27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 961 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2023

Conform de motie van het lid Piri c.s. (Kamerstuk 27 925, nr. 949) informeer ik uw Kamer hierbij voor het einde van het jaar over de voortgang met betrekking tot de (voormalige) ASG-bewakers, die tussen 2006 en 2010 gewerkt hebben voor de Nederlandse militaire missie in Uruzgan.

Op grond van beschikbare informatie uit de missie-archieven van Defensie, de zeer beperkte mogelijkheden om uit te kunnen sluiten dat deze groep gevaar loopt vanwege hun werkzaamheden voor Defensie en de aanhoudende signalen over het mogelijke gevaar richting deze groep is besloten om over te gaan tot het (her-)beoordelen van de aanvragen van (voormalige) ASG-bewakers.

Hiertoe wordt een «aanvulling op de werkafspraken 2014» opgesteld, waarbij wordt aangesloten bij de materiële criteria van de speciale voorziening Defensie uit de Kamerbrief1 van 11 oktober 2021. De aanvulling zal volgens de staande werkafspraken uit 2014 (ook bekend als de «tolkenregeling») worden uitgevoerd, kent eveneens een open einde en is uitsluitend van toepassing op (voormalige) ASG-bewakers uit Afghanistan.

Graag wil ik benadrukken dat deze herziene procedure een weerbarstige uitvoeringspraktijk kent, onder andere vanwege het huidige Taliban-regime in Afghanistan en de situatie in omliggende landen waardoor het naar verwachting lastig zal zijn Afghanistan daadwerkelijk te verlaten.

De Minister van Defensie, K.H. Ollongren


X Noot
1

Kamerstuk 27 925, nr. 860, 11 oktober 2021.

Naar boven