27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 545 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 1 juli 2015

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Ministers van Buitenlandse Zaken, voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Defensie over de brief van 19 juni 2015 inzake Nederlandse bijdrage Resolute Support Afghanistan (Kamerstuk 27 925, nr. 541).

De Ministers hebben deze vragen beantwoord bij brief van 30 juni 2015. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Eijsink

De griffier van de commissie, Van Toor

Vraag 1

Kan bevestigd worden dat de oorlogen in Afghanistan en Pakistan sinds 11 september 2001 hebben geleid tot 150.000 doden, zoals het Costs of War project onlangs berekende? Zo nee, welke schatting acht u dan betrouwbaar?

Antwoord:

Het rapport van het Costs of War project geeft aan dat er van oktober 2001 tot april 2015 in Afghanistan in totaal 92.000 en in Pakistan in totaal 57.000 personen zijn omgekomen als gevolg van het conflict. Het rapport baseert zich daarbij op diverse bronnen. Het gaat nadrukkelijk om een schatting, maar er is geen reden om aan te nemen dat deze schatting onbetrouwbaar zou zijn.

Vraag 2

Hoeveel aanvallen van binnenuit, zogenaamde green-on-green dan wel green-on-blue aanvallen, zijn er sinds de start van missie Resolute Support geweest op troepen van de NAVO dan wel op de Afghan National Defense and Security Forces (ANDSF)? Welke ontwikkeling is zichtbaar met betrekking tot green-on-greenaanvallen, waarbij ANDSF-personeel het vuur opent op Afghaanse collega’s? Welke ontwikkeling is zichtbaar met betrekking tot green-on-blueaanvallen, waarbij ANDSF-personeel het vuur opent op NAVO-militairen?

Antwoord:

In de eerste zes maanden van de missie Resolute Support zijn twee green-on-blue incidenten gerapporteerd. Het eerste incident was in Kabul op het Hamid Karzai International Airport (HKIA) en het tweede in de stad Jalalabad. Waarschijnlijk is dit een voortzetting van de dalende trend van het aantal green-on-blue incidenten. Deze afname is te verklaren door de afname van westerse eenheden en door de voorzorgsmaatregelen die zijn genomen om deze dreiging te mitigeren. De daders komen meestal om het leven, waardoor het directe motief achter de aanslagen onduidelijk blijft. Over de green-on-green aanvallen zijn geen cijfers bekend.

Vraag 3

Welke Nederlandse financiële bijdragen aan de ANDSF zijn reeds toegezegd en welke financiële bijdragen worden in de toekomst voorzien?

Antwoord:

Tijdens de NAVO-top in Chicago (2012) heeft Nederland toezeggingen gedaan over ondersteuning van de Afghaanse strijdkrachten en de politie. Zoals het kabinet u in de Artikel 100-brief over de missie Resolute Support heeft laten weten (Kamerstuk 29 521, nr. 254 van 1 september 2014) zal Nederland van 2015 tot 2019 jaarlijks 15 miljoen euro bijdragen aan het Law and Order Trust Fund Afghanistan (LOTFA).

Nederland draagt over de periode 2015–2017 jaarlijks 5 miljoen euro bij aan het Afghan National Army Trust Fund (ANA-TF). Over een bijdrage na deze periode heeft het kabinet nog geen besluit genomen.

Vraag 4

Kan aangegeven worden wat het beleid is aangaande door NAVO-militairen dan wel Amerikaanse militairen gevangengenomen strijders? Houden de Verenigde Staten nog altijd strijders gevangen in Afghanistan of zijn deze inmiddels allemaal, inclusief de niet-Afghanen, overgedragen aan de Afghaanse autoriteiten of autoriteiten van andere landen?

Antwoord:

De Resolute Support Missie is een Non-combat, Train, Advise and Assist missie. In lijn met de aard van de missie, wordt niet voorzien dat personen worden gevangengenomen. Mochten NAVO-eenheden toch individuen gevangen moeten nemen in het kader van zelfverdediging, dan zullen deze – zo nodig – worden ontwapend en vervolgens worden vrijgelaten of zo snel mogelijk worden overgedragen aan de Afghaanse autoriteiten.

De Verenigde Staten hebben eind 2014 de missie Operation Enduring Freedom beëindigd en dat hield in dat ook alle faciliteiten waar zich nog gedetineerden bevonden, zijn overgedragen aan Afghaanse autoriteiten.

Vraag 5, 6 en 9

Wat is de reden dat u, ondanks het uitstel van fase 2, er nog steeds zeker van bent dat Resolute Support in het laatste kwartaal van 2016 wordt voltooid met fase 3?

Kunt u een inschatting geven voor de te verwachten duur van de verlenging van fase 1?

In de brief staat beschreven dat de transitie van fase 1 naar fase 2 later dan voorzien zal worden uitgevoerd, maar dat de duur van de missie vooralsnog 2 jaar blijft. Betekent dit dat de fasen 2 en/of 3 korter zullen zijn dan voorzien? Welke gevolgen heeft dat voor de uitkomsten van de missie?

Antwoord:

De Verenigde Staten hebben verklaard dat Resolute Support einde 2016 zal worden beëindigd. De NAVO-planning zal gelijk oplopen met de VS-planning. Het is de verwachting dat de overgang naar fase 3 van Resolute Support in het laatste kwartaal van 2016 wordt uitgevoerd. De verlenging van fase 1 heeft geen negatieve gevolgen voor de uitkomsten van de missie. Met de verlenging van fase 1 wordt meer tijd gegeven voor training en advisering in de regio’s. Dit komt de zelfredzaamheid van de ANDSF ten goede. Door fase 1 te verlengen en daarmee langer te investeren in het versterken van de veiligheidstroepen verwacht de NAVO de opgelopen achterstand in te halen en de missiedoelstellingen alsnog in de gegeven tijd te behalen. Het is nog onduidelijk hoelang de verlengde fase 1 exact zal duren. Het tijdstip van overgang naar fase 2 wordt op een later moment door de NAVO bepaald.

Vraag 7

In hoeverre kloppen berichten over Iraanse steun aan de Taliban in Afghanistan? (http://www.wsj.com/articles/iran-backs-taliban-with-cash-and-arms-1434065528) Welke consequenties heeft deze steun voor de strijd tegen de Taliban in Afghanistan en voor de Resolute Support missie?

Antwoord:

Deze berichtgeving over Iraanse steun aan de Taliban in Afghanistan kan niet worden bevestigd.

Vraag 8

Wat zijn de belangrijkste inkomstenbronnen van de Taliban op dit moment? Wat wordt eraan gedaan om die bronnen droog te leggen?

Antwoord:

Het is waarschijnlijk dat een groot deel van de financiële middelen wordt verkregen uit criminele activiteiten zoals wapensmokkel en de verwerking en verhandeling van narcotica. Daarnaast innen de Taliban in Afghanistan geregeld belasting: (Zakat/Ushur) wat een additionele bron van inkomsten is. Ten slotte zijn er diverse indicaties dat er sprake is van buitenlandse private financiering vanuit onder meer de Golfstaten.

Vraag 10 en 23

Wat zijn de redenen voor vertraging van de transitie van fase 1 naar fase 2? Waarom heeft deze vertraging geen gevolgen voor de Nederlandse inzet op andere terreinen, zoals ontwikkelingssamenwerking?

Wat zijn, naast de politieke impasse die ontstond na de Afghaanse Presidentverkiezingen, de redenen dat resultaten van de missie vooralsnog achter blijven bij de verwachtingen?

Antwoord:

Als gevolg van de politieke impasse zijn benoemingen vertraagd. Hierdoor zijn besluiten uitgesteld die ten grondslag moeten liggen aan de benodigde hervormingen in de Afghaanse overheid in het algemeen en de veiligheidsstructuren in het bijzonder. De achterstand is volgens de Commandant van Resolute Support niet meer in te halen door een intensivering van de activiteiten aangezien het absorptievermogen van de Afghaanse veiligheidstroepen en bestuurders reeds maximaal wordt benut.

Zoals bekend richten de Nederlandse inspanningen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking in Afghanistan zich op het speerpunt veiligheid en rechtsorde. Dit sluit aan bij de doelstellingen van Resolute Support. Echter, zoals het kabinet schreef in de Artikel 100-brief (Kamerstuk 29 521, nr. 254 van 1 september 2014), is er geen sprake van een eigen Nederlandse geïntegreerde missie met een civiel-militaire aansturing en een geïntegreerd missie-ontwerp. Daarom heeft de vertraging bij de transitie van fase 1 naar fase 2 geen gevolgen voor de Nederlandse activiteiten buiten de missie, zoals op het gebied van ontwikkelingssamenwerking.

Vraag 11

Kan toegelicht worden wat precies de taken zijn van de Amerikaanse troepen die op bilaterale basis worden ingezet in de strijd tegen terreur?

Antwoord:

De nieuwe VS-missie in Afghanistan Operation Freedom Sentinel bestaat uit twee componenten: Train Advise and Support van de Afghan National Security and Defence Forces met een bijdrage aan Resolute Support en een bilaterale Counter Terrorism missie (CT). Deze CT-missie bestond in feite al eerder en wordt nu voortgezet. Op dit moment zijn 1500 van de 9800 aanwezige VS-troepen betrokken bij de CT-missie. Over de precieze taken van deze missie worden geen publieke uitspraken gedaan.

Vraag 12

Hoeveel aanvallen (targeted killings) door onder meer drones en special forces hebben de Verenigde Staten uitgevoerd sinds de start van de missie Resolute Support? Hoeveel burgerdoden zijn hierbij gevallen en hoeveel zogenaamde high value targets zijn erbij omgekomen?

Antwoord:

Er worden geen statistieken bijgehouden van de (gevolgen van) inzet van partnerlanden tijdens crisisbeheersingsoperaties.

Vraag 13

Wordt er op enigerlei wijze door Nederland samengewerkt met de Amerikaanse troepen die op bilaterale basis worden ingezet in de strijd tegen terreur? Zo ja, hoe?

Antwoord:

Indien Nederlandse troepen samenwerken met Amerikaanse troepen die op bilaterale basis worden ingezet, wordt de Nederlandse inbreng in deze samenwerking beperkt tot het mandaat van Resolute Support.

Vraag 14

Kunt u al meer zeggen over de banden tussen de politie in Kunduz en de Taliban?

Antwoord:

Het onderzoek dat naar banden tussen de politie in Kunduz en de Taliban loopt, is een Afghaanse aangelegenheid. Het kabinet kan vooruitlopend op de uitkomsten van dit onderzoek geen uitspraken doen over de inhoud hiervan.

Vraag 15

Wat is de meest recente stand van zaken ten aanzien van het rechtsstaatprogramma in Kunduz?

Antwoord:

Het kabinet heeft uw Kamer eerder op de hoogte gebracht van zijn besluit over voortzetting van het rechtsstaatprogramma in Kunduz (Kamerstuk 29 925, nr. 533 van 8 april 2015). De inhoudelijke lijn van het eerdere programma wordt daarbij in grote lijnen voortgezet: een deel van de activiteiten wordt gericht op versterking van de formele justitiesector (door Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit, GIZ) en een deel op de informele sector (door The Asia Foundation, TAF). Daarnaast ondersteunt Nederland VN-Habitat op het gebied van vredesopbouw en UNAMA door de financiering van een rechtsstaatadviseur. De veiligheidssituatie in Kunduz maakt het werk voor deze organisaties niet gemakkelijker. Daarom hebben UNAMA en GIZ bijvoorbeeld sommige activiteiten tijdelijk opgeschort. De gevolgen hiervan zijn nog niet in te schatten, maar de uitvoering van het rechtsstaatprogramma loopt mogelijk vertraging op. Mede dankzij lokale medewerkers en het werk van lokale NGO’s kunnen vele activiteiten wel gewoon doorgang vinden (zie vraag 57).

Vraag 16, 17, 18 en 19

Wat is u bekend over de aanwezigheid en activiteiten van ISIS in Afghanistan?

Wat is u bekend over (voormalige) Taliban-strijders die overlopen naar ISIS?

Klopt het dat de Taliban nu in strijd is met ISIS in verschillende plekken van Afghanistan?

Voeren de Afghaanse veiligheidstroepen ook gevechten met ISIS in Afghanistan?

Antwoord:

In Afghanistan heeft ISIS vooralsnog een gelimiteerde aanwezigheid. Hoewel de populariteit van ISIS langzaam lijkt toe te nemen, betreft het waarschijnlijk lokale strijdgroepen. Voorheen waren deze lokale strijdgroepen grotendeels gelieerd aan de Taliban, thans identificeren ze zich uit pragmatische overwegingen met ISIS. In de media zijn wel enkele incidenten gemeld waarbij vermeende ISIS-groepen waren betrokken. Verder zijn er enkele meldingen geweest van gevechten tussen groepen Taliban en zich met ISIS identificerende groeperingen. Daarnaast heeft het strategische leiderschap van de Taliban een open brief geschreven aan ISIS dat zij de Taliban niet moeten hinderen in het bereiken van hun lokale doestellingen. Het is mogelijk dat Afghaanse veiligheidstroepen in hun offensieven tegen insurgents ook tegen zich met ISIS identificerende groeperingen hebben gevochten.

