27 926 Huurbeleid

Nr. 231 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 augustus 2014

I. Inleiding

Op grond van artikel 57, eerste lid van de Wet op de huurtoeslag, dient jaarlijks verslag uitgebracht te worden aan de Staten-Generaal over de werking van deze wet.

De Wet op de huurtoeslag wordt, samen met andere toeslagwetten, op grond van de in september 2005 van kracht geworden Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) uitgevoerd door de Belastingdienst/Toeslagen onder verantwoordelijkheid van de Staatssecretaris van Financiën. In dit jaarverslag wordt over deze wet dan ook geen inzicht geboden in gegevens betreffende de uitvoering. Deze gegevens worden aangeboden in de bedrijfsparagraaf van het jaarverslag Financiën (Begroting IX).

Om al in een vroeg stadium actuele data te kunnen presenteren worden in dit jaarverslag naast de definitieve cijfers ook voorlopige cijfers opgenomen. De definitieve gegevens hebben betrekking op het jaar 2011. Pas op het moment dat een zodanig percentage van de toeslagen over een jaar is vastgesteld, dat sprake is van stabiele cijfers, wordt verondersteld, dat de gegevens definitief zijn. Voor de cijfers over 2011 was dit eind 2013. De hier gepresenteerde cijfers over 2012 en 2013 hebben een voorlopig karakter.

II. Inzicht in de definitieve huurtoeslag cijfers van 2011

Hieronder treft u de gegevens aan over de definitief vastgestelde bijdragen voor het verslagjaar 2011 afgezet tegen het jaar 2010.

Ontwikkeling Aantallen

Definitief

Mutatie

 

2010

2011

10–11

Eenpersoonshh

392.957

402.950

2,5%

Meerpersoonshh

357.884

376.125

5,1%

Eenpersoonshh ouderen

285.842

285.095

–0,3%

Meerpersoonshh ouderen

125.517

126.009

0,4%

Totaal

1.162.200

1.190.179

2,4%

De in 2010 gemelde stijging van de populatie heeft zich in 2011 verder doorgezet. De extra instroom is voornamelijk te zien bij de niet-pensioengerechtigde huishoudens.

Ontwikkeling Belastbaar Inkomen

Definitief

Mutatie

 

2010

2011

10–11

Eenpersoonshh

16.164

16.409

1,5%

Meerpersoonshh

21.580

21.955

1,7%

Eenpersoonshh ouderen

16.397

16.612

1,3%

Meerpersoonshh ouderen

22.650

22.999

1,5%

Totaal

18.589

18.908

1,7%

Bij de indexering van de huurtoeslagparameters voor 2011 is rekening gehouden met een gemiddelde inkomensontwikkeling van ca. 1,7%. Deze inschatting blijkt vrijwel overeen te komen met de uiteindelijk gerealiseerde gemiddelde inkomensontwikkeling voor de huurtoeslagpopulatie.

Ontwikkeling Huur

Definitief

Mutatie

 

2010

2011

10–11

Eenpersoonshh

4.748

4.873

2,6%

Meerpersoonshh

5.487

5.620

2,4%

Eenpersoonshh ouderen

5.159

5.267

2,1%

Meerpersoonshh ouderen

5.363

5.476

2,1%

Totaal

5.143

5.267

2,4%

De huurontwikkeling komt hoger uit dan de landelijke gemiddelde huurstijging inclusief huurharmonisatie. Dit heeft vooral te maken met een groter harmonisatie-effect.

Ontwikkeling Huurtoeslag

Definitief

Mutatie

 

2010

2011

10–11

Eenpersoonshh

1.765

1.814

2,8%

Meerpersoonshh

2.199

2.261

2,8%

Eenpersoonshh ouderen

2.158

2.190

1,5%

Meerpersoonshh ouderen

2.149

2.197

2,2%

Totaal

2.037

2.086

2,4%

De ontwikkeling van de hoogte van de huurtoeslag volgt uit de ontwikkeling van de huren en inkomens. Door tussentijdse mutaties zoals het wegvallen van een partner wordt het beeld bij de eenpersoonshuishoudens ouderen enigszins verstoord. Zonder deze mutaties komt het percentage voor deze groep uit op circa 2,3%.

III. Inzicht in de voorlopige cijfers huurtoeslag 2012 en 2013

De definitieve cijfers met betrekking tot de huurtoeslag zijn pas twee jaar na de toekenning beschikbaar. Dit komt vanwege de methodiek van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, waarbij de huurtoeslag als voorschot wordt uitbetaald op basis van door de aanvrager geschatte gegevens. Eerst (ruim) na afloop van het toeslagjaar volgt de definitieve vaststelling van de huurtoeslag aan de hand van de daadwerkelijk gerealiseerde gegevens over inkomen, huurhoogte en huishoudensamenstelling. De cijfers over de jaren 2012 en 2013 dragen dan ook een voorlopig karakter.

Voor de voorlopige cijfers wordt het databestand gebruikt van de maand mei na afloop van het betreffende toeslagjaar. In onderstaande tabel worden deze voorlopige cijfers gepresenteerd voor de jaren 2012 en 2013. Voor een goed beeld van de ontwikkeling van de voorlopige toekenningen zijn daarnaast de voorlopige cijfers van 2011 vermeld.

Ontwikkeling Aantallen

Voorlopig

 

2011

2012

2013

Eenpersoonshh

437.732

494.666

523.326

Meerpersoonshh -

403.539

424.730

437.107

Eenpersoonshh ouderen

287.184

305.120

309.606

Meerpersoonshh ouderen

126.019

131.058

133.104

Onbekend

50.219

34

0

Totaal (incl.onbekend)

1.304.693

1.355.608

1.403.143

Het totaal aantal voorlopige toekenningen is nog steeds aan het stijgen. Daartegenover blijkt jaarlijks dat na het definitief vaststellen van de bijdrage de aantallen lager komen te liggen, omdat veel aanvragers gezien het inkomen achteraf gezien geen recht blijken te hebben op een toeslag. Het aantal aanvragen waarvan de huishoudsamenstelling onbekend is, is sterk gedaald. Dit komt omdat de Belastingdienst per 2012 is gestart met een nieuw geautomatiseerd systeem. Sindsdien komt het nagenoeg niet meer voor, dat aanvragen zo onvolledig zijn, dat die als onbekend moeten worden aangemerkt.

Ontwikkeling Belastbaar Inkomen

Voorlopig

 

2011

2012

2013

Eenpersoonshh

16.359

16.397

15.604

Meerpersoonshh

21.551

21.687

20.608

Eenpersoonshh ouderen

16.634

16.711

16.944

Meerpersoonshh ouderen

23.054

23.293

23.644

Totaal

18.765

18.792

18.221

De ontwikkeling van het belastbaar inkomen betreft een geschat inkomen en komt overeen met de indexering die door de Belastingdienst jaarlijks wordt gehanteerd. Dit geschatte inkomen zal nog wijzigen bij het definitief vaststellen van de huurtoeslag.

Ontwikkeling Huur

Voorlopig

 

2011

2012

2013

Eenpersoonshh

4.877

5.023

5.220

Meerpersoonshh

5.617

5.803

6.018

Eenpersoonshh ouderen

5.241

5.375

5.516

Meerpersoonshh ouderen

5.454

5.601

5.752

Totaal

5.256

5.403

5.584

De ontwikkeling van de huur komt redelijk overeen met die van het landelijk gemiddelde inclusief de huurharmonisatie. De huur is minder gevoelig voor mutaties.

Ontwikkeling Huurtoeslag

Voorlopig

 

2011

2012

2013

Eenpersoonshh

1.884

1.885

1.957

Meerpersoonshh

2.347

2.302

2.374

Eenpersoonshh ouderen

2.155

2.155

2.181

Meerpersoonshh ouderen

2.133

2.088

2.069

Totaal

2.120

2.096

2.147

De ontwikkeling van de huurtoeslag is in belangrijke mate een resultante van de hoogte van het inkomen en de hoogte van de huur en komt redelijk overeen met de ontwikkeling hiervan.

IV. Inzicht in de vergelijking tussen voorlopige en definitieve cijfers over het huurtoeslagjaar 2011

Hieronder wordt ten aanzien van het jaar 2011 zichtbaar gemaakt, welke verschillen er zijn tussen de voorlopige en definitieve cijfers.

