27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 857 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 oktober 2021

De vaste commissie voor Defensie heeft verzocht om een brief waarin de huidige stand van zaken over het compensatieproject in Hawija wordt weergegeven. Het verzoek is daarbij om ten minste in te gaan op de uitvoering van de opgestelde plannen, de specifieke besteding van de toegezegde middelen, en de mate waarin slachtoffers reeds zijn gecompenseerd. De commissie heeft verzocht deze brief op uiterlijk 21 oktober 2021 aan de Kamer te doen toekomen.

Het kabinet heeft reeds toegezegd om de Kamer vanaf de aanvangsdatum van de projecten de Kamer halfjaarlijks informeren en zo vaak als er relevante ontwikkelingen zijn, conform het verzoek van de vaste commissie voor Defensie van 1 februari 2021. Zoals bekend heeft het kabinet twee afzonderlijke projecten geselecteerd om de vrijwillige compensatie ten gunste van de getroffen gemeenschap in Hawija, Irak, namens het kabinet te effectueren (Kamerstuk 27 925, nr. 766). Het gaat om projecten van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en het United Nations Development Programme (UNDP) – Funding Facility for Stabilization (FFS).

Op korte termijn wordt de eerste kwartaalrapportage van het UNDP/FSS project verwacht. De informatie uit deze rapportage is noodzakelijk om aan uw verzoek te kunnen voldoen. Het kabinet zal u de brief zo spoedig mogelijk na ontvangst van deze rapportage doen toekomen.

De Minister van Defensie, H.G.J. Kamp

Naar boven