Vraag 20

Welke politieke oplossing voor de lange termijn ziet u voor Afghanistan na de voorgenomen beëindiging van Resolute Support eind 2016?

Antwoord:

Afghanistan kampt nog met vele, grote problemen, zoals armoede, een stagnerende economie en wijdverbreide corruptie. Deze problemen kunnen alleen duurzaam worden aangepakt als de stabiliteit en veiligheid in het land gewaarborgd is. Dit is een zaak van lange adem en van de goede wil van landen in de regio. De internationale gemeenschap heeft zich gecommitteerd aan blijvende betrokkenheid bij Afghanistan.

Vraag 21

Op welke wijze wil u zich committeren aan vrede en veiligheid in Afghanistan na de voorgenomen beëindiging van Resolute Support eind 2016?

Antwoord:

De internationale gemeenschap, waaronder Nederland, heeft tijdens de NAVO-top in Chicago en de Tokio Conferentie (2012) politiek commitment uitgesproken Afghanistan te blijven steunen tijdens het transition decade (2014–2024). Na afloop van de missie Resolute Support eind 2016 zal de relatie tussen Afghanistan en de NAVO worden vormgegeven door het Enhanced Enduring Partnership-programma. Bij dit programma zal, waarschijnlijk onder civiel leiderschap en op kleine schaal, een voortzetting plaatsvinden van Train, Advise and Assist activiteiten aan de ANDSF. Het kabinet heeft nog geen besluit genomen over eventuele Nederlandse deelname aan dit programma. Ook over de Nederlandse ontwikkelingssteun op de lange termijn heeft het kabinet nog geen besluit genomen, met uitzondering van het Law and Order Trust Fund Afghanistan (LOTFA), zie vraag 3.

Vraag 22 en 25

Kunt u concreet aangeven (aantallen getrainde agenten, hoger kader) welke resultaten tot nu toe behaald zijn binnen de Resolute Support missie, ten aanzien van de opbouw van een professioneel en zelfstandig Afghaans veiligheidsapparaat?

Welke meetbare resultaten zijn er geboekt richting het doel van Resolute Support: een professioneel en zelfredzaam veiligheidsapparaat dat ook op lange termijn in staat is de veiligheid te handhaven en blijvend weerstand te bieden aan de opstandelingen?

Antwoord:

Vrijwel dagelijks bezoeken ongeveer zestig tot zeventig adviseurs van TAAC-North in Mazar-e-Sharif het hoofdkwartier van Afghan National Army 209th Corps op Camp Saheen en de diverse hoofdkwartieren van de Afghan National Police op Camp Pamir. Door Train, Advise and Assist wordt een fundamentele bijdrage geleverd aan de instandhouding en versterking van de Afghan National Defence and Security Forces. Het vechtseizoen 2015 is de eerste periode waarin de Afghaanse veiligheidstroepen zonder directe steun van coalitietroepen opereren.

Vraag 24

Op welke terreinen blijven de resultaten van de missie achter bij de verwachtingen?

Antwoord:

De NAVO heeft nog kritische tekortkomingen aan Afghaanse zijde geconstateerd op het gebied van inlichtingen, Special Forces, luchtsteun (Close Air Support), tactisch luchttransport en leiderschap.

Vraag 26

Welke concreet behaalde hervormingsresultaten op het gebied van corruptiebestrijding, mensenrechten, en veiligheid door Afghaanse autoriteiten waren voldoende aanleiding om 5 miljoen Euro ontwikkelingshulp in 2014 aan het Afghanistan Reconstruction Trust Fund (ARTF) toe te kennen?

Antwoord:

Het kabinet informeerde u op 26 januari jl. over de uitkomsten van de Londen conferentie (Kamerstuk 27 925, nr. 525). Tijdens die conferentie presenteerden de nieuwe president Ghani en CEO Abdullah hun hervormingsplannen en bevestigde de internationale gemeenschap zijn steun aan Afghanistan. De Afghaanse regering liet in Londen weten dat corruptiebestrijding, economische ontwikkeling en mensenrechten prioriteit hebben. Al in de eerste dagen van zijn presidentschap heeft Ghani daarop een onderzoek gelast naar verduisteringen van fondsen bij de Kabul Bank, waarbij USD 437 mln. zou zijn teruggevonden. CEO Abdullah zegde bovendien toe dat het nakomen van de Tokio Mutual Accountability Framework-afspraken hoog op zijn prioriteitenlijst staat. Het feit dat de nieuwe Afghaanse regering voortvarend en ambitieus van start ging was voor Nederland reden bovengenoemde EUR 5 miljoen toe te kennen.