Bij deze vergelijking dient te worden opgemerkt, dat een grote groep huishoudens bij het definitief vaststellen van de bijdrage huurtoeslag hierop geen recht blijkt te hebben. Deze groep is niet meegenomen in de vergelijking tussen de voorlopige en definitieve toekenningen. Het wegvallen van deze geen recht hebbenden beïnvloedt voornamelijk het gemiddelde van het inkomen en de bijdrage huurtoeslag.

Voor de groep wel rechthebbenden worden de cijfers beïnvloed door het geschatte inkomen. Binnen de populatie huurtoeslag ontvangers over 2011 heeft 10% een nabetaling en 20% een terugvordering gekregen met een totaal subsidieverschil van meer dan € 100. Het subsidieverschil bij de groep wel rechthebbenden heeft gevolgen voor de gemiddelde bijdrage huurtoeslag.

Verschil DT-VT

Definitief

Voorlopig

Afwijking

 

2011

 

Aantal

1.190.179

1.304.693

114.514

Inkomen

18.908

18.765

143

Huur

5.267

5.256

11

Huurtoeslag

2.086

2.120

34

Het aantal aanvragers waarvan achteraf blijkt dat er geen recht bestaat op een bijdrage is ten opzichte van eerdere jaren licht gedaald, naar in 2011 ca. 115.000. De gemiddelde bijdrage huurtoeslag van deze groep geen recht hebbenden is ca. € 1.480. Indien deze groep geen recht hebbenden wel zou worden meegenomen in de bovenstaande vergelijking tussen voorlopige en definitieve toekenningen, dan zou het definitief vastgestelde belastbaar inkomen ca. € 1.600 hoger en de bijdrage huurtoeslag ca. € 300 lager uitvallen.

Het definitief vastgestelde belastbaar inkomen is € 143 hoger. Dit betreft alleen de groep rechthebbenden, waarbij sprake is van een saldo van hoger en lager vastgestelde belastbare inkomens (nabetalingen en vorderingen).

De wetswijziging per 2010 om de jaarlijkse aanpassing van de huurparameters in de huurtoeslag te verschuiven van 1 juli naar 1 januari heeft als gevolg dat de jaarlijkse verhoging van de huurprijs per 1 juli als regel pas achteraf bij de definitieve vaststelling in de huurtoeslag wordt verwerkt. Hierdoor is de definitieve huur € 11 hoger vastgesteld.

Bij het definitief toekennen is de gemiddelde bijdrage huurtoeslag € 34 lager vastgesteld. Het betreft het saldo van nabetalingen en vorderingen van de groep recht hebbenden.

V. Inzicht in de huurtoeslag boven de aftoppingsgrens

In 2009 is in het kader van de vereenvoudiging van de huurtoeslag besloten de zogeheten passendheidstoets, waarmee werd gestimuleerd, dat huurtoeslagontvangers zo veel mogelijk in woningen met een huur onder de aftoppingsgrens worden gehuisvest, af te schaffen.

In de brief van 4 februari 2009 over het desbetreffende vereenvoudigingsvoorstel (Kamerstuk 31 446, nr. 23) heeft de toenmalige Minister van WWI toegezegd de effecten van het afschaffen van de passendheidstoets te monitoren. In eerste instantie vindt dit plaats aan de hand van de beleidsinformatie over de uitvoering van de huurtoeslag. In de onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in het aantal toekenningen van huurtoeslag met een huur boven de aftoppingsgrens over de jaren 2008 tot en met 2011. Het betreft hier naast nieuwe gevallen overigens zowel huishoudens die in het verleden met toestemming boven deze grens zijn gehuisvest als huishoudens waarvan de huurprijs door een boventrendmatige verhoging (bijvoorbeeld na woningverbetering) boven de aftoppingsgrens is uitgegroeid.

Toekenningen HT met een huur boven de aftoppingsgrens
 

2008

2009

2010

2011

Totale populatie

1.116.670

1.122.034

1.162.200

1.190.179

Rekenhuur boven de aftoppingsgrens

109.671

126.990

169.778

200.039

Aandeel

9,8%

11,3%

14,6%

16,8%

Het aantal aanvragen waarbij de huurprijs ligt boven de aftoppingsgrens is in 2011 wederom gestegen. In mijn brief d.d 11 april 2014 (Kamerstuk 32 847, nr. 119) heb ik reeds toegezegd, dat ik in verband hiermee het afschaffen van de passendheidstoets zal evalueren. De resultaten hiervan zal ik u dit najaar doen toekomen.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Naar boven