. Aan het opschrift van artikel 118p (nieuw) wordt toegevoegd: met lerarenopleidingen.

T

In artikel III, onderdeel N, worden in artikel 126a de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid, onder b, wordt na «bedoelde bekwaamheidseisen,» ingevoegd: voor zover vastgesteld,.

2. In het vierde lid wordt de eerste volzin vervangen door: De onderwijsondersteunend functionaris die niet voldoet aan de eisen, gesteld in het eerste lid onder b, c of d, maar wel aan die onder a en e van dat lid, mag voor een periode van ten hoogste twee jaren worden belast met werkzaamheden waarvoor op grond van artikel 152a, derde lid, bekwaamheidseisen zijn vastgesteld.

3. In het vijfde lid wordt «werkzaamheden verrichten als bedoeld in artikel 152a, derde lid» vervangen door: werkzaamheden verrichten waarvoor op grond van artikel 152a, derde lid, bekwaamheidseisen zijn vastgesteld.

U

In artikel III, onderdeel P, worden in artikel 152 de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid, onder b, wordt het gedeelte totaan «dan wel» vervangen door: voor zover tot de functie werkzaamheden behoren waarvoor op grond van artikel 152a, tweede lid, bekwaamheidseisen zijn vastgesteld, in het bezit is van een getuigschrift waaruit blijkt dat aan die eisen is voldaan,.

2. Het tweede lid wordt vervangen door:

2. De directeur of adjunct-directeur die niet voldoet aan de eisen, gesteld in het eerste lid, onder b, c of d, maar wel aan die onder a en e van dat lid, voor zover het werkzaamheden betreft waarvoor op grond van artikel 152a, tweede lid, bekwaamheidseisen zijn vastgesteld, mag voor een periode van ten hoogste twee jaren met die werkzaamheden worden belast.

3. In het zesde lid wordt «werkzaamheden als bedoeld in artikel 152a, derde lid» vervangen door: werkzaamheden waarvoor op grond van artikel 152a, derde lid, bekwaamheidseisen zijn vastgesteld.

4. In het zevende lid wordt «andere werkzaamheden dan die, bedoeld in artikel 152a, derde lid» vervangen door: andere werkzaamheden dan die waarvoor op grond van artikel 152a, derde lid, bekwaamheidseisen zijn vastgesteld.

V

In artikel III, onderdeel Q, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. De aanhef wordt vervangen door:

Na artikel 152 worden de artikelen 152a en 152b ingevoegd, luidend:.

2. Aan artikel 152a worden twee leden lid toegevoegd, luidend:

5. De algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, wordt aan de beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. De maatregel treedt niet in werking dan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken en niet door of namens een van beide Kamers de wens wordt te kennen gegeven dat het in die maatregel geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld. Alsdan wordt een daartoe strekkend wetsvoorstel zo spoedig mogelijk ingediend.

6. Onze Minister stelt een beroepsorganisatie die hij vanuit het oogpunt van beroepskwaliteit representatief acht voor het onderwijspersoneel als bedoeld in deze wet, in de gelegenheid hem een voorstel te doen voor bekwaamheidseisen als bedoeld in het eerste lid, en kan deze organisatie in de gelegenheid stellen hem een voorstel te doen voor bekwaamheidseisen als bedoeld in het tweede of derde lid. Onze Minister stelt deze organisatie vervolgens in elk geval eenmaal in de zes jaar in de gelegenheid, hem een voorstel te doen over ongewijzigde handhaving of wijziging van de bekwaamheidseisen voor zover vastgesteld. Uit een voorstel als bedoeld in de eerste of tweede volzin blijkt tevens, in hoeverre dat voorstel mede steun geniet van een vertegenwoordiging van bevoegde gezagsorganen, van ouders en van leerlingen.

3. Na artikel 152a wordt een artikel 152b ingevoegd, luidend:

Artikel 152b. Bekwaamheidsdossier

Het bevoegd gezag beschikt ten aanzien van elk personeelslid dat een functie of werkzaamheden verricht waarvoor bekwaamheidseisen zijn vastgesteld, over geordende gegevens met betrekking tot de bekwaamheid en het onderhouden van de bekwaamheid. Ten behoeve van de onderlinge vergelijkbaarheid en herkenbaarheid van de gegevens kunnen bij ministeriële regeling voorschriften worden vastgesteld over de inrichting en wijze van ordening van deze gegevens.

W

In artikel IV, onderdeel D, worden in artikel 4.2.1, zesde lid, de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In de eerste volzin wordt «bekwaam is om» vervangen door: voldoende bekwaam is om onder verantwoordelijkheid van een daartoe door het bevoegd gezag aan te wijzen leraar.