Vraag 27

Waardoor ontstaat de grote druk waaronder deze eenheden werken? Is dat de aard van werk, de omstandigheden, is het de werkdruk of zijn er andere oorzaken?

Antwoord:

Tijdens het uitvoeren van alle adviesoperaties buiten Camp Marmal is ondersteuning vereist van Force Protection en medische troepen. Juist bij deze eenheden zijn Nederlandse militairen actief. Commandant TAAC-North wil zijn adviesteams maximaal inzetten om de nodige resultaten te bereiken. Dit levert een hoge werkdruk op voor de ondersteunende Nederlandse militairen. Het werk wordt daarnaast verzwaard door de klimatologische omstandigheden en het dragen van zware beschermende uitrusting en bepakking.

Vraag 28

Zijn er andere mogelijkheden naast de wijze van transport waarop de grote druk waaronder deze eenheden werken verlicht zou kunnen worden?

Antwoord:

De Nederlandse eenheden melden dat sprake is van druk, maar dat nog steeds sprake is van een uitvoerbare situatie. Verdere aanpassingen van het optreden, zijn daarom nu niet aan de orde.

Vraag 29

Wat zijn de indirecte gevolgen als gevolgen van het voortzetten van de Nederlandse bijdrage aan Resolute Support voor de gereedheid en geoefendheid van de krijgsmacht?

Antwoord:

Voor elke missie worden middelen specifiek overgebracht naar het inzetgebied. Daarnaast worden middelen gereserveerd voor opleiding en training van vervolgrotaties om de voortzetting van de missie te kunnen garanderen. Feitelijk worden daarmee deze middelen onttrokken aan het «reguliere» gereedstellingstraject van die eenheden die niet bij de missie betrokken zijn. Als het aantal missies toeneemt, zal dit tweede effect nadrukkelijker optreden. In veel gevallen kan een oplossing worden gevonden in internationale samenwerking of civiele inhuur. In een aantal gevallen zal de geoefendheid op bepaalde aspecten tijdelijk afnemen.

Vraag 30

Kan toegelicht worden waarom het nog niet is gekomen tot formele gesprekken tussen de Taliban en de Afghaanse autoriteiten? Wat zijn hiervoor de belangrijkste obstakels?

Antwoord:

De informele besprekingen dienen als vertrouwenwekkende maatregelen en als voorloper op echte onderhandelingen. Dat het nog niet tot formele onderhandelingen is gekomen, komt met name doordat het wederzijdse wantrouwen nog steeds groot is. De rol van de buurlanden, met name Pakistan,

is hierin van cruciaal belang. President Ghani heeft sinds zijn aantreden sterk geïnvesteerd in de verbetering van de relaties met de regio, waaronder Pakistan, maar dit heeft vooralsnog niet geleid tot substantiële stappen voorwaarts.

Vraag 31

Hoe bepaalt de Senior National Representative of het veilig is voor trainingen door Nederland elders in de regio Noord?

Antwoord:

De Senior National Representative (SNR) bepaalt of het verantwoord is voor Nederlandse militairen om deel te nemen aan adviesoperaties op regionaal niveau elders in de regio. De SNR baseert zich hierbij op de dreigingsappreciaties van TAAC-North en de MIVD. Daarnaast beschouwt de SNR-aspecten als beschermingsmaatregelen, escalatiedominantie en extractiemogelijkheden, luchtsteun, medische ondersteuning en de opgedragen taken.

Vraag 32

In welke gebieden in de regio Noord kan Nederland nu gaan trainen? Welke andere locaties worden overwogen voor trainingen in de regio Noord?

Antwoord:

Het adviseren kan worden uitgevoerd in het gehele operatiegebied van TAAC North conform het mandaat van TAAC-North. Tot nu toe is dit enkele malen gebeurd in de noordelijke provincie Kunduz. Bij deze activiteiten waren geen Nederlandse militairen betrokken.

Vraag 33

Hoe is het zogenaamde «golden hour» gegarandeerd voor Nederland wanneer actief elders in de regio Noord?

Antwoord:

Bij de ontwikkeling van de operatieorder door TAAC-North wordt door de SNR getoetst of de uitvoering van de operatie voldoet aan het criterium «Golden Hour».

Vraag 34

Wie is verantwoordelijk voor de «casevac» en «medevac» voor Nederland wanneer actief elders in de regio Noord?

