27 926 Huurbeleid

Nr. 394 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 mei 2025

Uw kamer heeft mij op 20 mei verzocht tot openbaarmaking van stukken die ten grondslag liggen aan de besluitvorming over de huurbevriezing voor 2025 en 2026 die in de voorjaarsnota is afgesproken.

Het wetsvoorstel en de memorie van toelichting is op 19 mei voor advies aan de Raad van State gestuurd en zal dus op korte termijn openbaar worden gemaakt in de wetgevingskalender. Omdat de besluitvorming nog niet is afgerond kan ik nadere stukken in dit verband vooralsnog niet met u delen. Wel is er de afgelopen tijd gesproken over consequenties van de voorgenomen huurbevriezing. In de bijlage van deze brief doe ik u daarom de notitie toekomen die op 20 mei is besproken met de leden van de Raad voor de Fysieke Leefomgeving (RFL). Hierin worden op basis van een eerste analyse de consequenties voor de investeringsopgave van corporaties en de woningbouw in brede zin in kaart gebracht en worden opties besproken om de impact van de huurbevriezing te mitigeren.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer

Naar boven