Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 27925 nr. 632 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 27925 nr. 632 |
Vastgesteld 18 juli 2018
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de ministers van Buitenlandse Zaken, van Defensie, voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Justitie en Veiligheid over de brief van 15 juni 2018 inzake Nederlandse inzet in Afghanistan 2018–2021 (Kamerstuk 27 925, nr. 630).
De ministers van Buitenlandse Zaken, van Defensie, voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Justitie en Veiligheid hebben deze vragen beantwoord bij brief van 2 juli 2018. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra
De griffier van de commissie, Van Toor
1. Op welke manier heeft u in deze brief uitvoering gegeven aan de motie Servaes/Eijsink (Kamerstuk 27 925, nr. 550) over de gevolgen van deelname aan missies voor de operationele gereedheid?
Antwoord:
Overeenkomstig de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer is in deze brief uitgebreider ingegaan op de gevolgen van de inzet voor de gereedheid. In de halfjaarlijkse vertrouwelijke inzetbaarheidsrapportages wordt nog uitgebreider ingaan op de gevolgen van de inzet voor de gereedheid van de uitgezonden eenheid, niet-uitgezonden eenheden en het herstel van de basisgereedheid.
2. Wat zijn de eisen van de demonstranten die vanuit Helmand in het zuiden van Afghanistan naar hoofdstad Kabul zijn gewandeld in een protestmars voor vrede? Deelt de NAVO deze eisen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De demonstranten eisen een staakt-het-vuren tussen de Afghaanse strijdkrachten en de Taliban, vredesonderhandelingen die uitmonden in een wettelijk kader voor vrede en het terugtrekken van buitenlandse troepen. President Ghani heeft deze eisen namens de Afghaanse regering geaccepteerd. Nederland en de NAVO steunen een door de Afghaanse regering geleid vredesproces.
3. Waarom wordt er in de gehele brief niet ingegaan op de opiumproductie in Afghanistan?
4. Hoe omvangrijk is de opiumproductie? Hoe verhoudt deze omvang zich tot de omvang van het BNP van Afghanistan?
5. Waarom is het de internationale gemeenschap, ondanks miljarden euro’s die eraan uitgegeven zijn, in Afghanistan niet gelukt om de productie van opium in het land terug te dringen en is deze zelfs alleen maar verder uitgebreid?
6. Hoe is het mogelijk dat, naast de Taliban en andere opstandelingen, ook mensen in dienst van de Afghaanse regering in de opiumhandel zitten? (Bron: https://www.theguardian.com/news/2018/jan/09/how-the-heroin-trade-explains-the-us-uk-failure-in-afghanistan)
7. Klopt het dat in Afghanistan zo’n 590.000 mensen een full time baan hebben in de opiumeconomie? (Bron: https://taskandpurpose.com/afghanistan-drug-trade-sigar-report/)
8. Is Afghanistan een narcostaat? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vragen 3 t/m 8:
De groeiende teelt, productie, smokkel en gebruik van opium is een groot punt van zorg. Het kabinet deelt de conclusie van de United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC) dat de inzet van de internationale gemeenschap de afgelopen jaren op dit onderwerp is afgenomen.
Volgens de UNODC zijn de belangrijkste drivers voor de groei van de papaverteelt in Afghanistan onveiligheid in de rurale gebieden, corruptie en politieke instabiliteit (zie ook het antwoord op vragen 27, 29 en 65). In totaal is de opiumproductie in 2017 met 87 procent toegenomen tot naar schatting 9.000 ton aan opium, waar een bedrag mee gemoeid gaat van ongeveer anderhalf miljard dollar of 7 procent van het Bruto Nationaal Product (BNP). Naar schatting komt daarvan minstens 150 miljoen dollar bij de Taliban terecht komt. Andere terroristische en criminele organisaties in de regio en langs de smokkelroutes verwerven, via smokkel en verkoop in afzetlanden, een veelvoud van dit bedrag.
De grootste groei vond plaats in het zuiden van Afghanistan, waar 60 procent van de teelt gebeurt. De UNODC heeft veel personeel moeten terugtrekken uit rurale gebieden aldaar, omdat hun veiligheid niet langer gegarandeerd kon worden. Dat is het gevolg van de strategische keuze van de Afghaanse overheid om zich te focussen op de stedelijke gebieden. Hierdoor is verder meer ruimte ontstaan voor gewapende groeperingen, zoals de Taliban. Een groeiend aantal plattelandsgemeenschappen wordt thans overgeleverd aan sterke druk om in de papaverteelt te stappen. De schaarste aan landbouwgrond neem toe, net als het gebruik van verdovende middelen door de bevolking en de invloed van georganiseerde misdaad. In het noorden van Afghanistan speelt politieke instabiliteit een rol, doordat verschillende powerbrokers via de opiumketen hun financiële positie proberen te versterken.
Een politieke oplossing voor het geweld in Afghanistan zal een belangrijk element vormen voor een duurzame remedie tegen de drugshandel: de groei van de opiumteelt kan immers plaatsvinden door het conflict tussen de Afghaanse regering en gewapende groeperingen. Verder zijn bestrijding van corruptie en het versterken van de overheidsinstellingen nodig om de opiumketen te kunnen verstoren (zie ook de antwoorden op vragen 98, 99, 108, 109, 110, 137, 138, 139). Tot slot is een effectief en duurzaam Afghaanse veiligheidsapparaat cruciaal om op te treden tegen georganiseerde misdaad en gewapende groeperingen. De Nederlandse bijdrage aan Resolute Support ter ondersteuning van de Afghaanse strijdkrachten draagt hieraan bij.
Als penvoerder Afghanistan in de VN-Veiligheidsraad probeert Nederland grotere internationale betrokkenheid bij en bewustzijn over dit onderwerp te creëren. Nederland draagt daarnaast via zijn bijdrage aan het «Paris Pact Initiative» van UNDOC bij aan het tegengaan van de lucratieve handel in opium.
9. Wat is de geschatte waarde van de mineralen in de grond van Afghanistan?
10. In hoeverre speelt de waarde van de mineralen in de grond van Afghanistan een rol voor de Verenigde Staten om militair betrokken te blijven in Afghanistan? (Bron: https://www.reuters.com/article/us-usa-afghanistan-minerals/trump-ghani-agree-u-s-can-help-develop-afghanistans-rare-earth-minerals-idUSKCN1BX06G)
Antwoord op vragen 9 en 10:
De Afghaanse regering ziet groot potentieel in de Afghaanse mijnbouwsector voor de economische ontwikkeling van het land. De regering baseert zich hierbij onder andere op onderzoeken van de United States Geological Survey, waarin de potentiële waarde van bodemschatten in Afghanistan, waaronder edelmetalen en zeldzame aardelementen, op 1 biljoen dollar wordt geschat. De Afghaanse bevolking heeft veel te winnen op (sociaal-) economisch terrein indien de potentiële waarde van de mineralenrijkdom kan worden ontsloten.
Vanwege de veiligheidssituatie en de mate van economische onzekerheid valt echter te bezien in welke mate en op welke termijn de mijnbouwsector economisch groei in Afghanistan kan aanjagen. Het kabinet is niet bekend met enig verband tussen de aanwezigheid van de Verenigde Staten in Afghanistan en het potentieel van de mijnbouwsector.
11. In welke mate kunnen Afghaanse Talibanstrijders en andere opstandelingen onderdak vinden in Pakistan? Waarom blijft Pakistan onderdak aan hen bieden?
Antwoord:
De grens tussen Afghanistan en Pakistan is lang, poreus en door het onherbergzame terrein moeilijk te verdedigen of te bewaken. Controle buiten de officiële grensovergangen is bijna onmogelijk. Opstandelingen kunnen daardoor vrijwel ongehinderd de grens oversteken. Bovendien speelt Pakistan vooralsnog een dubbelzinnige rol in Afghanistan. Pakistan wil enerzijds een Afghaanse regering die haar goed gezind is, maar wil anderzijds overmatige politieke, culturele en economische invloed van India in Afghanistan voorkomen.
Verder vreest Pakistan dat een harde aanpak van de Afghaanse Taliban zal leiden tot meer aanslagen op Pakistaans grondgebied. Het intensievere diplomatieke verkeer tussen Kabul en Islamabad en het feit dat het staakt-het-vuren heeft kunnen plaatsvinden zijn hopelijk goede voortekens. De toegenomen diplomatieke druk op Pakistan van de VS en de NAVO kan hierbij helpen (zie ook antwoord op vragen 75 en 84).
12. Hoeveel huurlingen zijn in Afghanistan actief, bijvoorbeeld voor beveiliging van transport?
Antwoord:
Er zijn meer dan 3.000 civiele contractpartijen actief voor NAVO-missie Resolute Support in Afghanistan. Deze civiele partijen zijn allemaal ongewapend en verrichten geen beveiligingstaken, overeenkomstig het beleid van de NAVO.
13. Deelt Nederland de Amerikaanse visie op Afghanistan of worden nadrukkelijk andere accenten gelegd?
Antwoord:
Het kabinet deelt de visie van de VS dat een vertrek van de VS en de internationale gemeenschap uit Afghanistan onaanvaardbare gevolgen zou hebben voor Afghanistan, de regio en de NAVO. Datzelfde geldt ook voor de rest van de NAVO-bondgenoten, de partners die actief zijn binnen NAVO-missie Resolute Support en de Afghaanse regering. Elke bondgenoot en partner legt daarbij andere accenten op basis van nationale politieke verhoudingen, beschikbare instrumenten en eerdere ervaringen. Zo legt Nederland traditioneel grote nadruk op het belang van een geïntegreerde inzet en op thema’s zoals mensenrechten, gendergelijkheid en versterking van de rechtstaat.
De inzet van de VS in Afghanistan is, net als die van de andere NAVO-bondgenoten, gebaseerd op de erkenning dat een door Afghanistan geleid politiek proces cruciaal is voor duurzame vrede en stabiliteit. Ook is de VS erop gebrand dat de regio een constructieve rol in dit vredes- en verzoeningsproces speelt. De VS hebben daarom de diplomatieke druk op Pakistan opgevoerd (zie ook het antwoord op vragen 74 en 85). Onze doelstelling voor een vredig en stabiel Afghanistan overlappen daarmee.
14. Hebben zich bij de Afghan Special Security Forces (ASSF) incidenten voorgedaan waarbij leden van de ASSF zich tegen eigen manschappen of tegen buitenlandse partners keerden? Zo ja, wanneer en hoe vaak en met welke gevolgen?
194. Hoeveel aanvallen van binnenuit, zogenaamde green-on-green dan wel green-on-blue aanvallen, zijn er sinds de start van missie Resolute Support geweest op troepen van de NAVO dan wel op de ANDSF? Welke ontwikkelingen zijn op dit onderwerp zichtbaar?
Antwoord op vragen 14 en 194:
Green-on-green zijn aanvallen van Afghaanse veiligheidstroepen (green) op andere Afghaanse veiligheidstroepen. Dit geweld kan voortkomen uit sympathie van de dader(s) voor de Taliban of andere groepen of vanuit frustratie, rivaliteit, of per vergissing. Green-on-green aanvallen komen helaas geregeld voor, veel vaker dan green-on-blue (aanvallen van Afghaanse leger op de Afghaanse politie). In 2017 vonden er 62 van dit soort insider aanvallen plaats. Verder deden zich zes green-on-blue incidenten voor, waarbij ANDSF-personeel zich tegen coalitietroepen keerde.
15. Wanneer is de Nederlandse inzet, zoals beschreven in de artikel 100-brief, een succes?
186. Wanneer is de Nederlandse militaire bijdrage een succes?
Antwoord op vragen 15 en 186:
Het geïntegreerde Afghanistanbeleid is gericht op het bijdragen aan de verdere opbouw van een veilig en stabiel Afghanistan. Voor Nederland staan daarbij de bestrijding van terrorisme en het wegnemen van de grondoorzaken van irreguliere migratie voorop.
De Nederlandse bijdrage aan NAVO-missie Resolute Support vindt plaats in het kader van de bevordering van de internationale rechtsorde en is gericht op de verzelfstandiging en verbetering van de Afghaanse veiligheidstroepen en instellingen. Het doel van Resolute Support is het creëren van een professioneel en zelfredzaam Afghaans veiligheidsapparaat, dat ook op de lange termijn in staat is de veiligheid te handhaven en blijvend weerstand te bieden aan de opstandelingen.
De inzet van het Duits/Nederlandse special operations advisory team (SOAT – bestaande uit commando’s en mariniers) is succesvol als ATF-888 is gevuld en toegerust, en geheel zelfstandig in staat is de opgedragen taken uit te voeren.
16. Wat is er bekend over aanwezigheid van Al Qaida in Afghanistan en hoe verhoudt Al Qaida zich tot de Taliban? Is er sprake van Al Qaida aanwezigheid in de provincie Balkh?
Antwoord:
Verschillende terroristische groeperingen maken gebruik van de geringe controle die zowel de Afghaanse als de Pakistaanse overheid heeft over het grensgebied tussen beide landen, waaronder Al Qaida. De invloed van Al Qaida is sinds 2001 sterk teruggebracht door het optreden van de Afghaanse regering en de internationale coalitie. Al Qaida weet zich echter wel te handhaven, maar de beweging heeft anno 2018 geen prominente positie meer in de Afghaanse krachtsverhoudingen. Er zijn geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van Al Qaida in de provincie Balkh.
17. Hebben de Nederlandse trainers invloed op de doelen/missies die het ATF888 gaat doen?
Antwoord:
De inzet, en daarmee de doelen, van ATF-888 wordt door de Afghaanse autoriteiten bepaald. Als onderdeel van het «adviseren» gaan de Nederlanders wel met de Afghanen in gesprek om te zorgen dat ATF-888 wordt ingezet voor het soort taken waarvoor ze zijn opgericht.
18. Is het uitgesloten dat Nederlandse trainers buiten de poort opereren?
Antwoord:
Nee. Het SOAT (commando’s en mariniers) zal tijdens inzet van ATF-888 buiten de poort komen om ATF-888 te begeleiden. De overige adviseurs voeren hun activiteiten uit op veilige locaties.
19. Is de inzet ten behoeve van ASSF te vergelijken met de inzet van een speciaal politie interventieteam?
Antwoord:
ASSF bestaat uit speciale politie-eenheden die ook paramilitaire bevoegdheden hebben. De Nederlandse bijdrage is ten behoeve van een speciale politie-eenheid, de ATF 888, die ingezet kan worden voor high risk arrest, hostage rescue en crisis response in een mogelijk onveilige omgeving.
20. Hoe is de betaling van de ASSF geregeld?
Antwoord:
ATF 888 is een, op militaire leest geschoeide, speciale politie-eenheid die onder het Afghaanse Ministerie van Binnenlandse Zaken valt. Salarisbetaling geschiedt dan ook via dit ministerie, waarbij de leden van ATF een aanvulling ontvangen uit het Law and Order Trust Fund (LOTFA).
21. Kunt u verklaren hoe de groei van de Taliban afneemt, terwijl tegelijkertijd de invloed uitbreidt?
22. Hoe ziet de regionale spreiding van de toegenomen dan wel afgenomen invloed van de Taliban eruit? Kan er een overzicht gegeven worden per regio van de toe- en/of afname van de invloed dan wel aanwezigheid van de Taliban?
Antwoord op vragen 21 en 22:
De ANDSF zijn sinds 2015 zelf verantwoordelijk voor de veiligheid in Afghanistan. Zij slagen er echter nog niet in zelfstandig de Taliban verder terug te dringen. Ook de beslissing van de Afghaanse regering om zich te concentreren op de bevolkingscentra speelt hierbij een rol. Mede als gevolg daarvan hebben de Taliban in gebieden op het platteland meer bewegingsvrijheid gekregen, waardoor ze hun operaties beter kunnen coördineren en effectiever kunnen optreden. Ook heeft de Taliban in deze rurale gebieden haar invloed kunnen verdiepen. De recentste cijfers in de kwartaalrapportage van de Amerikaanse Special Inspector General for Afghanistan (SIGAR) laten grofweg een stabilisering zien waarbij de Afghaanse overheid niet langer terrein verliest ten opzichte van de Taliban. Dit is voor het eerst sinds de start van Resolute Support.