Antwoord:

TAAC-North beschikt over eigen MEDEVAC-helikopters en over pantservoertuigen voor geneeskundige afvoer. Daarnaast beschikt TAAC-North over een eigen Role 2 ziekenhuis op Camp Marmal.

Vraag 35

Welke mogelijkheden heeft de regering en zet de regering in om druk te zetten op de Afghaanse regering om tot volledige implementatie van de ambitieuze hervormingsagenda te komen?

Antwoord:

Nederland onderstreept in besprekingen met de Afghaanse overheid continue het belang van hervormingen. Net als andere donoren geeft Nederland aan dat het behalen van resultaten van belang is, ook om de financiële ondersteuning in de toekomst veilig te stellen. De eerstvolgende bijeenkomst waarop de hervormingsplannen besproken zullen worden, is de Senior Officials Meeting op 5 september a.s. Deze bijeenkomst vindt plaats in het kader van het Tokyo Mutual Accountability Framework (TMAF) en zal door donoren gebruikt worden om de Afghaanse overheid te manen werk te maken van de implementatie van de hervormingen.

Vraag 36

Kunt u toelichten op welke wijze de NAVO-missie Resolute Support opereert in samenhang met de bredere politieke strategie om verzoening, vrede, veiligheid en ontwikkeling in Afghanistan duurzaam te bewerkstelligen?

Antwoord:

Resolute Support is onderdeel van een geïntegreerde aanpak in Afghanistan die de internationale gemeenschap nastreeft. Door het adviseren en trainen van het veiligheidsapparaat en bijbehorende instituties wordt beoogd de slagkracht te vergroten en de kwaliteit van het bestuur te versterken, wat positief bijdraagt aan het vergroten van de stabiliteit. Alleen in een relatief stabiel klimaat kunnen de internationale en Nederlandse inspanningen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en mensenrechten hun vruchten afwerpen en is economische groei mogelijk.

Vraag 37 en 38

Kunt u nader toelichten wat de stand van zaken is met betrekking tot de (geplande) onderhandelingen tussen de Afghaanse regering en de Taliban en om welke redenen deze onderhandelingen nog niet voldoende tot het gewenste resultaat leiden?

Wat is de meest recente stand van zaken op het gebied van gesprekken met de Taliban? Welke resultaten zijn daarbij tot op heden geboekt? Is er zicht op een vredesbestand is de nabije toekomst?

Antwoord:

De Afghaanse regering voert een beleid van toenadering tot Pakistan als schakel voor de Afghaanse – en regionale – stabiliteit en veiligheid. Daarbij speelt China meer en meer een constructieve en zichtbare rol in inspanningen om te komen tot een oplossing van het conflict in Afghanistan. China heeft invloed op Pakistan en ziet instabiliteit en moslimfundamentalisme in centraal Azië als een bedreiging voor haar eigen stabiliteit en economische belangen in de regio. De laatste maanden vonden verschillende informele, oriënterende gesprekken plaats tussen gezaghebbende figuren binnen de Afghaanse samenleving en de Taliban. Deze gesprekken werden deels door China ondersteund.

Ook vond op 2 en 3 mei jl. in Doha onder auspiciën van de Pugwash Conferences on Science and World Affairs, een bijeenkomst plaats waaraan zowel een aantal prominente Afghanen als vertegenwoordigers van de Taliban deelnamen. De meest recente gesprekken vonden begin juni in Oslo plaats, waarbij Taliban-vertegenwoordigers en vertegenwoordigers van Afghaanse vrouwen spraken over mensenrechten. Vooralsnog zijn de besprekingen informeel en is er geen indicatie wanneer overgegaan zal worden tot formele besprekingen.

Vraag 39, 51, 52, 53

Zijn sinds de start van missie Resolute Support meer overheidsinkomsten gegenereerd? Zo ja, hoeveel?

U schrijft dat de Afghaanse regering stevig inzet op onder andere het verminderen van donorafhankelijkheid. Welke maatregelen zijn tot op heden getroffen om deze afhankelijkheid te verminderen? Is sinds de start van missie Resolute Support de donorafhankelijkheid verminderd? Zo ja, met hoeveel? Graag een toelichting.

Welke ontwikkelingen zijn er met betrekking tot Afghaanse inzet donorafhankelijkheid te verminderen? Is er vooruitzicht op vermindering van de Nederlandse ontwikkelingshulpbijdrage? Zo neen, waarom niet?

