nr. 65
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 22 augustus 2002
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1 heeft de navolgende vragen over het ontwerp-besluit houdende
uitvoering van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar
bestuur (Besluit BIBOB) aan de regering voorgelegd (BZK02-372).
De regering heeft deze vragen beantwoord bij brief van 22 augustus 2002.
De vragen en antwoorden zijn hieronder afgedrukt.
De fungerend voorzitter van de commissie,
Te Veldhuis
De griffier van de commissie,
De Gier
1
Uit het ontwerp-besluit blijkt helaas niet dat toepassing
wordt gegeven aan het experimenteerartikel 44 van de wettekst.
Kan de regering duidelijk maken wat de positie is van
het Wallenproject in Amsterdam en waarom er geen toepassing is gegeven aan
artikel 44 van de wet?
De vaste kamercommissie vraagt naar de positie van het Wallenproject in
Amsterdam, alsmede waarom in het ontwerp-besluit geen toepassing is gegeven
aan artikel 44 van de Wet BIBOB.
Zoals mijn ambtsvoorganger heeft gezegd tijdens de behandeling op 18 juni
jl. door de Eerste Kamer der Staten-Generaal van het wetsvoorstel Wet BIBOB,
kan de in met name Amsterdam ontwikkelde (en inmiddels op bescheiden schaal
door andere gemeenten overgenomen) benadering worden geduid als de brede bestuurlijke
aanpak van (georganiseerde) criminaliteit. Het BIBOB-instrumentarium maakt
daarvan onderdeel uit.
De «Amsterdamse» ervaringen met de bestuurlijke aanpak van
(georganiseerde) criminaliteit zijn recent – te zamen met ervaringen
elders – ontsloten en gebundeld in een door BZK en de VNG opgestelde
«handreiking bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit».
Deze handreiking wordt verspreid onder alle burgemeesters, zodat het ontwikkelde
gedachtegoed ook in andere gemeenten kan worden geoperationaliseerd. Daarnaast
wordt dit gedachtegoed aan het lokale bestuur overgedragen in een aantal medio
dit jaar door de VNG te organiseren burgemeesterbijeenkomsten.
De in genoemde handreiking opgesomde mogelijkheden kunnen voor het overgrote
deel worden uitgevoerd zonder dat daarvoor toegang moet worden verkregen tot
gesloten politie (en andere zoals justitiële en fiscale) informatie.
Ter concretisering en uitvoering van bepaalde – niet BIBOB gerelateerde –
onderdelen van de brede bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit
is het gewenst dat niet alleen Amsterdam maar alle gemeenten de beschikking
moeten kunnen hebben (naar analogie van de – tot aan de inwerkingtreding
van de Wet BIBOB – aan Amsterdam verleende ontheffing) over gegevens
uit gesloten bronnen. Om dit mogelijk te maken wordt momenteel onderzocht
• op welke wijze,
• onder welke voorwaarden,
• met welke waarborgen, en
• onder afweging van de belangen maatschappelijke veiligheid, privacy
en rechtsbescherming,
aan de operationalisering van de verstrekking van die gegevens vorm en
inhoud kan worden gegeven.
Zolang de hiervoor bedoelde algemene mogelijkheid om in het kader van
genoemde brede bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit gegevens
te verstrekken nog niet mogelijk is, zal aan Amsterdam ontheffing worden verleend
om – indachtig de inhoud van motie nr. 63 van uw Kamer – op de
ingeslagen weg voort te gaan.
Met het bovenstaande is tevens aangegeven waarom in het ontwerp-Besluit
BIBOB geen toepassing is gegeven aan artikel 44 van de Wet BIBOB, het zogenaamde
experimenteerartikel. De Wet BIBOB moet nog in werking treden, de eerste ervaringen
met het instrumentarium moeten nog worden opgedaan. Zowel bij de betrokken
bestuursorganen en het Bureau BIBOB als bij de beide verantwoordelijke ministers
leeft de wens om de wet, na de lange en zorgvuldige voorbereidingsperiode,
in werking te laten treden overeenkomstig de daaraan ten grondslag liggende
bedoelingen. Dit betekent dat op voorhand niet moet worden afgeweken van (sommige
bepalingen van) de wet. Indien de Wet BIBOB in de praktijk toch niet geheel
werkt zoals we nu hopen en verwachten, kan worden overwogen artikel 44 van
de wet in te zetten. Daarvoor is het momenteel evenwel te vroeg.
2
Kan de regering gemotiveerd laten weten of de «taxivergunning»
wel of niet onder de BIBOB-toets zou moeten worden gebracht?
In antwoord op de vraag van de vaste kamercommissie of de taxivergunning
onder de BIBOB-toets valt of niet, kan worden verwezen naar artikel 39 van
de Wet BIBOB. In genoemd artikel wordt de Wet personenvervoer 2000 aangevuld
met de mogelijkheid om aan de hand van het BIBOB-criterium een aangevraagde
taxivergunning te weigeren, dan wel een verleende taxivergunning in te trekken.
XNoot
1Samenstelling: Leden: Te Veldhuis (VVD), fng. voorzitter, Van Heemst (PvdA),
Noorman-den Uyl (PvdA), Th. C. De Graaf (D66), Cornielje (VVD), Hofstra (VVD),
Luchtenveld (VVD), De Wit (SP), Van Gent (GroenLinks), Arib (PvdA), Rietkerk
(CDA), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Oerle-van der
Horst (CDA), Teeven (LN), Wolfsen (PvdA), Spies (CDA), Schonewille (LPF),
Eerdmans (LPF), Azough (GroenLinks), Zeroual (LPF), Sterk (CDA), Vacature
(CDA), Vacature (CDA) en Vacature (LPF).
Plv. leden: Rijpstra (VVD), Vacature (PvdA), Vacature (PvdA), Van der
Ham (D66), De Grave (VVD), Verbugt (VVD), Van Beek (VVD), Lazrak (SP), Rosenmöller
(GroenLinks), Vacature (PvdA), Meijer (CDA), Rouvoet (ChristenUnie), Rambocus
(CDA), Bruls (CDA), Jense (LN), Vacature (PvdA), Cörüz (CDA), Wiersma
(LPF), Palm (LPF), Halsema (GroenLinks), Varela (LPF), Vacature (CDA), Verburg
(CDA), Mosterd (CDA) en Hoogendijk (LPF).