34. Hoeveel als terroristisch bestempelde organisaties opereren momenteel in Afghanistan? Hoe verhoudt dit aantal zich tot het aantal terroristische organisaties in Afghanistan in september 2001, toen de Verenigde Staten werden aangevallen? Klopt het dat dit aantal is toegenomen?
35. Over hoeveel strijders beschikken de Taliban en andere oppositiegroepen momenteel in Afghanistan, waaronder Al Qaida en IS? Welke ontwikkeling zit daarin over de jaren?
36. Hoe wordt verklaard dat het aantal Talibanstrijders is toegenomen? (Bron: https://www.nbcnews.com/news/world/numbers-afghanistan-are-not-good-n842651)
37. Klopt het dat het aantal strijders van terroristische organisaties in Afghanistan is toegenomen sinds 2001? Zo ja, met hoeveel?
46. Welke terroristische groeperingen zijn actief in Afghanistan en in welke regio?
Antwoord op vragen 34 t/m 37 en 46:
Naar schatting zijn op dit moment in heel Afghanistan enkele tienduizenden opstandelingen actief. Het is lastig vast te stellen over hoeveel strijders de Taliban en andere opstandelingengroepen in Afghanistan precies beschikken. Dit komt doordat strijders vaak niet als zodanig herkenbaar zijn en omdat Afghaanse burgers soms gedwongen worden (tijdelijk) de rangen van opstandelingengroepen te versterken. Bovendien is binnen de Taliban en andere opstandelingengroepen sprake van interne verdeeldheid en rivaliteit en bestaan er verschillen tussen strijders die zich om ideologische redenen bij de Taliban aansluiten en strijders met bijvoorbeeld een crimineel motief.
De belangrijkste terroristische groeperingen in Afghanistan zijn de Taliban en Islamic State Khorasan Province (ISKP). De Taliban zijn actief in alle regio’s van Afghanistan. Het kerngebied van ISKP wordt gevormd door de zuidelijke delen van de provincie Nangarhar, grenzend aan Pakistan. Verder zijn aan ISKP gelieerde strijders actief in de noordelijke provincie Jowzjan. Naast de Taliban en ISKP zijn in de grensregio’s van Afghanistan met Pakistan de volgende groeperingen actief: Tehrik-e Taliban Pakistan, Lashkar-e Taiba, Jaish-e-Mohammad en Lashkar-e-Jhangvi en Al Qaida. Verder zijn er restanten van de Islamic Movement of Uzbekistan actief in Afghanistan. Een deel van de strijders van deze beweging is overgelopen naar ISKP.
23. Wat is nu de verhouding tussen het (oorspronkelijke) doel van de missie Resolute Support, namelijk een veilig en stabiel Afghanistan, en de bestrijding van terrorisme en het wegnemen van de grondoorzaken van irreguliere migratie? Wat is nu het hoofddoel van de verlenging van de Nederlandse bijdrage?
53. Kunt u aangeven in hoeverre de prioriteiten van de Afghaanse bevolking zoals benoemd in de brief (een stabiel Afghanistan met veilige steden en een veilig platteland) zich verhouden tot, en mogelijk op gespannen voet staan, met de prioriteiten van Nederland (de bestrijding van terrorisme en het wegnemen van de grondoorzaken van irreguliere migratie)?
60. Is de essentie van de verlenging van de bijdrage aan de missie een veilig en stabiel Afghanistan of het bestrijden van terrorisme en het voorkomen van irreguliere migratie naar Europa?
69. Kunt u aangeven hoe de voorgestelde intensivering van de Nederlandse bijdrage aan Resolute Support bijdraagt aan de op pagina 1 genoemde prioriteiten van de Afghaanse bevolking alsmede van Nederland?
89. Is «nation building» onderdeel van de NAVO-missie?
166. Hoe verschilt de strategie van de NAVO en de Verenigde Staten in Afghanistan in 2010/2011 van de huidige strategie?
Antwoord op vragen 23, 53, 60, 69, 89 en 166:
Het doel van NAVO-missie Resolute Support is sinds het begin van de missie in 2015 het creëren van een professioneel en zelfredzaam Afghaans veiligheidsapparaat dat ook op de lange termijn in staat is de veiligheid te handhaven en blijvend weerstand te bieden aan de opstandelingen. De Nederlandse militaire bijdrage is hier ook op gericht. «nation building» is geen expliciete doelstelling van de NAVO-missie, hoewel opbouw van staatsinstellingen zoals een veiligheidsapparaat hier wel aan bijdragen.
Anders dan in de ISAF-periode (2001–2014) voert de NAVO sinds Resolute Support geen offensieve taken meer uit. Resolute Support is ondersteunend aan de Afghaanse regering die zelfstandig verantwoordelijk is voor de veiligheid in Afghanistan. Anders dan in 2010/2011 is de aanwezigheid van de NAVO en van de VS niet langer tijdsgebonden, maar op voorwaarden gebaseerd (zie ook het antwoord op vraag 13 en op vraag 28). Daarmee maakt de internationale gemeenschap kenbaar dat zij gecommitteerd blijft aan de stabiliteit en veiligheid van Afghanistan en dat gewapende groeperingen, zoals de Taliban, niet de aanwezigheid van de internationale gemeenschap kunnen «uitzitten». Tegelijkertijd is er een grotere nadruk gekomen op het tot stand brengen van een vredes- en verzoeningsproces: een politieke oplossing is namelijk onontbeerlijk voor duurzame vrede en stabiliteit in Afghanistan.
De militaire bijdrage aan Resolute Support is onderdeel van het geïntegreerde Afghanistanbeleid dat gericht is op het bijdragen aan de verdere opbouw van een veilig en stabiel Afghanistan. Voor Nederland staan binnen de overkoepelende doelstelling van een veilig en stabiel Afghanistan, de bestrijding van terrorisme en het wegnemen van de grondoorzaken van irreguliere migratie voorop.
24. Bedoelt u met de opstandelingen die de Afghaanse regering naar de onderhandelingstafel probeert te bewegen exclusief de Taliban of zijn er meerdere opstandelingen?
55. Kunt u onderbouwen dat het vergroten van de slagkracht van de Afghaanse strijdkrachten bijdraagt aan het doel om de opstandelingen naar de onderhandelingstafel te bewegen en aan het mogelijke succes van het «Kabul proces»?
77. Is het de bedoeling om de Taliban naar de onderhandelingstafel te bombarderen?
Antwoord opvragen 24, 55 en 77:
De Taliban is een verzamelnaam voor een grote schakering aan gewapende groeperingen, binnen Afghanistan en daarbuiten. Het recente staakt-het-vuren heeft echter wel laten zien dat de afkondiging ervan door het Taliban leiderschap door heel Afghanistan gerespecteerd werd en lokale commandanten het centrale leiderschap hebben gehoorzaamd.
De inschatting is dat onderhandelingen alleen dan succesvol zullen zijn als de Taliban op het slagveld in een dusdanige positie terechtkomen dat zij inschatten dat zij met militaire middelen hun invloed niet verder kunnen vergroten. De militaire inzet van de Afghaanse regering is er dan ook op gericht de Taliban in een dusdanig positie te manoeuvreren dat zij aan de onderhandelingstafel aanschuiven. De VS en ook de NAVO hebben aangegeven dat zij de Afghaanse regering in de strijd tegen de Taliban zullen blijven ondersteunen en dat het conflict niet enkel met militaire middelen kan worden beëindigd. Duurzame vrede kan alleen tot stand komen via een door Afghanen geleid vredesproces.
25. Heeft Nederland bij de verlenging van de bijdrage aan de missie eveneens een meerjarenstrategie – naast of aanvullend op die van de Afghaanse regering – voor de Afghan National Defence and Security Forces (ANDSF) opgesteld? Zo ja, hoe ziet deze strategie eruit?
26. Waarom wordt de missie met drie jaar verlengd in plaats van met een jaar? Is daartoe verzocht door de Verenigde Staten en/of de NAVO?
Antwoord op vragen 25 en 26:
De NAVO heeft de Afghaanse meerjarenstrategie omarmd. Als onderdeel van deze multinationale NAVO-missie heeft Nederland geen aparte strategie voor de ANDSF. Het besluit om meerjarig te verlengen is tweeledig. De opbouw van een eenheid zoals ATF 888 is een meerjarig proces, waarbij meerjarige begeleiding noodzakelijk is om op een effectieve wijze resultaten te behalen. Daarnaast hebben de NAVO-lidstaten onderkend dat de ondersteuning van de ANDSF een meerjarig commitment vereist. De NAVO en de VS vragen de deelnemende landen aan Resolute Support daarom om meerjarige bijdragen, zowel in militaire als in financiële zin.
27. Klopt het dat het geweld in Afghanistan de afgelopen vijf jaar is toegenomen? Zo ja, met hoeveel?
29. Is het juist dat de Verenigde Naties (VN) berekenden dat er in de zomer van vorig jaar gemiddeld tachtig oorlogsconfrontaties per dag waren? (Bron: https://www.trouw.nl/home/in-afghanistan-is-het-begin-van-het-einde-nog-niet-in-zicht~a76e23a7/)
65. Hoe wordt verklaard dat het de afgelopen jaren in Afghanistan onveiliger is geworden?
122. Wie heeft de controle over de resterende dertig procent van het Afghaanse land als noch de overheid noch de opstandelingen de controle hebben en dit ook niet in handen is van de Taliban?
123. Wat is de landelijke trend in Afghanistan met betrekking tot de veiligheidssituatie?
124. Is de Noord-Afghaanse veiligheid slechter dan in het hele land? Zo ja, wat is daarvan de oorzaak?
129. Kunt u een meerjarige trend laten zien van hoeveel procent van de districten in Afghanistan de Afghaanse overheid onder controle heeft of sterk beïnvloedt? Is sprake van een toe- of afname?
Antwoord op vragen 27, 29, 65, 122 t/m 124, en 129:
Het deel van Afghanistan dat momenteel noch door de overheid noch door de opstandelingen wordt gecontroleerd, is betwist gebied. Beide zijden proberen dit gebied onder controle te krijgen. Ook is het mogelijk dat lokale milities in deze gebieden (tijdelijk) de scepter zwaaien.
De veiligheidssituatie in Afghanistan verslechterde geleidelijk de afgelopen jaren. Volgens de Amerikaanse Special Inspector General for Afghanistan Reconstruction (SIGAR) controleerde de Afghaanse overheid in januari 2016 71 procent van de Afghaanse districten. Aan het eind van 2016 was dit afgenomen tot 57 procent. In 2017 bleef dit percentage min of meer stabiel. In januari 2018 controleerde de overheid volgens SIGAR 56 procent van de districten. Het aantal mensen dat in door de overheid gecontroleerd gebied woont daalde in dezelfde periode van 69 procent tot 65 procent. Het aantal dagelijkse veiligheidsincidenten in de periode 2014-begin 2018 bleef min of meer gelijk. Tot slot steeg het aantal burgerslachtoffers (doden en gewonden) sinds 2009 van 6.000 per jaar naar bijna 11.500 in 2016. In 2017 was er een afname naar iets meer dan 10.000 burgerslachtoffers. In Zuid- en Oost-Afghanistan is de veiligheidssituatie over het algemeen slechter dan in het noorden.
28. Wanneer is de verwachting dat Afghanistan stabiel zal zijn en dat er geen NAVO-troepen meer in het land nodig zullen zijn?
Antwoord:
De aanwezigheid van NAVO-troepen in Afghanistan vindt plaats in het kader van de in 2015 ontplooide NAVO-missie Resolute Support. Resolute Support volgt een «op voorwaarden gebaseerde benadering» (conditions-based approach) voor wat betreft de inrichting en afbouw van de missie. De voorwaarden hiervoor hebben vooral betrekking op de ontwikkeling van de Afghan National Defence and Security Forces (ANDSF) en de algehele situatie rondom veiligheid en stabiliteit ter plaatse.
Duurzame vrede en stabiliteit kunnen alleen tot stand worden gebracht op basis van een politieke overeenkomst.
30. Klopt het dat steeds minder meisjes in Afghanistan naar school gaan, zoals Human Rights Watch vorig jaar berichtte? (Bron: https://nos.nl/artikel/2198387-human-rights-watch-twee-derde-afghaanse-meisjes-gaat-niet-naar-school.html)
31. Waarom gaan er de laatste jaren steeds minder kinderen naar school in Afghanistan, inmiddels nog maar ongeveer de helft? (Bron: http://news.trust.org/item/20180603064102–7vhxv/)
134. Wat is het percentage schoolgaande kinderen in Afghanistan landelijk gezien? Wat is het percentage meisjes dat naar school gaat? Hoe ziet de landelijke verdeling eruit?
Antwoord op vragen 30, 31 en 134:
Uit recente rapporten van Human Rights Watch (d.d. 17 oktober 2017) en UNICEF (d.d. 3 juni 2018) blijkt dat er een lichte daling is van het aantal kinderen dat toegang heeft tot primair onderwijs. Bijna vier miljoen kinderen (50%) in Afghanistan tussen de zeven en zeventien jaar gaan op dit moment niet naar school, waarvan 60 procent meisjes.
Belangrijkste oorzaken hiervan zijn armoede, waardoor kinderen worden gedwongen te werken, en de conflicten in rurale gebieden, waardoor scholen worden gesloten of ouders hun kinderen thuishouden uit veiligheidsoverwegingen.
Beide rapporten bevestigen tevens dat er desondanks een significante vordering is gemaakt op het gebied van onderwijs voor meisjes in Afghanistan sinds 2001.
De Afghaanse regering heeft 2018 uitgeroepen tot het jaar van het onderwijs, wat een positieve kanteling kan zijn in de toewijding om meer kinderen naar school te krijgen. Een politieke oplossing voor het conflict zal echter een grotere, positieve impact kunnen hebben op het aantal schoolgaande kinderen. Samen met de blijvende betrokkenheid van de internationale gemeenschap en het maatschappelijk middenveld is de inzet dat dit zal leiden tot een toename van het aantal kinderen dat naar school gaat.
32. Is het juist dat Afghanistan nog altijd zeer slecht scoort op de Human Development Index van de VN? Welke verklaringen zijn hiervoor?
143. Wat zijn de prioriteiten van de Afghaanse regering voor de ontwikkeling van Afghanistan?
Antwoord op vragen 32 en 143:
Afghanistan staat op de Human Development Index (HDI) op plaats 169 van de 188 landen. Tussen 2010 en 2015 is het land twee plaatsen omlaag geschoven op de ranglijst.
Er is veel vooruitgang geboekt sinds de val van het Taliban regime, maar het staat buiten kijf dat Afghanistan nog grote uitdagingen kent op het gebied van sociaaleconomische ontwikkeling, corruptiebestrijding en legitiem bestuur.
Het beleid van de Afghaanse regering is gericht op het creëren van duurzame ontwikkeling ten behoeve van de welvaart van de Afghaanse burgers.
De prioriteiten van de Afghaanse regering worden uiteengezet in het Afghan National Peace and Development Framework (ANPFD). Om duurzame ontwikkeling te bereiken is een aantal prioriteiten opgesteld:
1) Effectief staatsbestuur: Hier liggen de concrete doelen bij het hervormen van de publieke sector, bestrijden van corruptie, versterken van lokale overheidsinstanties, en het tegengaan van de drugsindustrie.
2) Sociaal kapitaal en nation building: De focus bij deze prioriteit ligt bij het hervormen van het juridisch systeem en het (her)creëren van een Afghaanse identiteit.
3) Economische groei en werkgelegenheid: Deze prioriteit omvat een omvangrijk landbouw ontwikkelingsbeleid, ontwikkeling van het bedrijfsleven, natuurlijke grondstoffenbeleid, verdere ontwikkeling van (energie)infrastructuur, regionale integratie met verschillende omringende landen, verhogen van de arbeidsproductiviteit en investering in mensen, en stedelijke ontwikkelingsprogramma’s.
4) Armoede vermindering en sociale integratie: vergroten van integratie tussen landelijke gebieden met het (centrale) bestuursniveau, vrouwenemancipatie, en sociale bescherming.
33 Vindt u het gegeven dat door Nederland grote offers zijn gebracht een argument om langer in Afghanistan te blijven?
Antwoord:
Nederland heeft grote offers gebracht sinds de internationale gemeenschap in 2001 besloot een einde te maken aan de vrijhaven die het Talibanregime in Afghanistan bood aan terroristen. Hoewel de alledaagse leefomstandigheden van miljoenen Afghanen zijn verbeterd, is Afghanistan nog niet vrij van conflict en terrorisme. De betrokkenheid van de internationale gemeenschap, inclusief Nederland, blijft daarom vooralsnog nodig. De Nederlandse aanwezigheid in Afghanistan dient de belangen van Afghanistan en van Nederland.
Het kabinet hecht eraan hierbij te noemen dat de Afghaanse regering in elk gesprek met de Nederlandse regering haar grote dankbaarheid uit voor de inzet van Nederland in Afghanistan. De Afghaanse regering erkent daarbij de grote offers die door Nederland zijn gebracht.
38. Welke definitie van «safe haven» hanteert u?
39. Was Afghanistan in 2001 een «safe haven» voor terroristen?
40. Is Afghanistan momenteel een «safe haven» voor terroristen?
204. Zijn er aanwijzingen dat vanuit Afghanistan aanslagen in Europa worden voorbereid? Zo ja, kan dit toegelicht worden?
Antwoord op vragen 38 t/m 40 en 204:
In 2001 bood het Talibanregime onderdak aan terroristen die vanuit Afghanistan aanslagen op Westerse doelwitten beraamden. Het ingrijpen van de internationale gemeenschap heeft een einde aan gemaakt aan dit regime. Op dit moment zijn er geen gegevens bekend van aanslagen die vanuit Afghanistan zijn beraamd.
Dit betekent echter niet dat deze mogelijkheid niet opnieuw ontstaat als de internationale gemeenschap zich te snel terugtrekt. De leiding van Al Qaida opereert al jaren vanuit Afghanistan en Pakistan. Al Qaida heeft de intentie om aanslagen in en tegen het Westen te plegen.
41. Wat zijn de grondoorzaken van irreguliere migratie vanuit Afghanistan?
42. Hoeveel Afghanen zijn sinds 2018 op de vlucht geslagen, zowel binnen Afghanistan als naar een ander land?
43. Hoeveel Afghanen zijn in 2017 op de vlucht geslagen, zowel binnen Afghanistan als naar een ander land?
67. Wat is de omvang van de irreguliere migratie van Afghanistan naar Europa – en Nederland in het bijzonder – geweest vanaf 2001 tot op heden?
150. Wat is het absolute aantal Afghaanse asielaanvragen in de EU27 in 2017?
151. Wat is het absolute en percentuele aantal Afghaanse asielaanvragen in Nederland in 2017?
Antwoord op vragen 41 t/m 43, 67, 150 en 151:
Verschillende studies naar de onderliggende oorzaken van irreguliere migratie vanuit Afghanistan tonen aan dat gebrek aan economisch perspectief, slecht bestuur en onveiligheid de belangrijkste redenen voor vertrek zijn.
Ook spelen bijvoorbeeld culturele factoren (migratietraditie) een rol bij het besluit om te migreren. Naast deze push-factoren zijn er pull-factoren en opportunity-factoren, zoals veel hogere lonen en welvaart in Europa, verspreiding van succesverhalen door mensensmokkelaars en de Afghaanse diaspora in Europa en afname van de kosten die zij in rekening brengen om naar Europa te migreren. Een complex samenspel tussen deze factoren bepaalt irreguliere migratie vanuit Afghanistan.
Over het aantal Afghanen dat gevlucht is, lopen schattingen uiteen. Niet alle vluchtelingen zijn namelijk geregistreerd. Volgens UNHCR zijn er momenteel wereldwijd ongeveer 2,5 miljoen Afghaanse vluchtelingen. Daarnaast zijn bijna 1,3 miljoen mensen binnenlands ontheemd in Afghanistan.
Vele Afghaanse vluchtelingen bevinden zich in Iran en Pakistan, terwijl slechts een klein deel naar Europa afreist. Desalniettemin vormen Afghanen een belangrijke groep die door Frontex wordt gedetecteerd in het kader van illegale grensoverschrijdingen naar de EU. Het aantal asielaanvragen door Afghanen in Europa en Nederland is per jaar terug te vinden in de Eurostat-database. Uit de Asylum Trends van december 2017 blijkt dat er in Nederland 322 eerste Afghaanse asielaanvragen zijn gedaan over heel 2017.1 In totaal zijn er 14.716 eerste asielaanvragen gedaan in 2017. Het aantal eerste Afghaanse asielaanvragen bedraagt dus 2% van het geheel. In de EU, samen met Noorwegen en Zwitserland, zijn in 2017 45.090 eerste asielaanvragen van Afghanen afkomstig.
44. Wanneer komt de beleidsreactie op het thematisch ambtsbericht over het terugsturen van vluchtelingen naar Afghanistan naar de Kamer?
156. Beschrijft het huidige ambtsbericht Afghanistan een verslechtering van de situatie ten opzichte van het vorige ambtsbericht Afghanistan? Zo ja, op welke punten?
157. Kunt u toelichten hoe de inzet om irreguliere migratie tegen te gaan zich verhoudt tot het meest recente Thematisch ambtsbericht over de veiligheidssituatie in Afghanistan? Hoe wordt het faciliteren van terugkeer door de laatste aanpassing van het ambtsbericht beïnvloed?
Antwoord op vragen 44, 156 en 157:
Het meest recente thematisch ambtsbericht over de veiligheidssituatie in Afghanistan van mei 2018 is gepubliceerd op de website.2 In dit ambtsbericht wordt een uitgebreide beschrijving gegeven van de veiligheidssituatie in Afghanistan. Om niet een groot deel van het ambtsbericht over te hoeven nemen voor de beantwoording van deze vraag verwijst het kabinet kortheidshalve naar dit ambtsbericht.
De beleidsreactie op het thematisch ambtsbericht wordt opgesteld door het Ministerie van Justitie en Veiligheid en zal op korte termijn aan uw Kamer worden toegestuurd. Wat de (beleids)consequenties van het recente ambtsbericht zijn zal het Ministerie van Justitie en Veiligheid te zijner tijd aan uw Kamer laten weten.
45. Is het juist dat het hulpverzoek van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR voor Afghanistan voor 2018 nog maar voor een klein deel gefinancierd is? Welk percentage is op dit moment reeds gefinancierd?
Antwoord:
Op dit moment is het totale budget van de VN voor Afghanistan voor 28,9 procent gefinancierd. Dit lage percentage heeft ook te maken met de recente verhoging van het budget met 27 procent, in verband met de droogte in Afghanistan. UNHCR heeft voor Afghanistan een budget van USD 125,8 miljoen, waarvan 16,2 miljoen (13 procent) gefinancierd is.
47. Welke terroristische groeperingen zijn actief in de noordelijke regio, in het bijzonder in de provincie Balkh?
48. Hoeveel personen maken onderdeel uit van de terroristische groeperingen in de provincie Balkh?
49. Hoeveel strijders en sympathisanten van de Taliban zijn aanwezig in de provincie Balkh?
50. Hoeveel procent van het grondgebied in de provincie Balkh is onder controle van terroristische groeperingen?
Antwoord op vragen 47 t/m 50:
Naast de Taliban is er geen sprake van (permanente) aanwezigheid van overige terroristische groeperingen in de provincie Balkh. Naar schatting zijn op dit moment in de provincie Balkh enkele honderden opstandelingen actief. Het is, zoals hierboven al gesteld, lastig vast te stellen over hoeveel strijders de Taliban in Balkh precies beschikken.
De provincie Balkh staat grotendeels onder controle van de Afghaanse overheid. Een uitzondering hierop vormen de districten Chimtal en Chahar Bolak in het westen van de provincie, waar de Taliban zeer actief zijn. Dat hangt samen met de nabijheid van het Alborzgebergte, dat de Taliban gebruiken als uitvalsbasis. Een andere reden voor de hoge Talibanactiviteit is de grote concentratie van Pashtun in Chimtal en Chahar Bolak. Zij vormen de natuurlijke achterban van de Taliban in de provincie.
51. Kunt u een lijst van recente optredens van de ASSF geven en de uitkomsten daarvan?
56. Hoe vaak en wanneer heeft de ASSF ingegrepen bij terroristische aanslagen?
57. Welke successen heeft de ASSF geboekt bij het ingrijpen bij terroristische aanslagen?
58. Bij welke grondgevechten heeft de ASSF ingegrepen?
62. Doen de ASSF ook zogenaamde «targeted killings», bijvoorbeeld «night raids» die in het verleden veel door de Verenigde Staten zijn uitgevoerd?
63. Wat zijn de precieze taken van de ASSF?
Antwoord op vragen 51, 56 t/m 58, 62 en 63:
De ASSF wordt ingezet voor counter-terrorist operaties waaronder tegen hoofdverdachten, operaties met hoog risico, tegenaanvallen, crisis response operaties, verstoren van drugs en opstandelingennetwerken, en als afschrikking tegen terreuraanslagen. Zo beëindigden ASSF op 20 januari een complexe aanval van de Taliban op het Inter-Continental hotel in de hoofdstad Kabul. De ASSF die behoren tot de Afghan National Army (ANA) worden ingezet om gebieden die door de Taliban worden gecontroleerd te heroveren. Dit gebeurt veelvuldig, zowel in Noord-Afghanistan als in de rest van het land.
Een exacte lijst van recente optredens van de ASSF en de uitkomsten daarvan is niet beschikbaar, mede omdat het vaak over geheime operaties gaat. De ASSF worden veelvuldig ingezet in het hele land. Over het algemeen kan worden gezegd dat de ASSF professioneel zijn en hun operaties succesvol verlopen.
52. Wat betekent een verdubbeling van de ASSF getalsmatig?
61. Over hoeveel militairen en agenten beschikken de ANDSF? Neemt dat aantal de afgelopen jaren toe of af?
111. Uit hoeveel militairen bestaan de ANDSF?
112. Hoe groot is het personeelstekort van de ANDSF?
113. Uit hoeveel militairen bestaan de ANDSF in de provincie Balkh?
114. Hoe groot is het personeelstekort van de ANDSF in de provincie Balkh?
115. Uit hoeveel militairen bestaan de ASSF in Afghanistan?
116. Uit hoeveel militairen bestaan de ASSF in de provincie Balkh?
117. Hoe groot is het personeelstekort van de ASSF in de provincie Balkh?
131. Wat is de troepenomvang van de ANDSF en kunt u op hoofdlijnen een overzicht geven van het militaire materieel waar de ANDSF over beschikt?
195. Is de ATF888 een zelfstandige eenheid of maakt zij deel uit van de ASSF?
Antwoord op vragen 52, 61, 111 t/m 117, 131, 195:
De Amerikaanse Special Inspector General for Afghanistan (SIGAR) rapporteert dat de Afghan National Defence and Security Forces (ANDSF) op 31 januari 2018 ruim 310.000 personen telden, waarvan 184.572 leden van het Afghan National Army (ANA). Met een geautoriseerd troepenniveau van 352.000 voor de ANDSF betekent dit dat er een personeelstekort is van bijna 40.000 personen.
De precieze omvang van de ANDSF in de provincie Balkh is geclassificeerde informatie die het kabinet niet kan delen. In algemene zin kan wel worden gedeeld dat de hoofdkwartieren van het 209de Legerkorps van het ANA en van politiezone 707 van de ANP zich bevinden in de provincie Balkh.
De Afghan Special Security Forces (ASSF) bestaan thans uit ruim 6.600 personen in heel Afghanistan, dit aantal zal volgens de ANDSF-Roadmap groeien naar 9.300 in 2020. De speciale politie-eenheid die Duitsland en Nederland in Balkh gaan trainen, Afghan Task Force 888, zal bestaan uit ongeveer 465 personen en maakt onderdeel uit van de ASSF. De eerste tranche hiervan is nu met hun opleiding begonnen. Daarnaast wordt in Balkh óók nog een Provincial Special Forces Unit, bestaande uit 153 personen, opgezet. Aangezien deze units in oprichting zijn – en het personeel wordt geworven- kan er in deze fase geen informatie worden verschaft over personeelstekorten.
Het militaire materieel waar de ANDSF over beschikt staat weergegeven in onderstaande tabel:
Afghan National Army |
aantal |
---|---|
militaire wielvoertuigen, m.u.v. ambulances |
9.589 |
licht terreinvoertuig |
15.753 |
middelzwaar terreinvoertuig |
5.914 |
gepantserd wielvoertuig |
634 |
T62 (tank) |
97 |
T55 (tank) |
7 |
Afghan National Police |
|
militair wielvoertuig |
3.050 |
licht terreinvoertuig |
16.897 |
Afghan Air Force |
|
UH-60 (helikopter) |
16 |
MD-530 (helikopter) |
25 |
Mi-17 (zware transporthelikopters) |
58 |
A-29 (licht jachtvliegtuig) |
19 |
C-208 (licht transportvliegtuig) |
23 |
C-130 (middelzwaar transportvliegtuig) |
4 |
54. Kunt u uitleggen hoe de in de brief genoemde steun van de bevolking voor de ASSF en de Afghaanse luchtmacht precies gemeten is?
Antwoord:
Uit een door de Asia Foundation uitgevoerd landelijk onderzoek blijkt dat in 2017 voor het eerst sinds het einde van de ISAF-missie het vertrouwen in het Afghaanse leger toeneemt. De meerderheid van inwoners in Afghanistan vindt de strijdkrachten eerlijk en betrouwbaar, denkt dat ze bijdragen aan de veiligheid in het land en dat ze bijdragen aan bescherming van burgers.3 Uit onderzoek blijkt daarnaast dat het hele leger steun geniet; de ASSF en de luchtmacht zijn het succesvolst.4
59. Op basis van welk concreet verzoek heeft het kabinet besloten tot de intensivering en verlenging van de missie Resolute Support?
160. Wanneer bent u benaderd door de NAVO en wanneer door de Verenigde Staten om Special Operations Forces en politie-adviseurs te leveren?
Antwoord op vragen 59 en 160:
Zoals aan uw Kamer gemeld tijdens het AO Resolute Support op 4 december 2017 heeft Nederland in het voorjaar 2017 van de NAVO en in het najaar van 2018 van de NAVO en de VS verzoeken gehad om additionele bijdragen aan Resolute Support. Het betrof voor zowel de NAVO als de VS een meer generieke verzoek om adviseurs ter begeleiding van Afghaanse special operations forces en politie-adviseurs.
Zoals gemeld aan uw Kamer heeft het kabinet deze verzoeken nader onderzocht, daarbij onder meer rekening houdend met beschikbare capaciteiten en de gevolgen voor het herstel van de basisgereedheid per 2021. Het kabinet is uitgekomen op een gezamenlijk Special Operations Advisory Team met Duitsland ter begeleiding van de Afghan Task Force 888. In mei 2018 heeft de Afghaanse regering specifiek verzocht om adviseurs ter begeleiding van deze eenheid.
64. Wanneer zal de ANDSF zelfstandig, zonder westerse hulp kunnen opereren? Zal dat naar verwachting in 2022 het geval zijn?
68. Wanneer zal het Afghaanse leger naar uw verwachting geheel zelfstandig kunnen opereren zonder buitenlandse financiële en/of militaire hulp?
Antwoord op vragen 64 en 68:
Door de NAVO is geconstateerd dat er tenminste tot en met 2024 (financiële) steun van de internationale gemeenschap nodig is. In de aanloop daar naartoe blijft de NAVO de voortgang van de missie en de ANDSF monitoren.
66. Aan welke hoogwaardige capaciteiten heeft Afghanistan behoefte voor de periode 2018–2021?
Antwoord:
Afghanistan heeft naast reguliere militairen en politiemensen behoefte aan Afghan Special Security Forces (zowel militair als politie) en luchtmachtcapaciteiten.
70. Hoe wordt de capaciteit van het Afghaanse veiligheidsapparaat op langere termijn geborgd?
Antwoord:
Op advies van de commandant van Resolute Support is besloten om het Afghaanse leger en de politie ook op lagere niveaus te trainen en te begeleiden dan in het begin van de missie. Deze trainingen worden op nationaal en regionaal niveau gegeven, waarbij ook aandacht is voor planning, personeelsbeheer, instandhouding en onderhoud. Ook het pensioenprogramma voor de oudere officieren van de ANDSF in het kader van de Inherent Law draagt hier aan bij (zie het antwoord op vraag 118 en 119). Met deze aanpak moeten de ANDSF op termijn de volledige keten van hun veiligheidsapparaat op niveau kunnen houden.
71. Op welke manier geeft u het thema gender binnen het ontwikkelingsprogramma voor Afghanistan invullen ter verbetering van de veiligheidssituatie?
76. Kunt u toelichten waarom er een gebrek aan financiering is voor het Afghaanse nationale actieplan?
86. Wie is er verantwoordelijk voor de coördinatie van de maatschappelijke organisaties?
87. Wat is de Nederlandse bijdrage aan de financiering voor het Afghaanse nationale actieplan en de coördinatie van de maatschappelijke organisaties?
136. Welke positieve en welke negatieve ontwikkelingen zijn er voor vrouwen geweest sinds Nederland actief toeziet op gender als belangrijk thema binnen het ontwikkelingsprogramma?
146. Welke projecten met betrekking tot het thema «gender» zal Nederland direct of indirect financieren in 2018?
Antwoord op vragen 71, 76, 86, 87, 136 en 146:
In alle programma’s die Nederland financiert in Afghanistan is gender meegenomen als één van de belangrijkste aandachtspunten. Er wordt bijvoorbeeld voldoende deelname door vrouwen, zowel getalsmatig als qua inbreng, als voorwaarde voor steun gesteld.
Nederland steunt via het Strategische Partnerschap, Funding Leadership Opportunities for Women (FLOW) en NGO-activiteiten om de invloed van Afghaanse vrouwen op besluitvormingsprocessen te vergroten en geweld tegen vrouwen tegen te gaan. Mede dankzij Nederlandse inzet is de positie van vrouwen in Afghanistan de afgelopen jaren verbeterd. Zo is bijvoorbeeld inmiddels 27 procent van de Afghaanse parlementariërs vrouw.
Via het Afghan National Army Trust Fund ondersteunt Nederland kinderopvangfaciliteiten om meer vrouwen aan te trekken voor het Afghaanse leger. Daarnaast financiert Nederland het project Safhe Jaded: Implementing the Afghan NAP 1325 by linking inclusive security and justice».
In het kader van VNVR-1325 stellen landen zelf nationale actieplannen op voor uitvoering van de resolutie over vrouwen, vrede en veiligheid. Landen zijn zelf verantwoordelijk voor de uitvoering, financiering van het nationale actieplan en de coördinatie van de bijdrage van maatschappelijke organisaties
Nederland geeft geen directe financiering aan Afghanistan voor het Afghaanse NAP. Het Nederlandse project wordt uitgevoerd door een consortium van Oxfam Novib, Cordaid en het Afghan Women’s Educational Center.
De Afghaanse regering blijft gecommitteerd aan het implementeren van VNVR-resolutie 1325 over vrouwen, vrede en veiligheid. Dat is hard nodig, want traditionele gebruiken die de positie van vrouwen ondermijnen blijven een bron van grote zorg en implementatie van wetgeving blijft een uitdaging. Mede dankzij Nederlandse inzet is de positie van vrouwen in Afghanistan de afgelopen jaren verbeterd. Zo is ca. 30 procent van de Afghaanse parlementariërs vrouw.
147. Welke projecten met betrekking tot LHBT+-rechten zal Nederland direct of indirect financieren in 2018?
Antwoord:
Bevordering en bescherming van mensenrechten vormen belangrijke pijlers van het Nederlandse beleid in Afghanistan. Nederland financiert in 2018 geen LHBTI-projecten in Afghanistan.
72. Op welke manier geeft u het thema rechtsorde concrete invulling binnen het ontwikkelingsprogramma voor Afghanistan ter verbetering van de veiligheidssituatie?
140. Welk bedrag gaat naar de non-gouvernementele organisaties die vallen onder het speerpunt «Veiligheid en Rechtsorde» zoals de Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit?
141. Hoeveel juristen heeft de organisatie Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit getraind en begeleid?
Antwoord op vragen 72, 140 en 141:
Met steun aan het Law and Order Trust Fund for Afghanistan (LOTFA) draagt Nederland bij aan de salarisbetaling van politieagenten en capaciteitsopbouw van het Afghaanse politieapparaat en het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Deze bijdrage is essentieel om veiligheid van burgers te verbeteren, vertrouwen in de politie op te bouwen en corruptie te bestrijden. Voor het LOTFA is een bedrag van 15 miljoen euro per jaar gereserveerd tot 2021.
Voorts is in juni 2018 de nieuwe fase van het rechtsstaatprogramma in Noord-Afghanistan van start gegaan. Onder dit programma ondersteunt Nederland het Duitse Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit (GIZ) programma voor het versterken van de justitiesector in Noord-Afghanistan. Dit programma richt zich op de provincies Badakhshan, Baghlan, Balkh, Jowzjan, Samangan and Takhar. Voor dit programma is een bedrag van 12 miljoen euro gereserveerd voor een periode van 3 jaar (2018–2021).
In de vorige fase van het GIZ rechtsstaatprogramma (dat liep van 2015–2017) zijn 498 juristen (waarvan 428 mannen en 70 vrouwen) getraind door de Afghan Independent Bar Association (AIBA) in Kunduz. Daarnaast hebben 258 mensen (182 mannen en 76 vrouwen) bij AIBA in Kunduz het examen voor de Afghaanse Bar afgelegd.
Naast deze belangrijke programma’s voor de opbouw van een duurzame rechtsorde, een capabel leger en politie, draagt Nederland ook bij aan de veiligheid op korte termijn. Dit doen we bijvoorbeeld door het steunen van HALO Trust voor de opruiming van mijnen en andere niet-ontplofte munitie in heel Afghanistan. Nederland ondersteunt de HALO Trust met 5,7 miljoen euro voor de periode 2016–2020. Hierdoor kunnen deze gebieden weer worden ingezet voor economische activiteiten, zoals bijvoorbeeld landbouw.
73. Op welke manier geeft u concrete invulling aan de verbetering van de humanitaire situatie in Afghanistan? Verschilt dit per regio? Zo ja, kunt u dit per regio aangeven?
74. Met welke humanitaire organisaties werkt u samen om de humanitaire situatie te verbeteren?
Antwoord op vragen 73 en 74:
Nederland draagt in 2018 bij aan verbetering van de humanitaire situatie in Afghanistan via de Dutch Relief Alliance (DRA) met een bedrag van totaal 5,7 miljoen euro. Het grootste deel van de hulpverlening is geconcentreerd in drie provincies: Kunduz, Uruzgan en Nangarhar en richt zich vooral op voedselvoorziening, onderdak, water en sanitaire voorzieningen. Per regio wordt gekeken naar de meeste kwetsbare groepen en het soort hulpverlening waar de grootste behoefte aan is.
Daarnaast wordt er in twee provincies die getroffen zijn door de droogte (Herat en Jawzjan) hulp verleend door het verstrekken van cash voor voedsel en projecten op gebieden van water en sanitatie. De DRA werkt in Afghanistan nauw samen met VN-instellingen en andere hulporganisaties. Daarnaast is Nederland een grote ongeoormerkte donor van onder andere UNHCR, UNICEF en WFP, die ook in Afghanistan hulp verlenen.
75. Door wie en op welke manier wordt Pakistan gewezen op hun belangrijke rol in dit vredes- en verzoeningsproces? Wijst Nederland de bondgenoten binnen de NAVO op het belang van de rol van Pakistan bij het bevorderen van het vredes- en verzoeningsproces? Zo nee, waarom niet?
84. Kunt een analyse geven van de invloed die Pakistan heeft op de stabiliteit en veiligheid in Afghanistan?
Antwoord op vragen 75 en 84:
Pakistan speelt een invloedrijke rol in Afghanistan en de onderlinge relatie blijft zorgelijk. Afghanistan beschuldigt Pakistan ervan te weinig druk op de Afghaanse Taliban uit te oefenen en de VS roept Pakistan op geen vrijhaven aan Taliban en andere opstandelingen te bieden.
Verschillende internationale partners hebben Pakistan opgeroepen een constructieve rol te spelen en het door de Afghaanse regering geleide vredesproces te ondersteunen, waaronder onder andere de VS, de EU maar ook de NAVO, de VN-Veiligheidsraad en het Kabul proces. Bilateraal kaart Nederland dat ook aan. Het is positief dat er intensief diplomatiek verkeer plaatsvindt tussen de Pakistaanse en Afghaanse regeringen en dat de betrekkingen recentelijk verbeterd lijken, want stabiliteit en veiligheid in Afghanistan is een gedeeld belang van zowel Afghanistan als Pakistan.
78. Waarom is er tot op heden geen vredesakkoord met de Taliban bereikt? Welke eisen worden door beide kanten gesteld?
79. Is er momenteel een vredesproces gaande in Afghanistan met de Taliban? Zo ja, door wie wordt hier wat besproken?
80. Klopt het dat de Taliban directe onderhandelingen met de Verenigde Staten eisen? Waarom wordt daar niet op ingegaan?
81. Zijn er de laatste jaren positieve stappen gezet in het vredesproces met de Taliban?
Antwoord op vragen 78 t/m 81:
President Ghani heeft de Taliban expliciet uitgenodigd over vrede te onderhandelen, zonder voorwaarden vooraf. Ook schetste de president hoe een vredesovereenkomst eruit zou kunnen zien: (1) een staakt-het-vuren, (2) erkenning van Taliban als politieke beweging, (3) bescherming voor terugkerende Taliban en familie, (4) het verwijderen van Taliban die meewerken aan vredesproces van VN-sanctielijsten, (5) het opstellen van een juridisch raamwerk voor vrijlating Taliban gevangenen. Daar staat tegenover dat de Taliban de Afghaanse staat, Grondwet en rechten van Afghaanse burgers inclusief vrouwen moeten erkennen en de Afghaanse strijdkrachten moeten accepteren.
De Taliban weigeren tot op dit moment om over vrede te onderhandelen. Zij hebben aangegeven direct met de VS te willen onderhandelen en stellen als belangrijkste voorwaarde voor onderhandelingen dat buitenlandse troepen Afghanistan verlaten. De VS heeft aangegeven bereid te zijn deel te nemen aan door de Afghaanse regering geleide onderhandelingen over vrede.
82. Waarom is een stabiel Afghanistan essentieel voor Nederland en Europa?
Antwoord:
De Nederlandse aanwezigheid in Afghanistan dient de belangen van Afghanistan en van Nederland. Zonder de steun van partners zoals Nederland, is het namelijk aannemelijk dat de in Afghanistan geboekte vooruitgang verloren gaat. Het Afghaanse veiligheidsapparaat is op dit moment nog niet in staat volledig zelfstandig de veiligheid van het land te garanderen. Afghanistan kan dan opnieuw een vrijhaven worden voor internationaal terrorisme en een bron van grote instabiliteit in een al turbulente regio. Daarnaast geldt dat verbetering van de veiligheidssituatie in Afghanistan kan helpen bij het voorkomen van irreguliere migratie naar Europa. Verbetering van de veiligheid in Afghanistan is ook in het belang van de regionale stabiliteit in Zuid-Azië. Ook dat is in het belang van Nederland.
Zoals vastgelegd in de Nederlandse Grondwet vindt de Nederlandse inzet plaats in het kader van de bevordering van de internationale rechtsorde door bij te dragen aan de verzelfstandiging en verbetering van de Afghaanse veiligheidstroepen en instellingen.
Tot slot spelen bondgenootschappelijke solidariteit en onze samenwerking met Duitsland een belangrijke rol bij de Nederlandse inzet in Afghanistan. Veiligheid is een gedeelde opgave van de internationale gemeenschap. Nederland neemt daarbij in nauwe samenwerking met internationale partners zijn verantwoordelijkheid.
83. Met welk bedrag ondersteunt Nederland het non-gouvernementele Center for Civilians in Conflict (CIVIC)?
Antwoord:
Nederland ondersteunt het CIVIC met 2,25 miljoen euro voor 1 jaar.
85. Hoe heeft het aantal (burger)slachtoffers ten gevolge van de NAVO- en VS-operaties zich ontwikkeld?
103. Hoeveel burgers zijn er de afgelopen jaren gedood door Amerikaanse luchtaanvallen in Afghanistan?
104. Hoeveel mensen zijn tijdens het geweld in Afghanistan sinds oktober 2001 om het leven gekomen? Acht u schattingen van 220.000 doden of nog een stuk hoger realistisch? Zo nee, waarom niet? (Bronnen: https://www.psr.org/wp-content/uploads/2018/05/body-count.pdf & https://consortiumnews.com/2018/04/03/how-many-people-has-the-u-s-killed-in-its-post-9–11-wars-part-2-afghanistan-and-pakistan/)
Antwoord op vragen 85, 103 en 104:
Het conflict in Afghanistan eist helaas vele duizenden slachtoffers per jaar. Ondanks een daling van 9 procent van het aantal burgerslachtoffers in 2017 ten opzichte van 2016 is het duidelijk dat een politieke oplossing nodig is om een einde te maken aan het geweld op deze schaal.
De United Nations Assistance Mission in Afghanistan houdt sinds 2009 slachtofferstatistieken bij, uitgesplitst per oorzaak (zie desgewenst ook: https://unama.unmissions.org/). Hieruit komt onder meer naar voren dat twee-derde van de burgerslachtoffers te wijten is aan gewapende groeperingen, zoals de Taliban. In 2017 was volgens UNAMA circa zes procent van de burgerslachtoffers te wijten aan aerial operations door de Afghaanse luchtmacht en coalitie.
Uit onderstaande grafiek komt naar voren dat sinds de NAVO geen offensieve operaties meer uitvoert, het aantal burgerslachtoffers na de overgang van de ISAF-missie naar Resolute Support is gestegen. Met de stabilisering van het strijdtoneel van medio 2017 lijkt er een daling te zijn ingezet van het aantal burgerslachtoffers.
Aangezien UNAMA pas sinds 2009 slachtofferstatistieken bijhoudt zijn er geen betrouwbare cijfers beschikbaar over de periode van voor 2009. Het is daarom ondoenlijk vast te stellen of in te schatten of het genoemde aantal van 220.000 doden klopt.
88. Is het juist dat IS in Afghanistan in de afgelopen maanden steeds meer en grotere aanslagen pleegt? Hoe wordt dit verklaard?
125. Hoe lang is al bekend dat IS een machtsbasis heeft in Oost-Afghanistan?
126. Wat is de oorsprong van IS? Over hoeveel strijders beschikken zij? Hoe verhoudt Islamic State in Khorasan Province (ISKP) zich tot de Taliban?
127. Hoeveel strijders heeft de Islamic State in Khorasan Province?
Antwoord op vragen 88 en 125 t/m 127:
ISKP komt voort uit voormalige strijders van de Tehrik-e Taliban Pakistan, die in 2015 in de oostelijke provincie Nangarhar hun eigen tak van Islamitische staat zijn gestart. ISKP leverde in 2017 en begin 2018 zware gevechten met de Afghaanse veiligheidstroepen en de Taliban, die ISKP als concurrent beschouwen. Vooralsnog weet ISKP zijn strongholds in het oosten van Afghanistan te handhaven, maar vormt het geen existentiële dreiging voor het land. Volgens schattingen van de Resolute Support Mission (RSM) beschikt ISKP in Afghanistan over ongeveer 1500 tot 2000 strijders, waarvan het overgrote deel zich bevindt in Nangarhar.
In 2017 en de eerste maanden van 2018 pleegde ISKP ongeveer een keer per maand een grote aanslag in Kaboel. Voor ISKP zijn deze aanslagen een belangrijke manier om de eigen relevantie aan te tonen ten opzichte van de veel grotere Talibanbeweging in Afghanistan.
90. In welke mate is bij de presidentsverkiezingen in Afghanistan in 2014 gefraudeerd? Waren die verkiezingen eerlijk?
Antwoord:
De conclusie van de EU verkiezingswaarnemingsmissie was dat de presidentsverkiezingen een belangrijke stap waren in een transitieproces om een representatieve regering te verkiezen in extreem moeilijke omstandigheden en met een strak tijdschema. Er waren aanzienlijke tekortkomingen in de registratie van kiezers, de wetgeving en het tellen en valideren van de stemmen, maar over het algemeen zijn de verkiezingen gezien hun complexiteit en de operationele uitdagingen een prestatie. Het stemmen op de verkiezingsdag verliep grotendeels vreedzaam. De uitslag en de daaruit voortkomende regering werd uiteindelijk door alle partijen erkend.
91. Hoeveel vrouwen dienen in de Afghaanse strijdkrachten?
Antwoord:
Er dienen momenteel 4.700 vrouwen bij ANDSF (1300 bij de Afghan National Armyen 3.400 bij de Afghan National Police).
92. Hoeveel vrouwen maken gebruik van de kinderopvang faciliteiten van de Afghaanse strijdkrachten?
Antwoord:
Er zijn hier geen data over bekend.
93. Welke projecten ondersteunt Nederland ter bevordering van de vrije toegang tot informatie en beschermingsmechanismen voor journalisten?
Antwoord:
Nederland steunt verschillende projecten in Afghanistan ter bevordering van de vrije toegang tot informatie en beschermingsmechanismen voor journalisten. Het UNESCO-project «Fostering Access to Information in Afghanistan» bevordert de implementatie van de wet op toegang tot vrije informatie, door het geven van workshops aan journalisten en het maatschappelijk middenveld. Het tweede UNESCO-project «Reinforcement of National Safety Mechanisms» richt zich op het versterken van beschermingsmechanismen voor journalisten, door met de overheid te werken aan beter onderzoek en rapportage. Daarnaast steunt Nederland via het Mensenrechtenfonds de stichting Radio Zamaneh, die zich inzet voor vrijheid van meningsuiting en vrije toegang tot informatie voor Perzisch sprekende gemeenschappen.
Nederland zet zich ook op diplomatiek niveau in voor vrijheid van pers. Zo sprak de Nederlandse ambassadeur in Kaboel in april 2018 met tweede-vicepresident Danish over geweld en bedreigingen tegen journalisten en hoe de overheid hier adequater op kan reageren.
94. Welke voordelen heeft het dat Nederland in 2018 binnen de VN Veiligheidsraad penvoerder is voor Afghanistan?
Antwoord:
Nederland neemt als penvoerder het initiatief voor alle resoluties, verklaringen en persverklaringen van de VN-Veiligheidsraad over Afghanistan. Nederland kan daarbij specifieke thema’s prioriteit geven en bij discussie over de inhoud bepaalde compromissen schriftelijk uitwerken. Dat geeft invloed en maakt Nederland dit jaar in de VN-context een belangrijke gesprekspartner voor Afghanistan en de internationale gemeenschap.
95. Om welke voor hen motiverende redenen zoeken Afghanen aansluiting bij de Taliban of terreurgroepen zoals Islamitische Staat? Is hier door de internationale gemeenschap en/of NAVO onderzoek naar gedaan?
Antwoord:
Afghanen sluiten zich vanuit verschillende redenen aan bij gewapende groeperingen zoals de Taliban of Islamic State in Khorasan Province (ISKP). De veiligheidssituatie en het gebrek aan economisch perspectief zijn hier belangrijke redenen voor: (tijdelijke) aansluiting bij een gewapende groepering kan bescherming bieden voor betrokkene en diens familie of een bron van inkomsten. Ook ideologische of religieuze redenen kunnen hier een rol bij spelen.
In de Afghaanse context heeft toetreding tot ISKP bij veel strijders en sub-groeperingen overigens een andere grondslag dan de ideologische: zij hangen ISKP vaak uit opportunistisch oogpunt aan, omdat hiermee eigen belangen – zoals macht of financieel gewin – beter kunnen worden gediend. ISKP bestaat voornamelijk uit Pakistaanse jihadisten met een salafistische achtergrond en uit ontevreden Afghaanse en Pakistaanse Talibanstrijders.
96. Kunt u verhelderen hoe NAVO en bondgenoten coördineren met UNAMA, specifiek in de ondersteuning die zij bieden aan het vredes-en verzoeningsproces en de verkiezingen?
Antwoord:
In Kaboel is nauw contact tussen UNAMA, NAVO-bondgenoten, het hoofdkwartier van NAVO-missie Resolute Support en de Afghaanse overheid, zowel op hoog politiek niveau als op werkniveau. Zo is er een vast wekelijks overleg, de zogeheten Core Group, met Speciaal-Gezant Yamamoto van de VN (hoofd van UNAMA), de plaatsvervangend commandant van Resolute Support en de ambassadeurs van de verschillende VN-lidstaten die in Kaboel vertegenwoordigd zijn. In dit overleg informeert de Speciaal-Gezant over de ontwikkelingen op het politieke spoor, inclusief het vredes- en verzoeningsproces.
Daarnaast zijn Resolute Support, de Afghaanse overheid, UNAMA en de ambassadeur van belangrijke landen binnen de internationale gemeenschap vertegenwoordigd bij de zogenaamde Electoral Support Group (ESG). De ESG komt regelmatig bijeen om de voortgang van de verkiezingen te monitoren. Nederland wordt op dit moment bij de ESG in Nordic+-verband vertegenwoordigd door Denemarken.
97. Welke zorgen zijn er over de veiligheidssituatie en de economische ontwikkeling in heel Afghanistan? In hoeverre hebben deze betrekking op de rurale gebieden?
Antwoord:
Voor de ontwikkelingen op het gebied van de veiligheidssituatie zie het antwoord op vragen 27, 29 en 65.
De groei van de Afghaanse economie is afgenomen naar circa 2,6% in 2017. De verwachting is dat de komende jaren naar schatting 400.000 mensen per jaar de arbeidsmarkt gaan betreden. De groei van circa 2,6% wordt daarmee onvoldoende geacht om de werkloosheid (momenteel ongeveer 39%) af te doen nemen. Weliswaar heeft Afghanistan zijn binnenlandse inkomsten in 2014 weten te vergroten en stegen de belastinginkomsten in de afgelopen jaren met 70% ten opzichte van 2014 toch blijft de gebrekkige belastingbasis de achilleshiel.
Voor economische ontwikkeling van Afghanistan is de ontwikkeling van de landbouw, mijnbouw en dienstensector van belang. Vooral in rurale gebieden spelen landbouw en mijnbouw een grote rol.
98. Met welke landen werkt u samen in de strijd tegen corruptie in Afghanistan?
99. Wat is de gehanteerde definitie van corruptie in het kader van corruptiebestrijding in Afghanistan?
108. Hoeveel procent van de Afghaanse ambtenaren is veroordeeld voor corruptie?
109. Hoeveel procent van de Afghaanse ambtenaren in de provincie Balkh is veroordeeld voor corruptie?
110. Hoeveel ambtenaren zijn veroordeeld door het Afghaanse Anti-Corruption Justice Center?
137. Hoe omvangrijk is de corruptie in Afghanistan?
138. Hoeveel geld voor ontwikkeling van Afghanistan gaat (grofweg) verloren door corruptie?
139. Waarom is Afghanistan, ondanks alle inspanningen om dit tegen te gaan, nog altijd een van de corruptste landen ter wereld?
Antwoord op vragen 98, 99, 108 t/m 110 en 137 t/m 139:
Corruptie is een diepgeworteld, wijdverbreid probleem in Afghanistan dat door de etnische en tribale diversiteit lastig op korte termijn bestreden kan worden. Het land zal de komende jaren naar alle waarschijnlijkheid bovenaan de corruptie-index van Transparency International blijven staan. Naast de hieronder genoemde stappen, zal het bestrijden van de corruptie in Afghanistan uiteindelijk deels ook een volgende generatie vereisen.
Om corruptie te bestrijden zet zowel de Afghaanse regering als de internationale gemeenschap echter belangrijke stappen. Zo is de definitie van corruptie in Afghanistan opgenomen in het Afghaanse strafrecht. Zijn alle strafbare feiten uit de VN Convenvention Against Corruption opgenomen in de herziene Penal Code. En veroordeelde het Anti-Corruption and Justice Centre (ACJC) onder andere gouverneurs, generaals en viceministers voor corruptie en machtsmisbruik. Sinds de oprichting heeft het ACJC 567 zaken behandeld. Er zijn o.a. vijftien generaals, dertien kolonels en drie viceministers veroordeeld.
Belangrijkste instrument van de internationale gemeenschap zijn de indicatoren van het Self-Reliance through Mutual Accountability Framework (SMAF). Deze indicatoren zijn opgesteld door Afghanistan en zijn internationale partners ten einde corruptie te bestrijden en te voorkomen. De Afghaanse regering heeft sindsdien een anti-corruptiestrategie opgesteld voor de gehele overheid, waarover enkele ministeries publiekelijk moeten rapporteren. In november 2018 zullen de SMAF-afspraken tijdens de donorconferentie in Genève opnieuw worden bekeken met het oog op de toekomst.
100. Wat kost de ANSDF op jaarbasis? Hoeveel hiervan wordt op dit moment door Afghanistan bekostigd? Wanneer zal Afghanistan de ANDSF volledig bekostigen?
121. Hoe wordt door NAVO en partners binnen Resolute Support en het genoemde ANDSF precies ingezet op de financiële verduurzaming en zelfredzaamheid van de ANDSF, zowel kwalitatief als kwantitatief?
130. Wat is de jaarlijkse begroting van de Afghaanse krijgsmacht, hoe ontwikkelt deze begroting zich de komende jaren en in hoeverre financiert Afghanistan de defensiebegroting uit eigen middelen?
120. Kunt u uitgebreid uiteenzetten wat er in de meerjarenstrategie voor de Afghaanse strijdkrachten (ANDSF) staat en op welke wijze de Afghanen de praktische uitwerking van deze strategie denken te financieren?
209. Op welke wijze legt Afghanistan financiële verantwoording af over bestedingen die gedaan worden vanuit het Afghan National Army (ANA) Trust Fund?
Antwoord op vragen 100, 120, 121, 130, 209:
Tijdens de NAVO-Top in Chicago in 2012 heeft Afghanistan zich gecommitteerd aan het doel om per 2024 volledige financiële verantwoordelijkheid te dragen voor de Afghaanse strijdkrachten. De uitgaven aan het veiligheidsapparaat worden nu nog gefinancierd door de Afghaanse regering en vanuit het Law and Order Trust Fund (LOTFA), het Afghan National Army Trust Fund (ANA TF) en het bilaterale American Security Forces Fund (ASFF).
Het beheer van het ANA TF is een verantwoordelijkheid van het Amerikaanse Combined Security Transition-Command Afghanistan (CSTC-A). Via de jaarlijkse bestuursvergadering van het ANA TF op 29 mei 2018 op hoofdstedenniveau en via de bijeenkomsten van het Oversight and Coordination Body (OCB) in Kaboel houdt Nederland zicht op de bestedingen voor het Afghaanse veiligheidsapparaat. Met het ANA TF als financieringsbron kan de Afghaanse regering voorts stappen zetten om de positie van vrouwen in de veiligheidssector te verbeteren conform VN-Veiligheidsraadresolutie 1325, door bijvoorbeeld de benodigde faciliteiten aan te leggen zoals aparte slaapzalen, kinderopvang, of trainingsinfrastructuur.
De Afghaanse bijdrage aan de ANDSF laat het komende fiscale jaar een stijging van 40 procent over de laatste drie jaar zien. De Afghaanse regering heeft evenwel nog een lange weg te gaan naar volledige financiële verantwoordelijkheid, maar weet belangrijke stappen te zetten. De begroting van de ANDSF bedraagt in 2018 ongeveer 5,8 miljard dollar. Deze kosten zijn flink gestegen ten opzichte van 2017 (totale begroting bedroeg toen 4,9 miljard dollar), doordat de Amerikaanse regering een forse investering heeft gedaan in onder meer de Afghaanse luchtmacht. Ondanks de extra uitgaven van bijna 1 miljard dollar is de percentuele bijdrage van de Afghaanse regering gelijk gebleven. Dit was mogelijk doordat de Afghaanse regering erin is geslaagd de belastinginkomsten in 2017/2018 ten opzichte van 2014 met 50 procent te verhogen. Op financieel gebied is daarnaast bemoedigend dat het Afghaanse parlement in mei 2018 voor het eerst een geconsolideerd budget voor het huidige fiscale jaar heeft aangenomen.
De duurzaamheid van het financieringsmodel roept wel vragen op. De totale kosten voor de ANDSF zullen vermoedelijk verder oplopen tot 6,5 miljard dollar per jaar zodra de routekaart is afgerond. Dit zal extra druk leggen op de middelen van de Afghaanse regering. Een politieke oplossing voor het conflict met gewapende groeperingen, zoals de Taliban, zou economische groei mogelijk moeten maken en de thans noodzakelijke uitgaven aan het veiligheidsapparaat verminderen. De Afghaanse regering voert hierin de regie en ontvangt conform de intentieverklaring van de Chicago-Top tot 2024 financiële ondersteuning van de internationale gemeenschap.
101. Wanneer is de verwachting dat Afghanistan economisch zelfstandig zal zijn?
Antwoord:
In onze geglobaliseerde wereld is geen enkel land «economisch zelfstandig».
De inkomsten van de Afghaanse overheid groeien echter conform verwachting. Vanwege de veiligheidssituatie en de mate van economische onzekerheid is het zeer lastig om voorspellingen te doen over de economische vooruitzichten van Afghanistan. In zijn algemeenheid zal het nog zeker vele jaren duren voordat Afghanistan, net als andere Minst Ontwikkelde Landen, economisch op eigen benen kan staan.
102. Hoeveel luchtaanvallen, ook met drones, hebben de Verenigde Staten in 2016, 2017 en tot nu toe in 2018 in Afghanistan uitgevoerd? Klopt het dat dit aantal stevig is toegenomen sinds president Trump aan de macht is?
105. Klopt het dat de Amerikaanse «rules of engagement» zijn aangepast waardoor meer luchtaanvallen mogelijk zijn geworden? Wat is er precies veranderd?
106. Welke taken voeren de Verenigde Staten uit onder «Operation Freedom’s Sentinel»?
107. Wordt er op enigerlei wijze door Nederland en/of Resolute Support samengewerkt met Operation Freedom’s Sentinel? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vragen 102 en 105 t/m 106:
De Amerikaanse anti-terreuroperatie Freedom’s Sentinel (de opvolger van Enduring Freedom) is een eigenstandige operatie die onafhankelijk van Resolute Support opereert. Genoemde luchtaanvallen worden uitgevoerd binnen de operatie Freedom’s Sentinel waarbinnen VS eigen Rules of Engagement (RoE) hanteren. De gegevens van deze nationale operatie worden niet gedeeld met andere landen. In uiterste noodgevallen kunnen beide missies een beroep op elkaar doen, maar er is geen sprake van samenwerking. Resolute Support kent als trainingsmissie een ander doel. Waar nodig wordt wel gezorgd voor deconflictie tussen de operaties van beide missies.
132. Hoeveel Afghaanse militairen hebben de NAVO-troepen sinds hun aanwezigheid in Afghanistan opgeleid, en welk percentage daarvan is nog actief in het Afghaanse leger?
185. Kunt u aangeven wat de resultaten van de TAAC-N tot nu toe zijn geweest en meer specifiek van de Nederlandse inbreng daarin?
Antwoord op vragen 132 en 185:
Train, Advise and Assist Command-North (TAAC-N) heeft sinds 2015 training, advies en assistentie verzorgd aan de strategische kaders van het 209de legerkorps van het Afghan National Army (ANA) en politiezones 707 en 708 op thema’s zoals operationele planning, gender, logistiek en verbindingen. Nederland heeft hier direct aan bijgedragen met een tiental trainers en indirect door het verzorgen van medische ondersteuning, beveiliging en transport waardoor andere trainers binnen TAAC-N hun functie konden uitvoeren. Ook heeft Nederland stafofficieren geleverd voor de aansturing van TAAC-N.
Er zijn geen gegevens bekend over hoeveel Afghaanse militairen door de NAVO zijn getraind en hoeveel daarvan nog actief zijn in het Afghaanse leger.
118. Welke vorderingen zijn het afgelopen jaar gemaakt met het oplossen van de personeelstekorten en slecht leiderschap van de ANDSF? Zit hier enige progressie in?
119. Kunt u de cultuurverandering bij het leiderschap van het ANDSF nader toelichten? Op welke verandering doelt u? Wat is het doel, en hoe is de voortgang hiervan?
Antwoord op vragen 118 en 119:
De Afghan National Army (ANA) en de Afghan National Police (ANP) blijven kampen met personeelstekorten door zowel slachtoffers als desertie (zie ook het antwoord op vragen 111 t/m 117 en 131) De rekrutering is onvoldoende om alle vacatures gevuld te krijgen. Er zijn overigens grote verschillen in de vullingspercentages van de diverse eenheden.
Een belangrijke stap om het leiderschap van de ANDSF te verbeteren is dit jaar gezet met de invoering van de zogenoemde Inherent Law. De implementatie van de Inherent Law leidt tot een geheel nieuwe generatie van leiders in de ANDSF. Zo heeft president Ghani in het voorjaar van 2017 vijf van de zes korpscommandanten vervangen. Deze veranderingen in het leiderschap van de ANDSF hadden afgelopen jaar een positief effect op de interoperabiliteit, de inzet van ondersteunende troepen, de kwaliteit van de commandovoering en het gebruik van inlichtingen.
De verdere invoering van de Inherent Law zal de cultuurverandering onder het leiderschap naar verwachting versterken. Specifiek waar het gaat om de eervolle, vervroegde pensionering van ruim 4000 oudere officieren van de ANDSF. Inmiddels zijn 650 kolonels en generaals met vervroegd pensioen gegaan. Hierdoor hebben niet functionerende en/of corrupte officieren het veld geruimd en komt er tegelijkertijd ruimte voor de bevordering van jonge, competente officieren. Bovendien gaat de invoering van de Inherent Law ook corruptie tegen, omdat de selectie en benoeming meer dan in het verleden gebaseerd wordt op kwaliteiten.
128. Hoe vaak hebben de NAVO-troepen in TAAC-N in Mazar-e-Sharif in de afgelopen 12 maanden te maken gehad met aanvallen op hun basis dan wel op hun transporten?
Antwoord:
In december 2017 werd een patrouille beschoten met klein-kaliberwapens. Hierbij vielen geen slachtoffers. Mogelijk ging het om criminelen die de patrouille op afstand wilden houden. Dit was het enige veiligheidsincident in Mazar-e Sharif in de afgelopen twaalf maanden waarbij NAVO-troepen waren betrokken.
133. Kunt u bij benadering aangeven hoeveel materieel en munitie van de ANSDF er, door corruptie of als oorlogsbuit, jaarlijks in handen valt van de Taliban of terreurgroepen als Islamitische-Staat?
Antwoord:
Geregeld vallen materieel en munitie in handen van opstandelingen door corruptie of als oorlogsbuit. Precieze cijfers zijn onbekend, maar de hoeveelheden zijn niet dermate groot dat zij doorslaggevend zijn op het slagveld.
135. Wat is de landelijke percentuele stijging met betrekking tot het aantal functionerende gezondheidscentra in Afghanistan? Hoe is dit regionaal verdeeld?
Antwoord:
Zie tabel voor de landelijke procentuele stijging, inclusief regionale verdeling:
Provincie |
2009 |
2010 |
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2009 – 2017 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Badakhshan |
20,9% |
8,0% |
12,8% |
0,4% |
– 0,2% |
1,0% |
0,0% |
– 0,9% |
– 1,3% |
45,8% |
Badghis |
8,7% |
2,6% |
1,6% |
0,0% |
4,3% |
5,6% |
3,7% |
20,7% |
14,9% |
79,3% |
Baghlan |
26,0% |
2,2% |
4,1% |
1,1% |
3,8% |
0,9% |
1,3% |
2,3% |
1,0% |
48,4% |
Balkh |
3,2% |
1,2% |
0,7% |
2,4% |
1,7% |
2,1% |
3,0% |
1,8% |
15,3% |
35,1% |
Bamyan |
15,5% |
13,3% |
8,0% |
3,3% |
1,2% |
0,0% |
– 0,7% |
10,7% |
1,5% |
65,0% |
Dykundi |
15,8% |
10,8% |
8,3% |
0,0% |
0,0% |
2,3% |
9,5% |
13,8% |
17,4% |
108,0% |
Farah |
0,0% |
4,5% |
17,2% |
13,4% |
4,8% |
0,4% |
6,1% |
10,5% |
29,2% |
121,5% |
Faryab |
30,0% |
4,4% |
4,5% |
0,0% |
0,0% |
0,0% |
2,0% |
2,7% |
– 1,0% |
47,0% |
Ghazni |
9,9% |
0,5% |
2,2% |
– 1,0% |
0,7% |
3,4% |
1,5% |
3,0% |
2,2% |
24,4% |
Ghor |
27,1% |
16,3% |
5,1% |
– 0,3% |
1,8% |
6,6% |
4,2% |
0,8% |
24,3% |
119,3% |
Helmand |
16,4% |
3,0% |
5,7% |
0,4% |
3,3% |
16,8% |
4,1% |
2,4% |
12,1% |
83,4% |
Hirat |
25,5% |
5,5% |
5,2% |
1,2% |
1,8% |
0,3% |
1,7% |
3,7% |
1,6% |
54,2% |
Jawzjan |
26,9% |
0,0% |
3,0% |
0,0% |
2,2% |
0,7% |
2,1% |
0,7% |
1,2% |
40,1% |
Kabul |
7,0% |
8,7% |
7,1% |
4,0% |
6,9% |
2,0% |
1,4% |
2,3% |
2,0% |
49,4% |
Kandahar |
13,2% |
4,3% |
17,4% |
1,0% |
3,1% |
18,9% |
5,4% |
6,0% |
9,3% |
109,5% |
Kapisa |
1,2% |
3,9% |
8,0% |
5,9% |
3,7% |
0,0% |
0,6% |
3,9% |
4,7% |
36,6% |
Khost |
12,5% |
0,0% |
6,7% |
0,0% |
2,6% |
0,5% |
6,1% |
26,2% |
1,9% |
68,8% |
Kunar |
32,7% |
12,3% |
5,9% |
3,7% |
7,2% |
10,8% |
– 0,8% |
1,7% |
14,8% |
125,2% |
Kunduz |
16,1% |
6,4% |
12,9% |
4,8% |
0,4% |
1,5% |
2,3% |
5,3% |
8,2% |
73,5% |
Laghman |
21,5% |
14,4% |
4,9% |
7,4% |
3,5% |
0,0% |
0,8% |
2,6% |
32,2% |
121,5% |
Logar |
8,8% |
9,0% |
6,6% |
0,0% |
0,0% |
2,0% |
0,4% |
– 1,2% |
9,2% |
39,6% |
Nangarhar |
13,1% |
8,0% |
0,8% |
4,0% |
1,3% |
1,7% |
1,1% |
– 0,5% |
20,2% |
59,3% |
Nimroz |
9,4% |
13,2% |
3,6% |
0,0% |
– 2,9% |
9,1% |
– 1,4% |
1,4% |
12,0% |
52,2% |
Nooristan |
31,0% |
15,5% |
0,7% |
1,0% |
2,3% |
1,3% |
8,0% |
7,7% |
21,6% |
125,4% |
Paktika |
14,3% |
7,4% |
5,0% |
– 0,3% |
0,8% |
7,8% |
0,5% |
10,0% |
12,4% |
73,4% |
Paktya |
10,2% |
0,0% |
5,6% |
0,0% |
0,0% |
6,1% |
11,6% |
7,6% |
12,0% |
66,1% |
Panjsher |
5,3% |
6,3% |
3,5% |
– 6,8% |
7,3% |
4,5% |
3,3% |
1,1% |
0,0% |
26,3% |
Parwan |
0,6% |
14,7% |
4,6% |
0,0% |
0,1% |
3,0% |
2,1% |
2,2% |
0,8% |
30,9% |
Samangan |
1,1% |
4,8% |
4,6% |
0,0% |
10,8% |
7,7% |
7,2% |
1,1% |
9,5% |
57,1% |
Sar-e-Pul |
0,0% |
4,8% |
6,3% |
0,2% |
5,6% |
4,4% |
2,7% |
1,2% |
14,1% |
45,9% |
Takhar |
6,0% |
4,4% |
8,5% |
0,0% |
0,0% |
0,0% |
0,5% |
1,0% |
0,0% |
21,9% |
Urozgan |
32,9% |
11,9% |
8,9% |
21,1% |
15,2% |
5,6% |
11,9% |
8,1% |
31,1% |
278,5% |
Wardak |
0,0% |
1,6% |
16,1% |
0,7% |
1,3% |
4,8% |
1,0% |
4,8% |
14,8% |
53,1% |
Zabul |
8,5% |
14,1% |
15,1% |
2,0% |
11,3% |
21,0% |
9,2% |
7,7% |
33,7% |
207,3% |
Totaal |
12,6% |
6,4% |
6,3% |
1,9% |
2,7% |
3,7% |
2,7% |
4,1% |
9,9% |
62,4% |
142. Hoeveel agenten ontvangen vanaf april 2018 salaris vanuit het Law and Order Trust Fund Afghanistan?
Antwoord:
De donoren van het Law and Order Trust Fund Afghanistan (LOTFA) hebben besloten dat per april 2018 alleen agenten salaris ontvangen die biometrisch geverifieerd zijn. In april 2018 waren dat 89.593 agenten.
Het proces van biometrische verificatie (de zogenoemde Personnel Asset Inventory) is nog steeds gaande, dus het aantal kan nog stijgen.
144. Kunt u een overzicht verschaffen van alle hulp- en opbouwprojecten die in 2018 direct door Nederland of middels de Nederlandse bijdragen aan het Afghan Reconstruction Trust Fund, het Law and Order Trust Fund Afghanistan en het Addressing Root Causes-fonds worden ondersteund, desnoods uitgesplitst in projecten die direct en indirect worden ondersteund?
Antwoord:
Onderstaand overzicht toont activiteiten die Nederland in Afghanistan ondersteunt in het kader van de langjarige ontwikkelingssamenwerkingsrelatie.
Project |
Organisatie |
Doel |
Totale Middelen |
---|---|---|---|
Afghanistan Reconstruction Trust Fund (ARTF) |
Wereldbank |
Gecoördineerde inzet op het gebied van onderwijs, gezondheid, agricultuur, bestuur en infrastructuur. Daarnaast inzet op capaciteitsversterking van de Afghaanse overheid. |
EUR 80 mln. voor 4 jaar - Budget Veiligheid & Rechtsorde |
Law and Order Trust Fund for Afghanistan (LOTFA) |
United Nations Development Programme |
Betaling van politiesalarissen en capaciteitsopbouw politie en institutionele hervormingen Afghaanse Ministerie van Binnenlandse Zaken. Voorts: bredere inzet op rechtsorde. |
EUR 75 mln. voor 5 jaar – Stabiliteitsfonds Op dit moment uitstel van NL bijdrage |
Rule of Law |
Deutsche Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit |
Versterking van de rechtsinstituties in Noord-Afghanistan en verbeterde toegang tot recht. |
EUR 12 mln. voor 3 jaar Budget Veiligheid & Rechtsorde |
Food for assets II |
World Food Programme |
Verbeterde voedselveiligheid van de meest kwetsbare groepen in Afghanistan door verbetering van productiviteit van boeren. |
USD 5,4 mln. voor 2 jaar – Budget Veiligheid & Rechtsorde |
National Agriculture Education College |
Wageningen Universiteit en Research Centre |
Verbeterde landbouw productiviteit door middel van algemeen toegankelijke en kwalitatief sterke educatie op het gebied van landbouw. |
EUR 6,5 mln. voor 2 jaar - Budget Veiligheid & Rechtsorde |
Monitoring Women's Peace and Security |
Cordaid |
Het verbeteren van de omstandigheden omtrent de implementatie van de 1325 agenda om geweld tegen vrouwen te verminderen, participatie in vredesprocessen voor vrouwen te verbeteren en het vergroten van gender sensitiviteit in de veiligheidssector. |
EUR 3,9 mln. voor 2,5 jaar - Budget Veiligheid & Rechtsorde |
Afghanistan Rights Monitor |
Afghanistan Public Policy Research Organisation |
Monitoring van fundamentele rechten, beleidsbeïnvloeding, en capaciteitsopbouw van publieke instellingen om deze rechten te beschermen. |
EUR 3,4 mln. voor 3 jaar - Budget Veiligheid & Rechtsorde |
Afghanistan Community-Led Economic Stability Project |
Aga Khan Development Network |
Capaciteitsopbouw (mensen en instituties), marktontwikkeling en verbetering van (toegang tot) de economische markt. |
EUR 12 mln. voor 3 jaar - Budget Veiligheid & Rechtsorde |
Safhe Jaded: Implementing the Afghan NAP 1325 by linking inclusive security and justice. |
Oxfam Novib/Cordaid/Afghan Women’s Educational Center |
Draagt bij aan verbeterde en meer inclusieve veiligheid en recht voor meisjes en vrouwen in Afghanistan. |
EUR 2 mln. voor 4 jaar - Budget Vrouwen, Vrede en Veiligheid |
Bright Future |
Cordaid / The Bayat Foundation / 1% Club / (HBORL) |
Het creëren van werkgelegenheid en verbeteren van de kennis, middelen en omstandigheden om een onderneming te starten. Gericht op jongeren in Kaboel. |
EUR 5,9 mln. voor 5 jaar – Addressing Root Causes Budget Veiligheid & Rechtsorde |
Reducing Root Causes of Conflict, Instability and Irregular Migration through Sustainable Livelihoods, Improved Governance and Functioning RoL in Afghanistan |
Norwegian Refugee Council (NRC) / Stichting Vluchteling / DACCAR |
Het verbeteren van kansen, vaardigheden en kennis van jongeren op het gebied van agricultuur, en het verbeteren van de institutionele context voor het ondernemen in deze sector. |
EUR 8,2 mln. voor 5 jaar – Addressing Root Causes Budget Veiligheid & Rechtsorde |
Mine Action and Cluster Munition Programme |
HALO Trust FUND |
Activiteiten gericht op ontmijning, risico voorlichting, slachtofferhulp en capaciteitsversterking lokale medewerkers. |
EUR 4,5 mln. voor 4 jaar – Ontmijningsprogramma (Stabiliteitsfonds) |
Every Voice Counts |
CARE NL |
EUR 16,3 MLN voor 5 jaar. Strategische Partnerschap Dialogue and Dissent Afghanistan + 5 andere landen |
|
Empowering People in Fragile Contexts |
Cordaid |
EUR 34,5 mln, voor 5 jaar. Strategische Partnerschap Dialogue and Dissent Afghanistan + 5 andere landen |
|
Towards a Worldwide Influencing Network |
Oxfam Novib |
EUR 77,8 mln voor 5 jaar. Strategische Partnerschap Dialogue and Dissent Afghanistan + 25 andere landen |
153. Hoeveel mensen worden in Afghanistan ondersteund vanuit het Adressing Root Causes fonds?
154. Hoeveel mensen in de provincie Balkh worden ondersteund vanuit het Adressing Root Causes fonds?
Antwoord op vragen 153 en 154:
De Nederlandse bijdrage aan het Afghanistan Reconstruction Trust Fund (ARTF) is gericht op sociaaleconomische ontwikkeling op basis van de Afghaanse prioriteiten. De bijdrage wordt voornamelijk ingezet ten behoeve van onderwijs, gezondheidszorg, infrastructuur en goed bestuur. Nederland draagt verder bij aan het Law and Order Trust Fund Afghanistan (LOTFA), waarmee een bijdrage wordt geleverd aan het opbouwen van politiecapaciteit en aan het betalen van salarissen van politieagenten.
Vanuit Adressing Root Causes (ARC) wordt een programma van Cordaid en Norwegian Refugee Council gefinancierd met een totaalbijdrage van ca. EUR 14 miljoen. De programma’s richten zich op het bevorderen van toegang tot rechtssystemen en het creëren van werkgelegenheid. Deze steun wordt niet verleend in Balkh, maar in andere delen van Noord-Afghanistan waaronder Kunduz, Herat en Badg. Het ARC-programma heeft de volgende doelstellingen:
– Rechtssystemen: 13.800 begunstigden die hun rechten hebben uitgeoefend of rapporteren dat (semi, – informele, – formele) justitiële instellingen hun geschillen hebben beslecht/opgelost.
– Werkgelegenheid: 6.300 begunstigden die een bedrijf zijn gestart/in dienst zijn getreden en/of beter in hun levensonderhoud kunnen voorzien.
Meer details over het ARTF programma is te vinden in de meest recente rapportage uit 2017.5
145. Blijft het kabinet projecten die mullah’s moeten stimuleren om vrouwen gelijkwaardig te behandelen ondersteunen?
Antwoord:
In de nieuwe fase van het Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit (GIZ) rechtsstaatprogramma in Noord-Afghanistan dat in juni 2018 van start is gegaan, worden er trainingen gegeven aan actoren uit de informele justitiesector (jirga- en shuraleden) op het gebied van vrouwenrechten. Ook worden er onder dit programma trainingen op het gebied van vrouwenrechten gegeven op bij de Afghaanse overheid geregistreerde religieuze scholen.
148. Welke projecten met betrekking tot duurzaamheid zal Nederland direct of indirect financieren in 2018?
149. Welke projecten met betrekking tot klimaat(verandering) zal Nederland direct of indirect financieren in 2018?
Antwoord op vragen 148 en 149:
Duurzame, inclusieve groei en klimaatactie zijn integraal onderdeel van de BHOS-agenda van het kabinet, in lijn met het klimaatakkoord van Parijs en de Sustainable Development Goals. Nederland acht een gezamenlijk inzet van donoren via gespecialiseerde internationale instellingen de meest effectieve manier om Afghanistan te ondersteunen, in de eerste plaats ten behoeve van kennis- en capaciteitsopbouw.
Instellingen die Nederland steunt en die actief zijn op dit gebied zijn o.a. de EU, Wereldbank Group, UNEP, UNDP, Green Climate Fund, Global Environment Facility.
152. Wanneer informeert u de Kamer over de inspanning op het terrein van ontwikkelingssamenwerking na 2020 tot het einde van de militaire bijdragen in 2021?
Antwoord:
Het kabinet heeft tijdens de Brussel Conferentie voor Afghanistan in 2016 een financiële bijdrage toegezegd aan de ontwikkeling van Afghanistan voor de periode tot en met 2020. Zie ook vraag 230. De volgende ministeriële conferentie vindt plaats op 28 en 29 november 2018 in Genève. Daar zal worden gesproken over de voortgang m.b.t. de hervormingen waar de Afghaanse regering zich aan heeft gecommitteerd in het Self-Reliance through Mutual Accountability Framework (SMAF). Op basis van de uitkomst van deze conferentie zal het kabinet zich beraden op het vervolg en uw Kamer informeren over de besluitvorming.
155. Hoe wordt voorkomen dat projecten ten behoeve van ondersteuning aan Afghanen met lage inkomens niet leiden tot het vergaren van financiële middelen om vertrek mee te financieren?
Antwoord:
Nederland financiert en ondersteunt projecten via de Wereldbank, via LOTFA of via NGO’s en niet direct via de Afghaanse overheid. Over het algemeen worden via deze projecten (overheids)diensten aangeboden zoals onderwijs, medische zorg en verbetering van capaciteit. Er vinden geen financiële transacties met Afghaanse burgers plaats.
158. Is bekend waar vanuit Nederland teruggestuurde Afghaanse asielzoekers terecht zijn gekomen en hoe het hen vergaat? Hebben zij naar huis kunnen terugkeren of zijn zij ontheemd?
159. Is er opvang voor door Nederland teruggestuurde asielzoekers in Afghanistan?
Antwoord op vragen 158 en 159:
Nederland faciliteert zowel gedwongen als zelfstandig vertrek naar landen van herkomst, maar monitort niet hoe het hen daarna vergaat. Via verschillende (vrijwillige) terugkeerprogramma’s wordt personen re-integratie-ondersteuning aangeboden. De regering is van oordeel dat als in een asielprocedure is beoordeeld dat terugkeer mogelijk is, er geen noodzaak tot monitoring bestaat. Bovendien is de overheid van het betreffende land verantwoordelijk voor zijn eigen onderdanen, ook die onderdanen die het na terugkeer uit Europa weer toelaat.
Nederland realiseert geen opvang in landen van herkomst voor vreemdelingen die worden teruggestuurd. Wel zijn er mogelijkheden om bij gedwongen vertrek met behulp van het European Reintegration Network (ERIN) gebruik te maken van Post Arrival Assistance. Bij zelfstandig vertrek kan ondersteuning worden geboden in het kader van het zogeheten REAN-programma en de ondersteuning in natura door de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en verschillende NGO’s.
Voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen geldt dat terugkeer alleen plaats kan vinden als er adequate opvang voorhanden is. Opvang bij ouders is in beginsel aan te merken als adequaat. Ook kan het zijn dat uit feiten en omstandigheden naar voren komt dat een ander familielid (of een meerderjarige, niet zijnde een familielid) adequate opvang kan bieden. Dit is maatwerk en wordt per casus onderzocht. Voor Afghanistan geldt op dit moment dat algemene opvangvoorzieningen niet beschikbaar en/of toereikend zijn en de autoriteiten geen zorg dragen voor de opvang.
161. Wanneer is bekend in welke mate de reorganisaties gevolgen zullen hebben voor de Nederlandse stafofficieren?
165. Welke gevolgen heeft de reorganisatie van TAAC-N voor het beroep dat wordt gedaan op Nederlandse stafofficieren? Wordt ook een beroep gedaan op schaarse categorieën personeel?
180. Kunt u de «kleine personele wijzigingen» als gevolg van de reorganisatie van TAAC-N nader toelichten? Wat wordt hier bedoeld?
181. Welke «kleine personele wijzigingen» zijn volgens u denkbaar?
182. Hebt u al kunnen bekijken of een aantal adviseurs op andere expertisegebieden, zoals ondersteuning van de Afghaanse luchtmacht, kan worden ingezet? Zo ja, wat is er uit die inventarisatie gekomen?
Antwoord op vragen 161, 165, 180 t/m 182:
De reorganisatie van het Hoofdkwartier Resolute Support in Kaboel is in mei 2018 gestart en zal naar verwachting eind dit jaar worden voltooid. Als gevolg van deze reorganisatie heeft Nederland een nieuwe sleutelpositie gekregen, te weten het Hoofd Regional Development Planning.
Door de intensivering van Duitsland wordt ook de organisatiestructuur van TAAC-N aangepast. Deze reorganisatie is in april 2018 gestart wordt in november voltooid. De organisatiestructuur van de staf van TAAC-N zal niet wijzigen. De kleine personele wijzigingen in de staf van TAAC-N betreffen wijzigingen in rang en verschuivingen in functies.
Nederland gaat op Mazar-e-Sharif een luchtmachtadviseur leveren voor het moderniseringsprogramma van de Afghaanse luchtmacht. In Kaboel zal Nederland een kolonel leveren die de ANDSF adviseert over lange termijnplanning.
162. Kunt u in tabelvorm weergeven welke 39 landen deelnemen aan Resolute Support en met hoeveel militairen?
163. Hoe verhoudt de Nederlandse bijdrage aan Resolute Support zich tot de bijdrage van andere deelnemende landen, in het bijzonder de NAVO-lidstaten?
Antwoord op vragen 162 en 163:
De tabel hieronder is een momentopname waarin nog niet alle wijzigingen in de bijdragen van landen zijn verwerkt maar geeft een goede indicatie van de verhoudingen.
Land |
Troepen plafond |
Land |
Troepen plafond |
Land |
Troepen plafond |
---|---|---|---|---|---|
Albanië |
83 |
Italië |
895 |
Slowakije |
36 |
Armenië |
121 |
Kroatië |
94 |
Slovenië |
8 |
Australië |
270 |
Litouwen |
50 |
Spanje |
40 |
Azerbeidzjan |
120 |
Letland |
36 |
Tsjechië |
245 |
België |
78 |
Luxemburg |
2 |
Turkije |
563 |
Bosnië & Herzegovina |
60 |
Mongolië |
120 |
VK |
650 |
Bulgarije |
158 |
Montenegro |
20 |
VS |
8.475 |
Denemarken |
155 |
Nederland |
160 |
Vjr. Macedonië |
44 |
Duitsland |
1.300 |
Nieuw-Zeeland |
13 |
Zweden |
29 |
Estland |
40 |
Noorwegen |
55 |
||
Finland |
29 |
Oekraïne |
10 |
Totaal |
16.057 |
Griekenland |
6 |
Oostenrijk |
13 |
||
Georgië |
870 |
Polen |
247 |
||
Hongarije |
93 |
Portugal |
170 |
||
IJsland |
2 |
Roemenië |
679 |
164. Welke 21 landen zijn vertegenwoordigd in TAAC-N? Wanneer verwacht u duidelijkheid over de gevolgen voor Nederlandse stafofficieren van de reorganisaties TAAC-N?
Antwoord:
Naast Nederland en Duitsland zijn de volgende landen actief in TAAC-N: Albanië, Armenië, België, Bosnië-Herzegovina, Estland, Finland, Georgië, Hongarije, Letland, Luxemburg, Kroatië, Macedonië, Mongolië, Montenegro, Oostenrijk, Roemenië, Turkije, de Verenigde Staten en Zweden. Zie verder het antwoord op vragen 161, 165, 180 en 181 inzake de reorganisatie van TAAC-N.
167. Wordt uitgesloten dat Nederland na 2021 militair betrokken blijft in Afghanistan? Zo nee, waarom niet?
192. Houdt u er rekening mee eventueel langer militair in Afghanistan aanwezig te blijven, aangezien volgens de huidige planning de partnereenheid pas na vier tot vijf jaar van training, advies, assistentie en begeleiding volledig operationeel zal zijn?
Antwoord op vragen 167 en 192:
Het kabinet heeft op 15 juni 2018 besloten de Nederlandse militaire bijdrage aan NAVO-missie Resolute Support te verlengen tot 31 december 2021. In aanloop naar het einde van dit mandaat zal het kabinet besluiten over eventuele inzet na 2021. Uw Kamer zal hier te zijner tijd via de gebruikelijke wijze over worden geïnformeerd.
168. Hoe groot is het deel van de eenheid dat eind juni naar Afghanistan afreist?
169. Welk materieel zal eind juni naar Afghanistan gaan?
170. Welke voorbereidingen gaan er vanaf eind juni getroffen worden in Afghanistan voor het Special Operations Advisory Team (SOAT)?
198. Wanneer precies reist een deel van de Nederlandse eenheid al naar Afghanistan om samen met Duitsland voorbereidingen te starten voor het SOAT?
Antwoord op vragen 168 t/m 170 en 198:
Vanaf eind juni gaat de eerste eenheid van 31 militairen in delen naar Afghanistan, totdat zij halverwege juli compleet zijn. De Nederlanders zullen in het gebied met de Duitsers detailafspraken maken over de uitvoering van de begeleiding van ATF-888. Met uitzondering van de persoonlijke uitrusting gaat er nog geen materieel mee en zij zullen nog geen trainingstaken uitvoeren.
171. In welke mate is de ASSF betrokken bij mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden? Hoe wordt dit onderzocht en/of gemonitord?
173. Hoe verklaart u dat de Afghaanse politie op grote en toenemende schaal betrokken is bij marteling en andere mensenrechtenschendingen? (Bronnen: https://www.afghanistan-analysts.org/torture-as-prevalent-as-ever-new-un-report-finds-no-end-to-impunity-for-afghan-torturers/ & https://www.hrw.org/world-report/2018/country-chapters/afghanistan)
Antwoord op vraag 171, 173:
Mensenrechtenschendingen aan de hand van de Afghaanse veiligheidsdiensten zijn een punt van zorg. Uit een UNAMA-rapport uit 2017 bleek dat 38% van gevangen zegt gemarteld te zijn door Afghaanse politie of veiligheidsdiensten.
In 2017 vaardigde president Ghani een presidentieel decreet uit voor een wet tegen marteling. Ook trad Afghanistan in April 2018 toe tot de Optional Protocol to the Convention against Torture en ontdeed zich van het voorbehoud dat het land had voor de Convention against Torture. Ondanks de verbeterde wetgeving en de internationale verplichtingen die de regering is aangegaan zijn foltering en mishandeling in overheidsdetentie vooralsnog een aanhoudend probleem.
Over mensenrechtenschendingen door de ASSF is thans geen informatie bekend. De Nederlandse militairen zullen bij de begeleiding van ATF 888 uiteraard er op toezien dat er geen mensenrechten worden geschonden.
172. Welke gevolgen heeft de focus op de ASSF voor de reguliere troepen van de ANDSF? Neemt hun aantal en kwaliteit af?
Antwoord:
De intensivering van de begeleiding van ASSF heeft geen gevolgen voor de begeleiding van de reguliere troepen. RS heeft om een extra bijdrage gevraagd voor de begeleiding van de nieuwe ASSF eenheden. De bestaande ondersteuning van de reguliere troepen wordt voortgezet om de geboekte vooruitgang te bestendigen en verder uit te bouwen.
174. Waarom begint de missie vanaf september 2018 en niet later, waardoor een zorgvuldigere besluitvorming in de Tweede Kamer plaats kan vinden?
175. Is uitstel van aanvang van de missie mogelijk, bijvoorbeeld met een of twee maanden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De Nederlandse planning om in juni met de voorbereidingen te starten om in september de eerste trainingen te kunnen doen is gebaseerd op de Afghaanse planning en behoefte, zij zullen nog geen trainingstaken uitvoeren. Deze behoefte is door Duitsland vertaald naar een planning voor de oprichting van het SOAT en de start van de trainingen. Het is onwenselijk dat Nederland niet synchroon loopt met de Duitse voorbereidingen. Het SOAT is dan niet op tijd gereed om te starten met de trainingen waardoor de opbouw van ATF 888 vertraging oploopt.
176. Hoeveel militairen van de Afghan Special Security Forces verwacht u te kunnen trainen in het kader van de NAVO-missie Resolute Support in 2018?
177. Hoeveel militairen van de Afghan Special Security Forces verwacht u te kunnen trainen in het kader van de NAVO-missie Resolute Support in 2019?
178. Hoeveel militairen van de Afghan Special Security Forces verwacht u te kunnen trainen in het kader van de NAVO-missie Resolute Support in 2020?
179. Hoeveel militairen van de Afghan Special Security Forces verwacht u te kunnen trainen in het kader van de NAVO-missie Resolute Support in 2021?
Antwoord op vragen 176 t/m 179:
De planning is dat ATF 888 in 2020 operationeel gereed is en ongeveer 465 personen bevat. Het Duits/Nederlandse Special Operations Advisory Team zal dus, afhankelijk van uiteindelijke uitstroom en doorstroom, in ieder geval minimaal 465 personen trainen. Een onderverdeling in jaren is nog niet exact te maken. Dit hangt af van de voortgang van de training.
183. Kunt u uitgebreid toelichten welke handelingen precies binnen het «begeleidende kader» kunnen vallen?
184. Wie heeft de leiding over het SOAT, Nederland of Duitsland?
187. Op welke termijn is het SOAT, bestaande uit Duitsers en Nederlanders dat vanaf september 2018 de Afghan Task Force 888 (ATF 888) zal gaan begeleiden, gereed om te beginnen?
193. Komen er zogenaamde guardian angels om de SOAT te beschermen? Zo nee, waarom niet? zo ja, waarom is dit nodig?
196. Kunt u toelichten hoe de begeleidingstaak zal of kan worden ingevuld? Zijn er (geografische) beperkingen ten aanzien van de mate van begeleiding, in het bijzonder tijdens high profile-acties?
197. Bestaat de kans dat Nederlandse eenheden in Afghanistan in een gevechtssituatie terecht zullen komen?
199. Hoe hoog zijn de risico's voor Nederlandse militairen wanneer zij de Afghaanse eenheid begeleiden tijdens operaties? Is het waarschijnlijk dat Nederlandse militairen dan ook zelf optreden in het hoogste geweldsspectrum?
201. Hoeveel van de 60 extra manschappen zijn trainers voor het SOAT? Hoeveel zijn EOD en Genie? Hoeveel zijn medisch of anders?
Antwoord op vragen 183, 184, 187, 193, 196, 197, 199, en 201:
Het Duits/Nederlandse SOAT (commando’s en mariniers) is vanaf september gereed. In het eerste jaar zal Duitsland de commandant voor de eenheid leveren. Daarna wordt met de Duitsers besproken of de functie op roulatiebasis wordt ingevuld. De kern van het SOAT bestaat uit SOF-adviseurs die de troepen van ATF888 zullen trainen, adviseren en begeleiden. Militairen van de Explosieve Opruimingsdienst (EOD) en de Genie worden belast met force protection- en adviestaken. De eenheid voorziet in haar eigen beveiligingstaak. De exacte omvang van het SOAT (commando’s en mariniers) is afhankelijk van de nadere afstemming met Duitsland en de trainingsbehoefte.
Als een sub-eenheid van ATF 888 een operatie uitvoert, zullen de Nederlandse adviseurs met hen mee gaan tot op de plek waarvandaan zij zicht hebben op de uitvoering zonder betrokken te worden in de actie. Er zijn daarbij geen geografische beperkingen. Uiteindelijk zal ATF 888 high profile acties moeten uitvoeren en ook hoog in het geweldsspectrum moeten kunnen optreden. Hierdoor kan een grotere dreiging naar hen en de Nederlands begeleiders uitgaan. Hoewel eenheden van Resolute Support niet offensief optreden (non-combat missie), mogen zij wel zichzelf en de Afghaanse eenheid verdedigen als sprake is van een vijandelijke daad of het voornemen daartoe (hostile act, hostile intent). De reactie moet te allen tijde proportioneel zijn.
Het SOAT draagt zelf zorg voor de beveiliging gedurende de activiteiten die het uitvoert.
188. Gaan reservisten deel uit maken van de 160 militairen in de bijdrage aan Resolute Support? Zo ja, hoeveel reservisten zullen dat ongeveer zijn? Zo nee, waarom niet?
189. Waarom staat er «ongeveer» 160 militairen die deel zullen nemen aan Resolute Support? Hoeveel meer of minder zullen er mogelijk deelnemen en waar hangt dat vanaf?
Antwoord op vragen 188 en 189:
Een enkele reservist neemt deel aan Resolute Support. Het betreft hier specialistisch personeel uit het Civiel en Militair Interactiecommando.
Gezien het meerjarige karakter van deze missie en de ontwikkelende behoefte van de Afghaanse eenheid is de Nederlandse bijdrage flexibel.
190. Gaat u de Nederlandse opgedane inlichtingen delen met bondgenoten ter plaatse? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke afspraken zijn er gemaakt of gaat u maken met bondgenoten over het delen van inlichtingen?
Antwoord:
Internationale samenwerking is cruciaal. In de wereld van inlichtingendiensten is het gebruikelijk om informatie uit te wisselen. Dit gebeurt echter onder voorwaarden. De MIVD hanteren criteria voor de mate van samenwerking met buitenlandse inlichtingendiensten. Dit wordt per bondgenoot gewogen, overeenkomstig de bepalingen in de Wet op de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten (WIV).
191. Welke rechtspositie hebben de acht tolken? Zijn dit tolken die reeds werkzaam zijn voor Resolute Support? Zo nee, zijn deze tolken lokaal geworven? Werken deze tolken exclusief voor de Nederlandse adviseurs?
Antwoord:
Er zal gewerkt worden met tolken vanuit Nederland en lokaal ingehuurde tolken.
De tolken vanuit Nederland hebben een aanstelling bij Defensie.
200. Over hoeveel Bushmasters krijgen de Nederlandse troepen de beschikking? Welk deel van de totale hoeveelheid Bushmasters waarover Defensie beschikt is dit?
Antwoord:
De eenheid die in de zomer de voorbereidende werkzaamheden uitvoert zal ook onderzoeken wat, in overeenstemming met Duitsland, de exacte behoefte voor het aantal voertuigen wordt.
202. Kunt u toelichten waarom de Nederlandse bijdrage aan de NAVO-missie bij kan dragen aan toename van de dreiging tegen Nederland?
205. Hoe verklaart u dat een missie die tot doel heeft terroristische dreiging tegen te gaan kan leiden tot toename van terroristische dreiging tegen Nederland?
Antwoord op vragen 202 en 205:
Jihadisten zien Westerse militaire missies in islamitische landen als een «oorlog tegen de islam» en rechtvaardigen daarmee aanslagen tegen het Westen. Een nieuwe Nederlandse missie in Afghanistan kan leiden tot hernieuwde oproepen van jihadisten om aanslagen te plegen. Daarmee kan de voorstelbare terroristische dreiging toenemen.
203. Klopt het dat Nederland of Nederlandse belangen in de regio nadrukkelijker een doelwit zijn van jihadistische groepen als Nederland blijft deelnemen aan de NAVO-missie in Afghanistan?
Antwoord:
Het is voorstelbaar dat Nederland of Nederlandse belangen in de regio nadrukkelijker in beeld komen bij jihadisten door de NAVO-missie en daarmee een mogelijk doelwit voor terroristen kunnen worden.
206. Welke voorbeelden zijn u bekend van terroristische aanslagen in of dreiging tegen westerse landen waarbij het motief van de dader(s) gerelateerd was aan de militaire interventie in Afghanistan? (Bron: https://edition.cnn.com/2013/06/21/opinion/terrorism-gerges/index.html)
207. Kunt u bevestigen dat de daders van de moord op de Britse militair Lee Rigby in Londen in 2013 onder andere verwezen naar het westerse geweld in Afghanistan als motief voor hun daden?
208. Is het juist dat de daders van de aanslag tijdens de marathon in Boston in 2013 onder andere verwezen naar het westerse geweld in Afghanistan als motief voor hun daden?
Antwoord op vragen 206 t/m 208:
Meerdere jihadistische daders van aanslagen in het Westen hebben de militaire interventies van het Westen als motivatie voor hun daden gebruikt of genoemd.
210. Welke en hoeveel onbemande systemen zullen de veiligheid van de eenheid waarborgen? Heeft de inzet van deze onbemande systemen gevolgen voor de inzet in Nederland of in andere missies?
219. Beschikken Nederlandse eenheden zelf over voldoende onbemande systemen (zoals drones) of worden dergelijke systemen gehuurd/geleend bij andere krijgsmachten?
Antwoord op vragen 210 en 219:
Er worden verschillende typen onbemande tactische systemen vanuit Nederland door de eenheid meegenomen, voor force protection en evaluatiedoeleinden. Omwille van veiligheidsredenen kan hier niet specifieker worden geantwoord. Door de inzet van de onbemande systemen zullen deze in mindere mate beschikbaar zijn voor trainingen en oefeningen in nationaal en internationaal verband. Er was al rekening gehouden met inzet van deze middelen voor de special forces in Irak. Vanwege terugtrekken van special forces uit Irak zijn die middelen beschikbaar voor inzet in Afghanistan.
211. Kunt u de bevoegdheden en doorzettingsmacht van de Joint Terminal Attack controller van het Nederlandse SOAT toelichten?
212. Hoe garandeert u dat luchtsteun altijd, indien nodig, kan en zal worden geleverd?
213. Welke coalitiepartners bieden luchtsteun tijdens operaties en hebt u daar harde toezeggingen over? Met andere woorden, is luchtsteun te allen tijde gegarandeerd tijdens operaties?
214. Kunt u omschrijven hoe goed de Afghaanse luchtsteuncapaciteit is georganiseerd?
Antwoord op vragen 211 t/m 214:
Luchtsteun mag in Resolute Support alleen worden ingezet ter zelfverdediging, met inachtneming van proportionaliteit. Luchtsteun is op afroep beschikbaar. De beschikbaarheid van luchtsteun wordt meegenomen in de planning van activiteiten van het SOAT (commando’s en mariniers)
De Afghaanse capaciteit is nog in ontwikkeling en daarom zullen Nederlandse militairen geen gebruik maken van Afghaanse luchtsteun. Wanneer ATF-888 beschikt over een opgeleide Afghaanse JTAC zal deze door de Nederlandse JTAC worden begeleid.
215. Welke landen leveren in 2018, 2019 en 2020 medische evacuatiehelikopters aan de missie?
216. Kan zonder twijfel aan de zogeheten «10-1-2-norm» worden voldaan?
217. Welk land bemant de Role 2, en hoe verhouden hun gezondheidszorg en medische voorzieningen zich tot de Nederlandse maatstaven?
218. Welk land levert de medische evacuatiecapaciteit, en heeft u harde toezeggingen dat deze capaciteit te allen tijde is gegarandeerd?
Antwoord op vragen 215 t/m 218:
Duitsland en de Verenigde Staten zijn verantwoordelijk voor de medische evacuatiehelikopters. Duitsland en Nederland verzorgen de grondevacuatie. Alle voorzieningen om aan de 10-1-2-norm te voldoen zijn aanwezig. Indien er door omstandigheden niet aan de norm kan worden voldaan zullen de Nederlandse trainers niet deelnemen aan een operatie.
Het role 2 hospitaal in Mazar-e-Sharif staat onder Duitse leiding en voldoet aan de maatstaven. De Nederlandse medische eenheid maakt onderdeel uit van deze medische staf. In Kaboel is een multinationale role 2 hospitaal dat voornamelijk leunt op Amerikaanse capaciteit. Ook hier voldoet de zorg aan de Nederlandse maatstaven.
220. Welke directe en welke indirecte gevolgen heeft het uitbreiden van de Nederlandse bijdrage op de gereedheid en de geoefendheid van de krijgsmacht?
Antwoord:
In de halfjaarlijkse inzetbaarheidsrapportage die uw Kamer ontvangt, worden de gevolgen van inzet voor de gereedheid weergegeven, geoefendheid is hier onderdeel van. Het intensiveren van de bijdrage in Afghanistan is mogelijk omdat een deel van de special forces wordt teruggetrokken uit Irak. Het opwerktraject en de taken van special forces voor Irak en Afghanistan zijn vergelijkbaar. Hierdoor kan beroep worden gedaan op de elementen die eigenlijk voor Irak stonden gepland. Door gebruik van de bestaande logistieke lijn naar Mazar-e-Sharif en de aanwezige ondersteuning van de NAVO en Duitsland als lead nation wordt geen beroep gedaan op aanvullende Nederlandse enablers. Deze uitbreiding heeft daarmee geen invloed op het proces van het herstel van de basisgereedheid.
221. Op welke directe en op welke indirecte wijze werkt het uitbreiden van de Nederlandse bijdrage op personeelsgebied door op de Nederlandse defensieorganisaties? Kunt u dit u dit per krijgsmachtsonderdeel inzichtelijk maken?
222. Welke directe en welke indirecte gevolgen heeft het bij deze missie benodigde materieel op de gereedheid en de geoefendheid van de krijgsmacht?
223. Op welke directe en op welke indirecte wijze werkt het uitbreiden van de Nederlandse bijdrage op materieelgebied door op de Nederlandse defensieorganisaties? Kunt u dit u dit per krijgsmachtsonderdeel inzichtelijk maken?
Antwoord op vragen 221 t/m 223:
Zoals gesteld in de artikel 100 brief is de uitbreiding zo ingericht dat Nederland deze langere tijd kan voortzetten. Door het terugtrekken van personele en materiële capaciteit uit de missie in Irak, blijft de belasting voor de krijgsmacht voor wat betreft deze capaciteit in evenwicht. Het extra materieel dat voor de uitbreiding van de inzet van de missie RSM nodig, heeft geen verdringingseffecten met impact op het herstel van de gereedheid. De ingezette eenheden maken gebruik van materieel dat standaard onderdeel is van de eenheid en van materieel dat -na een onderhoudsperiode – beschikbaar komt uit de missie in Irak. De gevolgen van deze missie voor de gereedheid per krijgsmachtdeel, worden halfjaarlijks aan de Kamer bekend gesteld in de vertrouwelijke inzetbaarheidsrapportage.
224. Wat zijn enablers?
228. Wat wordt ermee bedoeld dat er geen beroep wordt gedaan op aanvullende Nederlandse enablers?
Antwoord op vragen 224 en 228:
Enablers zijn ondersteunende elementen die taakuitvoering mogelijk maken, zoals counter-IED, helikopters en genie-capaciteit. Er wordt thans in Afghanistan mede gebruik gemaakt van ondersteuning van de NAVO en van Duitsland als lead nation. Omdat er vanwege de bestaande Nederlandse bijdrage al enablers in het gebied aanwezig zijn, en de enablers die eerder nodig waren voor de inzet in Irak voldoende zijn voor het SOAT, hoeven er geen extra enablers uit de krijgsmacht te worden onttrokken.
225. Kan uitgebreid aangegeven worden hoe rekening is gehouden met de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer?
Antwoord:
Bij totstandkoming van het besluit is gekeken naar de effecten van additionele inzet op de gereedheid. Het intensiveren van de bijdrage in Afghanistan is mogelijk vanwege het besluit om een deel van de special forces terug te trekken uit Irak. Het opwerktraject voor de special forces voor Irak en Afghanistan zijn vergelijkbaar. Hierdoor kan beroep worden gedaan op de SOF-elementen die eigenlijk voor Irak stonden gepland. Door gebruik van de bestaande logistieke lijn naar Mazar-e-Sharif en de aanwezige ondersteuning van Duitsland en de NAVO is er geen sprake van een significante uitbreiding van de logistieke en andere ondersteunende capaciteiten.
226. Hoeveel Nederlandse special operations forces worden van Irak naar Afghanistan overgeplaatst?
227. Hoeveel minder militairen zullen vanaf september 2018 uitgezonden zijn dan op dit moment?
Antwoord op vragen 226 en 227:
De special forces worden niet overgeplaatst. De bijdrage in Irak is gereduceerd waardoor dezelfde capaciteit naar Afghanistan kan worden ingezet. In september 2018 is nog geen sprake van een vermindering van het totaal aantal uitgezonden militairen.
229. Hoeveel heeft de Nederlandse militaire bijdrage aan Afghanistan sinds 2001 in totaal gekost?
In het Jaarverslag Defensie worden de gerealiseerde uitgaven per jaar van alle inzet weergeven. In de periode tot en met 2017 is er in totaal 1,95 miljard euro uitgegeven aan de verschillende missies in Afghanistan.
230. Hoeveel heeft Nederland sinds 2001 in totaal uitgegeven aan ontwikkeling in Afghanistan?
Antwoord:
Sinds 2001 heeft Nederland ca. 1,3 miljard euro uitgegeven aan ontwikkeling in Afghanistan.6
231. Hoe draagt deze bijdrage bij aan de gereedheid van de Nederlandse special operating forces?
Antwoord:
De taken die de special forces in Resolute Support gaan uitvoeren, zijn ook onderdeel van de taken die zij moeten kunnen uitvoeren in het kader van de operationele gereedheid. Dit betekent dat het trainen, adviseren en assisteren van ATF 888 bijdraagt aan het herstel van de gereedheid voor deze specifieke taken.
232. Kunt u een inschatting geven van het bedrag aan ontwikkelingshulp, dat parallel aan de Nederlandse militaire bijdrage aan Afghanistan in de periode 2018 tot en met 2022, direct of indirect via internationale organisaties of ngo’s, vanuit de Nederlandse schatkist aan de ontwikkeling van Afghanistan wordt besteed?
Antwoord:
Jaarlijks investeert het kabinet sinds 2017 ca. 60 miljoen euro per jaar in de ontwikkeling van Afghanistan, aflopend tot 50 miljoen euro per jaar in 2020.
Daarnaast wordt in de periode 2018–2.020 EUR 16,3 miljoen euro besteed in het kader van de tender «Samenspraak en Tegenspraak» (CARE, Cordaid en Oxfam Novib), een ontmijningsprogramma van de NGO HALO Trust en het Addressing Root Causes Fonds (Cordaid, Norwegian Refugee Council).
Op 28 en 29 november 2018 zal de tweede ministeriële conferentie over Afghanistan plaatsvinden op in Genève. Daar zal worden gesproken over de voortgang m.b.t. de hervormingen waar de Afghaanse regering zich aan heeft gecommitteerd in het Self-Reliance through Mutual Accountability Framework (SMAF). Op basis van de uitkomst van deze conferentie zal het kabinet zich beraden op het vervolg van de Nederlandse steun en uw Kamer informeren over de besluitvorming.
Zie desgewenst ook: https://www.nytimes.com/2017/08/20/world/asia/afghanistan-military-strategy.html
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27925-632.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.