Wanneer verwacht u dat Afghanistan zelf de ANDSF kan financieren? Kunt u aangeven of er reeds voortgang is geboekt omtrent de lange termijn financiering van de ANDSF en onafhankelijkheid op dat vlak van buitenlandse financiering in de toekomst?

Antwoord:

De veiligheidssituatie en onzekerheid rondom de vorming van de regering van nationale eenheid hebben geleid tot een daling van de economische groei in Afghanistan. De Wereldbank heeft becijferd dat de groei in 2014 2 procent bedroeg, tegen 3,7 procent in 2013 en (gemiddeld) 9 procent tussen 2003 en 2012. Dit jaar schat de Wereldbank de groei op 2,5 procent. Mede door de afname van de economische groei en lagere investeringen heeft de regering van Afghanistan te kampen met een vermindering van de belastinginkomsten: volgens de Wereldbank gaat het sinds 2011 om een daling van 11,6 procent van het BBP tot 8,4 procent in 20141. In dezelfde periode is de donorafhankelijkheid, uitgedrukt als het percentage van het BNI afkomstig uit ontwikkelingshulp, is volgens de Wereldbank gedaald van 38,3 tot 25,72. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de totale ontwikkelingshulp aan Afghanistan in deze periode is gedaald3.

Al met al maakt de afvlakkende economische groei het moeilijk eigen inkomsten te genereren. De hulpafhankelijkheid van Afghanistan is daarom nog steeds groot. Naar verwachting zal dat de komende jaren zo blijven. Wel is het aanzwengelen van economische groei en bedrijvigheid een van de beleidsprioriteiten van president Ghani, naast beter (economisch) bestuur, het tegengaan van verspilling van publieke middelen door de overheid en het bestrijden van corruptie.

Wanneer Afghanistan de ANDSF zelf kan financieren is afhankelijk van meerdere factoren, waaronder economische groei, fiscale hervormingen en goed bestuur. Vooralsnog zal de internationale gemeenschap middels bijdragen aan het Law and Order Trust Fund Afghanistan (LOTFA) en aan het Afghanistan National Army Trust Fund (ANA TF) betrokken blijven bij de financiering van de Afghan National Security Forces (zie vraag 3). In de Chicago declaration tijdens de NAVO-top in 2012 heeft Nederland zich tot 2024 politiek gecommitteerd, hetgeen recentelijk tijdens de NAVO-top in Wales is herbevestigd. Tijdens deze top is afgesproken dat Afghanistan zelf USD 500 mln. bijdraagt en geleidelijk steeds meer.

Vraag 40

Kan toegelicht worden hoeveel grondgebied de afgelopen jaren aan de Taliban en andere opstandelingen is verloren? Kan daarbij specifiek ingegaan worden op de gebieden waar Nederland eerder actief was, in Uruzgan en Kunduz?

Antwoord:

In zowel Kunduz als Uruzgan hebben de opstandelingen hun invloedsgebied vanuit de bekende safe havens uitgebreid, waardoor enkele districten en bevolkingscentra onder druk staan. In Uruzgan hebben de opstandelingen nog geen districtscentra veroverd, in Kunduz hebben zij tijdelijk twee districtscentra in handen gehad. Deze centra hebben de opstandelingen na korte tijd ook weer verlaten, waarna de Afghaanse veiligheidstroepen de districtscentra weer hebben bezet. Waarschijnlijk hebben de opstandelingen nog niet de bestuurlijke capaciteiten om districten te besturen vanuit deze districtscentra. Mogelijk hebben ze wel de intentie om die te ontwikkelen. Ook in andere delen van het land hebben de opstandelingen hun invloedsgebieden uitgebreid en staan districtscentra onder druk alsmede enkele bevolkingscentra. Tot op heden zijn de Afghaanse veiligheidstroepen nog in staat om de offensieven van de opstandelingen af te stoppen voordat belangrijke routes onbegaanbaar worden en/of bevolkingscentra worden ingenomen. De vraag aangaande de omvang van het grondgebied dat aan de Taliban en andere opstandelingen is verloren gegaan, kan niet worden beantwoord.

Vraag 41

Is het juist dat in het noorden van Afghanistan vooral veel milities, die niet of nauwelijks onder controle van de centrale autoriteiten staan, strijd leveren tegen de Taliban?

Antwoord:

Nee, in het noorden van Afghanistan zijn de milities in sommige gevallen verweven met de Afghaanse autoriteiten. Sinds enkele weken zijn er berichten waaruit blijkt dat de milities samen met de Afghaanse veiligheidstroepen de strijd aanbinden met de Taliban. Er zijn nog geen incidenten gerapporteerd waarbij de milities zelfstandig grootschalig strijden tegen de Taliban.

