27 926 Huurbeleid

E BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 november 2014

In het debat van 12 maart 2013 heb ik met u gesproken over de Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van een tweede categorie huishoudinkomens). Tijdens dit debat heb ik een aantal toezeggingen gedaan. De nog openstaande toezeggingen betreffen de toezeggingen T01670, T01671 en T01737.

In toezegging T01670 heb ik aangegeven met de betrokken maatschappelijke organisaties te overleggen over het tot stand komen van een nationaal akkoord op het terrein van het wonen. In de afgelopen twee jaar heb ik veelvuldig gesproken met relevante stakeholders, waaronder Aedes, Woonbond, IVBN, Vastgoedbelang, VNG. Ik ben niet alleen het gesprek aangegaan met deze koepelorganisaties maar ben ook het land door geweest om het gesprek op het lokale niveau te voeren. Op basis van deze gesprekken en overleggen moet ik de conclusie trekken dat voor een omvattend nationaal woonakkoord geen draagvlak is. De inhoudelijke verschillen, niet alleen tussen de door het Kabinet voorgestane beleid en de inzet van deze partijen, maar ook tussen deze partijen onderling, zijn hiervoor te groot.

In deze gesprekken is mij overigens ook gebleken dat op specifieke beleidsdossiers weliswaar geen algemene consensus bereikt kan worden, maar vaak wel een gezamenlijke uitwerking en verdergaande overeenstemming over maatregelen kon worden gevonden. Dit geldt ondermeer voor de vormgeving van het nieuwe woningwaarderingsstelsel (WWS). Ik zal de komende periode op specifieke dossiers daarom met partijen het gesprek blijven voeren.

De afgelopen periode heb ik zo ook intensief contact gehad met de diverse partijen over de vormgeving en effecten van de huursombenadering. Ik moet concluderen dat de uitwerking op dit moment nog meer aandacht en overleg vraagt. Daarnaast is verzocht om de invoering van het nieuwe woningwaarderingsstelsel en de huursom niet in één en hetzelfde jaar door te voeren. Daarmee wordt de invoering van de huursombenadering met een jaar uitgesteld. Het kabinet doet in het voorjaar van 2015 een voorstel tot invoering van de huursombenadering. Ik zal ook uw Kamer op dat moment nader informeren over bovengenoemde toezeggingen T01671 en T01737.

Bijgaand ontvangt u een afschrift van de brief1 over de voortgang van de uitwerking van de huursombenadering die ik op 28 oktober 2014 aan de Tweede Kamer heb gezonden.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok


X Noot
1

Ter inzage ingelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 156292.

Naar boven