Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 november 2022
Op 24 december 2020 bent u geïnformeerd over een melding die een veteraan op 23 december
deed in Trouw, betreffende zijn vermoeden burgerslachtoffers te hebben gemaakt tijdens
een geweldsaanwending in 2007 in de provincie Uruzgan, Afghanistan (zie Kamerstuk
27 925, nr. 763).1 Het Openbaar Ministerie (OM) is naar aanleiding van deze melding een onderzoek gestart.
Mijn ambtsvoorganger heeft aangegeven dit onderzoek af te willen wachten alvorens
een besluit te nemen over het al dan niet instellen van een eigen onderzoek.
Op 17 mei 2022 presenteerde het OM de uitkomsten van hun onderzoek, waarbij onder
meer defensiearchieven zijn geraadpleegd en getuigen gehoord.2 Het OM concludeerde dat er geen ondersteuning is gevonden voor de melding van de
veteraan dat er tijdens de betreffende wapeninzet op burgers is geschoten. Het OM
heeft derhalve niet vast kunnen stellen dat de geweldsaanwending onrechtmatig was.
Het OM-onderzoek is daarom beëindigd met een sepot.
Met deze brief informeer ik uw Kamer dat Defensie geen eigen onderzoek instelt naar
deze melding. Ik heb hiertoe besloten omdat in de corresponderende interne rapportages
die tijdens het vooronderzoek van Defensie zijn gevonden over de betreffende wapeninzet,
wel melding wordt gemaakt van vuurcontact met «Opposing Militant Forces», maar geen
melding dat er op burgers geschoten zou zijn. Ook de getuigen die door het OM zijn
gehoord bevestigen dat er niet op burgers is gevuurd. Defensie ziet daarom geen aanknopingspunten
voor verder onderzoek.
Defensie heeft de veteraan en de getuigen die gehoord zijn over dit besluit geïnformeerd.
Melding burgerslachtoffers
Gezien het belang van zorgvuldige afhandeling van meldingen van (vermoedens van) burgerslachtoffers,
laat ik nagaan of het bestaande veteranenloket de beste route is voor (oud) defensiemedewerkers
die vermoedens van burgerslachtoffers willen melden. Ik informeer de Kamer hierover
in het eerste kwartaal van 2023.
Procedure
De betreffende geweldsaanwending heeft plaatsgevonden binnen een missie die valt onder
artikel 100 van de Grondwet. Op 13 oktober 2020 (Handelingen II 2020/21, nr. 13, item 22) heeft uw Kamer ingestemd met de nieuwe procedure voor het informeren van de Tweede
Kamer bij een vermoeden van burgerslachtoffers als gevolg van Nederlandse wapeninzet
in het kader van artikel 100 van de Grondwet (Kamerstuk 27 925, nrs. 723 en 746). Daarin is onder meer vastgelegd dat Defensie de Kamer informeert wanneer het ministerie
besluit een onderzoek in te stellen naar een melding van een vermoeden. Zoals de procedure
beschrijft wordt een dergelijk besluit voorafgegaan door een vooronderzoek, bestaande
uit een eerste analyse en beoordeling van de broninformatie.
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren