Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 april 2018
In deze brief, die gelijktijdig met de beantwoording van de vragen van de leden Van
Helvert, Van Dam en Omtzigt (allen CDA) over de resolutie van de parlementaire assemblee
van de Raad van Europa «Prosecuting and punishing the crimes against humanity or even
possible genocide committed by Daesh» aan uw Kamer is gezonden (Aanhangsel Handelingen
II 2017/18, nr. 1927), zet ik, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, graag uitgebreider uiteen
welke inspanningen door Nederland worden geleverd op het terrein van genocide in relatie
tot Islamitische Staat (ISIS).
Genocide in relatie tot IS
Als er aanwijzingen zijn dat leden van ISIS, inclusief teruggekeerde uitreizigers,
zich schuldig hebben gemaakt aan (medeplichtigheid aan) genocide en Nederland heeft
rechtsmacht, zal het Openbaar Ministerie, indien het daartoe aanleiding ziet, vervolging
instellen op grond van de Wet Internationale misdrijven. Het vervolgen van verdachten
voor het plegen van genocide is complex vanwege de hoge bewijslast en omdat de bewijsgaring
in een conflictgebied zoals Syrië bijzonder lastig is. Tot op heden zijn in Nederland
nog geen personen vervolgd voor het plegen van genocide of medeplichtigheid aan genocide
in relatie tot ISIS.
Vanwege deze complexiteit is een specifiek team ondergebracht bij het Landelijk Parket,
het Internationale Misdrijven-cluster (IM-cluster). Bij het IM-cluster werken officieren
van justitie met een hoge mate van expertise op het gebied van de vervolging van internationale
misdrijven, waaronder genocide. De taak van het IM-cluster is in samenwerking met
het Team Internationale Misdrijven van de Dienst Landelijke Recherche verdachten van
internationale misdrijven op te sporen en te laten berechten, waar ze zich ook bevinden
en ongeacht hun nationaliteit.
Het Team Internationale Misdrijven verkrijgt via verschillende kanalen informatie
met betrekking tot mogelijke verdachten van internationale misdrijven in relatie tot
ISIS, waaronder ook van burgers. Voor het doen van succesvol onderzoek naar mogelijke
verdachten van internationale misdrijven uit conflictgebieden zoals Syrië en Irak
speelt ICT een grote rol. Het Team Internationale Misdrijven heeft daarom geïnvesteerd
in onderzoek naar de toepasbaarheid en geschiktheid van analyse-tools voor «big data»
op het gebied van internationale misdrijven.
De afgelopen jaren heeft het IM-cluster onder meer onderzoek gedaan in Rwanda, Afghanistan,
voormalig Joegoslavië, Sierra Leone, Liberia en Congo. Een aantal oorlogsmisdadigers,
genocidairs en folteraars is ondertussen tot een gevangenisstraf veroordeeld door
de Nederlandse rechter. De rechter betrekt in haar oordeel mede wat de bevindingen
zijn van gezaghebbende internationale organen en instanties. De rechtspraak inzake
internationale misdrijven is grotendeels ondergebracht bij de rechtbank en het gerechtshof
in Den Haag.
Bij het Landelijk Parket zijn ook gespecialiseerde officieren van justitie voor terrorismebestrijding
werkzaam. Zoals bekend zijn teruggekeerde uitreizigers in Nederland reeds in meerdere
zaken veroordeeld voor het plegen van terroristische misdrijven. Om de mogelijkheid
te onderzoeken of mensen die betrokken zijn bij ISIS voor genocide of medeplichtigheid
aan genocide daarvoor kunnen worden vervolgd is bij het Landelijk Parket dus zowel
expertise op het gebied van internationale misdrijven als terrorismebestrijding ondergebracht.
Om te onderstrepen dat ik de bevindingen uit bovengemelde resolutie serieus neem ga
ik samen met politie en OM onderzoeken welke extra inspanningen mogelijk zijn om expertise
op dit specifieke terrein verder uit te bouwen. Bij dat onderzoek zal ik tevens het
voorstel van de Kamerleden Van Helvert, Van Dam en Omtzigt betrekken om een gespecialiseerd
officier op het gebied van internationale misdrijven aan te stellen die zich specifiek
gaat richten op genocide in relatie tot ISIS-verdachten. Over de resultaten van dit
onderzoek zal ik uw Kamer informeren.
Internationale inspanningen
Ook in internationaal verband spant het kabinet zich, conform het regeerakkoord (Kamerstuk
34 700, nr. 34), in voor de bestrijding van ISIS en de berechting van ISIS-strijders, onder meer
in de anti-ISIS Coalitie en in de VN-Veiligheidsraad. Zo heeft Nederland, in lijn
met motie Van Helvert c.s. (Kamerstuk 34 775 V, nr. 63) op 19 maart in de VN Veiligheidsraad de wens geuit dat de Veiligheidsraad genocide
door ISIS erkent.
De Kamer is over de inzet in internationaal verband verder geïnformeerd in de voortgangsrapportage
van de Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen ISIS van 13 april jl.1
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus