28 088
Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, ter waarborging van de bekwaamheid tot het uitoefenen van beroepen in het onderwijs (Wet op de beroepen in het onderwijs)

nr. 13
AMENDEMENT VAN HET LID JAN DE VRIES C.S.

Ontvangen 23 januari 2004

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel A, vervalt in sub 1 artikel 3, eerste lid, onderdeel b.2°.

II

In artikel I, onderdeel C, vervalt artikel 12, vierde lid, onderdeel d, wordt onderdeel b afgesloten met «en» en wordt «, en» na onderdeel c vervangen door een punt.

III

In artikel I, onderdeel D, worden in artikel 32 de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Het elfde lid vervalt.

2. In het twaalfde lid wordt in de eerste volzin «voor een periode van ten hoogste twee aaneengesloten schooljaren» vervangen door: voor een periode van ten hoogste vier aaneengesloten schooljaren.

IV

In artikel I, onderdeel G, vervalt artikel 38a, eerste lid, tweede volzin.

V

In artikel I, onderdeel J, vervalt artikel 176c, lid 3a.

VI

In artikel I, onderdeel J, vervalt in artikel 176f «, of voor een samenhangend deel daarvan als bedoeld in artikel 176c, lid 3a».

VII

In artikel I, onderdeel J, vervalt in artikel 176g, eerste lid, onderdeel a, «en in artikel 38a, eerste lid, tweede volzin,».

VIII

In artikel II, onderdeel A, vervalt in sub 1 artikel 3, eerste lid, onderdeel b.2°.

IX

In artikel II, onderdeel C, vervalt artikel 21, vierde lid, onderdeel d, wordt onderdeel b afgesloten met «en» en wordt «, en» na onderdeel c vervangen door een punt.

X

In artikel II, onderdeel D, worden in artikel 32 de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Het elfde lid vervalt.

2. In het twaalfde lid wordt in de eerste volzin «voor een periode van ten hoogste twee aaneengesloten schooljaren» vervangen door: voor een periode van ten hoogste vier aaneengesloten schooljaren.

XI

In artikel II, onderdeel F, vervalt artikel 38a, eerste lid, tweede volzin.

XII

In artikel II, onderdeel I, vervalt artikel 162f, lid 3a.

XIII

In artikel II, onderdeel I, vervalt in artikel 162i «, of voor een samenhangend deel daarvan als bedoeld in artikel 162f, lid 3a».

XIV

In artikel II, onderdeel I, vervalt in artikel 162j, eerste lid, onderdeel a, «en in artikel 38a, eerste lid, tweede volzin,».

XV

In artikel III, onderdeel A, vervalt artikel 24, vierde lid, onderdeel d, wordt onderdeel b afgesloten met «en» en wordt «, en» na onderdeel c vervangen door een punt.

XVI

In artikel III, onderdeel C, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Sub 2 vervalt artikel 33, eerste lid, onderdeel b.2°.

2. Sub 5a vervalt.

3. Sub 6 wordt in artikel 33, vijftiende lid, «voor een periode van ten hoogste twee aaneengesloten schooljaren» vervangen door: voor een periode van ten hoogste vier aaneengesloten schooljaren.

XVII

In artikel III, onderdeel G, vervalt artikel 38, eerste lid, tweede volzin.

XVIII

In artikel III, onderdeel L, vervalt artikel 118l, lid 3a.

XIX

In artikel III, onderdeel J, vervalt in artikel 118o «, of voor een samenhangend deel daarvan als bedoeld in artikel 118l, lid 3a».

XX

In artikel III, onderdeel J, vervalt in artikel 118p, eerste lid, onderdeel a, «en in artikel 38, eerste lid, tweede volzin,».

XXI

In artikel IV, onderdeel D, wordt in artikel 4.2.1, derde lid, «voor een periode van ten hoogste twee aaneengesloten studiejaren» vervangen door: voor een periode van ten hoogste vier aaneengesloten studiejaren.

XXII

In artikel V, onderdeel F, vervalt artikel 7a.4.

XXIII

In artikel V, onderdeel Fa, vervalt in artikel 15.5 telkens «of certificaat».

XXIV

In artikel V, onderdeel H, vervalt in de inhoudsopgave sub 2 de aanduiding van artikel 7a.4 en vervalt sub 3.

Toelichting

Dit amendement strekt tot het verwijderen van de deelbekwaamheid uit het wetsvoorstel en stelt complementair daaraan de termijn waarbinnen de zij-instromer het bekwaamheidsonderzoek moet hebben afgelegd op maximaal 4 in plaats van maximaal 2 jaren. De verlengingsmogelijkheid die het wetsvoorstel kent (de helft van de periode, toe te staan door de inspectie op aanvraag van het bevoegd gezag, wegens bijzondere omstandigheden), blijft daarbij behouden.

Overeind blijft de 2-jaarstermijn waaraan het geschiktheidsonderzoek refereert, omdat het daarbij gaat om een meetpunt voor inhoudelijke geschiktheid en niet om de tijd die men ook feitelijk nodig zal hebben.

Jan de Vries

Balemans

Lambrechts

Naar boven