2. In de eerste volzin vervalt het gedeelte na «betrekking op hebben».

X

In artikel IV, onderdeel D, worden in artikel 4.2.2 de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In de aanhef van het eerste lid wordt «werkzaamheden als bedoeld in artikel 4.2.3, tweede lid» vervangen door: werkzaamheden waarvoor op grond van artikel 4.2.3, tweede lid, bekwaamheidseisen zijn vastgesteld.

2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt na «bedoelde bekwaamheidseisen» ingevoegd:, voor zover vastgesteld.

3. In het vierde lid wordt «werkzaamheden verrichten als bedoeld in artikel 4.2.3, tweede lid» vervangen door: werkzaamheden verrichten waarvoor op grond van artikel 4.2.3, tweede lid, bekwaamheidseisen zijn vastgesteld.

Y

In artikel IV, onderdeel D, worden aan artikel 4.2.3 twee leden toegevoegd, luidend:

4. De algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt aan de beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. De maatregel treedt niet in werking dan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken en niet door of namens een van beide Kamers de wens wordt te kennen gegeven dat het in die maatregel geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld. Alsdan wordt een daartoe strekkend wetsvoorstel zo spoedig mogelijk ingediend.

5. Onze Minister stelt een beroepsorganisatie die hij vanuit het oogpunt van beroepskwaliteit representatief acht voor het onderwijspersoneel als bedoeld in deze wet, in de gelegenheid hem een voorstel te doen voor bekwaamheidseisen als bedoeld in het eerste lid, en kan deze organisatie in de gelegenheid stellen hem een voorstel te doen voor bekwaamheidseisen als bedoeld in het tweede lid. Onze Minister stelt deze organisatie vervolgens in elk geval eenmaal in de zes jaar in de gelegenheid, hem een voorstel te doen over ongewijzigde handhaving of wijziging van de bekwaamheidseisen voor zover vastgesteld. Uit een voorstel als bedoeld in de eerste of tweede volzin blijkt tevens, in hoeverre dat voorstel mede steun geniet van een vertegenwoordiging van bevoegde gezagsorganen, van ouders en van deelnemers.

Z

In artikel IV, onderdeel D, wordt na artikel 4.2.3 een artikel 4.2.3a ingevoegd, luidend:

Artikel 4.2.3a. Bekwaamheidsdossier

Het bevoegd gezag beschikt ten aanzien van elk personeelslid dat een functie of werkzaamheden verricht waarvoor bekwaamheidseisen zijn vastgesteld, over geordende gegevens met betrekking tot de bekwaamheid en het onderhouden van de bekwaamheid. Ten behoeve van de onderlinge vergelijkbaarheid en herkenbaarheid van de gegevens kunnen bij ministeriële regeling voorschriften worden vastgesteld over de inrichting en wijze van ordening van deze gegevens.

AA

In artikel V, onderdeel C, wordt artikel 7.11a, tweede lid, vervangen door:

2. Voor de toepassing van deze wet wordt het met goed gevolg afsluiten van het bekwaamheidsonderzoek gelijkgesteld met het met goed gevolg afleggen van het afsluitend examen van de in het eerste lid, tweede volzin, bedoelde opleiding.

BB

Na artikel VI wordt een artikel VIa ingevoegd, luidend:

ARTIKEL VIa. WIJZIGING WET TEGEMOETKOMING ONDERWIJSBIJDRAGE EN SCHOOLKOSTEN

De tekst van artikel 2.12 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten wordt vervangen door:

Voor tegemoetkoming ingevolge afdeling 5.1 kan een student in aanmerking komen indien hij als leraar is benoemd vanwege het bezit van een geschiktheidsverklaring als bedoeld in artikel 176b van de Wet op het primair onderwijs, artikel 162e van de Wet op de expertisecentra, artikel 118k of artikel 277a juncto artikel 118k van de Wet op het voortgezet onderwijs, of artikel 4.2.4, van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

CC

De artikelen VII tot en met XI worden vervangen door een artikel VII, luidend:

ARTIKEL VII. OVERGANGSRECHT BESTAANDE BEWIJZEN VAN BEKWAAMHEID EN BESTAANDE BEVOEGDHEDEN

1. Degene die op het tijdstip van inwerkingtreding van de bekwaamheidseisen voor leraren en docenten in het bezit is van een bewijs van bekwaamheid tot het geven van onderwijs, beroepsonderwijs of educatie ingevolge de wettelijke voorschriften zoals luidend op de dag voor dat tijdstip van inwerkingtreding, wordt bij inwerkingtreding van die eisen aangemerkt als aan de van toepassing zijnde bekwaamheidseisen te voldoen.

2. Bij ministeriële regeling kunnen regels van overgangsrechtelijke aard worden vastgesteld ten aanzien van degenen die op het tijdstip van inwerkingtreding van de bekwaamheidseisen voor leraren en docenten, ingevolge de wettelijke voorschriften zoals luidend op de dag voor dat tijdstip van inwerkingtreding bevoegd zouden zijn tot het geven van onderwijs, beroepsonderwijs of educatie zonder in het bezit te zijn van een bewijs van bekwaamheid daarvoor.

3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van werkzaamheden van onderwijskundig-leidinggevende aard of onderwijsondersteunende werkzaamheden, voor zover daarvoor bekwaamheidseisen zijn vastgesteld.

DD

In artikel XIII worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. «Het Uitvoeringsbesluit» wordt vervangen door «De desbetreffende artikelen van het Uitvoeringsbesluit» en «berust» wordt vervangen door: berusten.

2. «WVO op die artikelen» wordt vervangen door: Wet op het voortgezet onderwijs op die nieuwe artikelen.

EE

Na artikel XVI worden de artikelen XVIa, XVIb en XVIc ingevoegd, luidend:

ARTIKEL XVIa. WIJZIGING IN VERBAND MET WETSVOORSTEL INVOERING BACHELOR-MASTERSTRUCTUUR IN HET HOGER ONDERWIJS

Indien het bij koninklijke boodschap van 1 oktober 2001 ingediende voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de invoering van de bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs (Kamerstukken II 2001/02, 28 024, nr.2) tot wet is verheven en in werking is getreden voordat het voorstel van Wet op de beroepen in het onderwijs, indien tot wet verheven, in werking is getreden, worden in artikel V van de Wet op de beroepen in het onderwijs de volgende wijzigingen aangebracht:

A

Onderdeel A, wordt vervangen door:

A

In artikel 7.4a, derde lid, wordt «leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad» vervangen door: leraar voor de periode van voorbereidend hoger onderwijs.

B

De onderdelen B en E vervallen.

C

Na onderdeel G wordt een onderdeel G1 ingevoegd, luidend:

G1

In het opschrift van artikel 17a.2b wordt «leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad» vervangen door: leraar periode voorbereidend hoger onderwijs.

D

In onderdeel H worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. De onderdelen 1 en 4 vervallen, onder verlettering van de onderdelen 2 en 3 tot 1 en 2.

2. Toegevoegd wordt een onderdeel 3, luidend:

3. In de aanduiding van het opschrift van artikel 17a.2b wordt «leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad» vervangen door: leraar periode voorbereidend hoger onderwijs.

ARTIKEL XVIb. WIJZIGINGEN IN VERBAND MET WETSVOORSTEL INVOERING ACCREDITATIE IN HET HOGER ONDERWIJS

Indien het bij koninklijke boodschap van 13 september 2001 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de invoering van accreditatie in het hoger onderwijs (Kamerstukken II 2000/01, 27 920, nr.2) tot wet is verheven en in werking is getreden voordat het voorstel van Wet op de beroepen in het onderwijs, indien tot wet verheven, in werking is getreden:

1. worden in de Wet op de beroepen in het onderwijs de volgende wijzigingen aangebracht:

a. in artikel I, onderdeel J, vervalt het tweede lid van artikel 176h, onder vernummering van het derde lid tot tweede lid, en vervalt «toezicht inspectie;» in het opschrift en in de inhoudsopgave;

b. in artikel II, onderdeel I, vervalt het tweede lid van artikel 162k (nieuw), onder vernummering van het derde lid tot tweede lid, en vervalt «toezicht inspectie;» in het opschrift en in de inhoudsopgave;

c. in artikel III, onderdeel L, vervalt het tweede lid van artikel 118q (nieuw), onder vernummering van het derde lid tot tweede lid, en vervalt «toezicht inspectie;» in het opschrift;

2. wordt in artikel 1 onder f van de Wet op het onderwijstoezicht voor de slotkomma ingevoegd: en waaronder mede worden begrepen werkzaamheden als bedoeld in de artikelen 176f, eerste lid, en 176g, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs, 162i, eerste lid (nieuw), en 162j, eerste lid (nieuw), van de Wet op de expertisecentra, en 118o, eerste lid (nieuw), en 118p, eerste lid (nieuw), van de Wet op het voortgezet onderwijs,.

ARTIKEL XVIc. WIJZIGINGEN IN VERBAND MET WETSVOORSTEL WIJZIGING WVO IN VERBAND MET ONDER MEER INVOERING REGELING BEKOSTIGING LEERWEGONDERSTEUNEND ONDERWIJS EN PRAKTIJKONDERWIJS EN REGIONAAL ZORGBUDGET

Indien het bij koninklijke boodschap van 29 november 2001 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onder meer de invoering van een regeling voor de bekostiging van het leerwegondersteunend onderwijs en het praktijkonderwijs en een regionaal zorgbudget (Kamerstukken II 2001/02, 28 135, nr.2) wat artikel I, onderdeel II, betreft tot wet is verheven en in werking is getreden voordat het voorstel van Wet op de beroepen in het onderwijs, indien tot wet verheven, in werking is getreden, worden in de Wet op de beroepen in het onderwijs de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Artikel III, onderdelen M tot en met V, vervalt.

2. In artikel VIa vervalt «of artikel 277a juncto artikel 118k».

3. In artikel XIII vervalt «158a en 277a».

4. In artikel XV vervalt «of artikel 277a juncto artikel 118o, eerste lid».

Toelichting

Deze nota van wijziging, die ik indien mede namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, regelt het volgende:

– de artikelen die verwijzen naar de bekwaamheidseisen voor onderwijsondersteunende en leidinggevende werkzaamheden zullen duidelijker aangeven dat het gaat om eventueel vast te stellen eisen. Zie de onderdelen C, D, Q,T, U en W;

– zij voegt een voorhangbepaling toe voor het (kunnen) vaststellen van bekwaamheidseisen. Zie de onderdelen E.2 (vijfde lid), R.2 (zesde lid), V.2 (vijfde lid) en Y (vierde lid);

– bepaald is nu dat de minister een representatieve organisatie voor de begroepsgroepen periodiek in de gelegenheid zal stellen hem voorstellen te doen voor vaststelling of wijziging van bekwaamheidseisen. Zie de onderdelen E.2 (zesde lid), R.2 (zevende lid), V.2 (zesde lid) en Y (vijfde lid);

– aan WPO, WEC, WVO en WEB is een artikel toegevoegd dat het z.g. bekwaamheidsdossier regelt. Zie de onderdelen E.3, R.3, V.3 en Z;

– wijziging van de inhoudsopgaven van WPO en WEC;

– de WTOS verwijst in één artikel nog naar de Interimwet zij-instroom leraren primair en voortgezet onderwijs; die verwijzing is nu vervangen door een verwijzing naar de zij-instroombepalingen in de sectorwetten zelf. Zie onderdeel BB (artikel VIa);

– onderdeel CC brengt het overgangsrecht in de artikelen VII tot en met XI samen in simpeler en beter toegankelijk artikel (artikel VII). Onderdeel b van de geschrapte artikelen is niet nodig gebleken; het inwerkingtredingsregiem van de Wet BIO (bij koninklijk besluit, eventueel op verschillende tijdstippen voor verschillende voorschriften) kan al rekening houden met de afbouw van lerarenopleidingen oude stijl en de afgifte van daarbij behorende bewijzen van bekwaamheid. Fasering van de inwerkingtreding van de Wet BIO geeft HO-instellingen voldoende tijd om de curricula van lerarenopleidingen te richten op de bekwaamheidseisen en om parallel daaraan de «oude» opleidingen af te bouwen. Ook is bepaald dat overgangsrechtelijke voorzieningen kunnen worden getroffen ten aanzien van degene die op het tijdstip van inwerkingtreding van de bekwaamheidseisen voor leraren en docenten, ingevolge de oude wettelijke voorschriften bevoegd of voorwaardelijk bevoegd zou zijn tot het geven van onderwijs, beroepsonderwijs of educatie zonder in het bezit te zijn van een bewijs van bekwaamheid daarvoor. Het kan hier gaan om bijzondere gevallen van tijdelijke of voorwaardelijke bevoegdheid;

– de wijziging van artikel XIII (zie onderdeel DD) houdt er rekening mee dat niet alle bepalingen uit het Uitvoeringsbesluit Interimwet zij-instroom leraren primair en voortgezet onderwijs zullen kunnen berusten op bepalingen van de Wet BIO;

– aanpassing van de wijzigingen van de WHW (zie artikel V van het wetsvoorstel WBIO) vanwege het wetsvoorstel dat de bachelor-masterstructuur voor het hoger onderwijs regelt. Daarom is in de WBIO (zie onderdeel EE van deze nota van wijziging) een artikel XVIa ingevoegd (een z.g. indien-bepaling);

– verder is in het nieuwe artikel XVIb (zie onderdeel EE) voorzien in aanpassing van de zij-instroomartikelen die hoofdstuk 5 van de WHW van toepassing verklaren. Dat hoofdstuk komt, in relatie met de Wet op het onderwijstoezicht, te vervallen door de wet die de accreditatie van HO-opleidingen zal regelen. Voorts is het begrip «onderwijs» van de WOT aangevuld met de activiteiten rond de zij-instroom;

– het nieuwe artikel XVIc (zie onderdeel EE) is een «indien-bepaling» en houdt verband met de wijzigingswet voor onder meer het regionaal zorgbudget die deel II van de WVO zal laten vervallen met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip;

– enkele andere aanpassingen, met name noodzakelijke vernummeringen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

L. M. L. H. A. Hermans

Naar boven