Vraag 42

Kunt u toelichten wat het concreet betekent dat «de ANDSF in delen van Afghanistan niet meer in staat is om de militaire verplichtingen na te komen»? Betekent dit in feite dat zij niet garant kunnen staan voor vrede en veiligheid in delen van Afghanistan? Zo nee, wat betekent het dan?

Antwoord:

Met de terugtrekking van de ISAF-troepenmacht, hebben de Afghaanse veiligheidstroepen zich deels teruggetrokken richting de bevolkingscentra en de doorgaande routes. Hierdoor hebben de ANDSF in grote delen van de rurale gebieden weinig invloed meer en daardoor kunnen ze geen zorg dragen voor de veiligheid in die gebieden.

Vraag 43

Heeft de term «fragiele stabiliteit» betrekking op de patstelling tussen Afghaanse veiligheidstroepen en de Taliban? Zo nee, kunt u toelichten wat deze term wel precies betekent?

Antwoord:

De term fragiele stabiliteit heeft inderdaad betrekking op de genoemde patstelling. Thans nemen de opstandelingen grote delen van het rurale gebied in en hebben de ANDSF de bevolkingscentra en doorgaande routes grotendeels onder controle. In deze huidige situatie is geen van beide groeperingen in staat een definitief voordeel te boeken.

Vraag 44

Betekent de patstelling tussen de Afghaanse veiligheidstroepen en de Taliban, de aanwezigheid van ISIS in Afghanistan, lokale «warlords», en diverse overige opstandelingen, dat er in feite sprake is van een burgeroorlog in Afghanistan? Zo nee, kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord:

In Afghanistan is het al decennialang onrustig waarbij constant sprake is van verschillende rivaliserende groepen, met ISIS als nieuwkomer. Momenteel is een lenteoffensief bezig waarin verschillende belanghebbenden strijden om politieke, geografische en economische belangen. Het lenteoffensief van de Taliban komt elk jaar terug. Het verschil is dat het offensief dit jaar op een moment komt waarop de Afghanen voor het eerst volledig zelf verantwoordelijk zijn voor de veiligheid in het land.

Regeringstroepen laten zien in staat te zijn om de Taliban te stoppen in hun offensief en de grote steden en meeste doorgaande wegen te beveiligen, maar ze hebben nog niet de capaciteit om de Taliban terug te drijven.

Veiligheid en stabiliteit berusten in Afghanistan op een precaire machtsbalans tussen de centrale overheid, ANDSF, Warlords en opstandelingen. Tribale en etnische spanningen kunnen tot een verstoring van deze stabiliteit leiden waarvan opstandelingen gebruik maken. De voortdurende steun door de internationale gemeenschap aan de Afghaanse autoriteiten is er op gericht deze machtsbalans in haar voordeel laten omslaan. Dit blijft een kwestie van lange adem.

Vraag 45

Kunt u nader toelichten wat de oorzaken zijn voor de belangrijkste militaire successen van de Taliban in de regio Noord en provincies Uruzgan en Helmand en op welke wijze de trainings- en adviesmissie hierop inspeelt?

Antwoord:

Sinds de afgelopen winter zijn er meer Taliban-commandanten in Afghanistan aanwezig. Waarschijnlijk komt dit door het grotendeels wegvallen van de druk van de targeting operaties. Door de aanwezigheid van deze commandanten zijn de opstandelingen in staat hun groepen strijders beter te organiseren en in te zetten. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat de opstandelingen ook beter kunnen samenwerken. Hierdoor zijn de capaciteiten van de opstandelingen verbeterd. Daarnaast zijn sinds het begin van dit jaar de ANDSF goeddeels zelfstandig verantwoordelijk voor de veiligheidssituatie en krijgen zij in principe geen luchtsteun meer van westerse landen. Deze luchtsteun is in het verleden veelal cruciaal gebleken in de strijd tegen de opstandelingen. De ANDSF zijn niet in staat dit gebrek op te vangen met de eigen Afghaanse luchtmacht.

Door middel van adviesoperaties en het verzorgen van trainingen draagt de NAVO-missie bij aan het versterken van de ANDSF. In reactie op het Taliban offensief voert de ANA enkele grote operaties uit in verschillende regio’s waaronder Kunduz. De NAVO ondersteunt deze operaties door het tijdelijk en plaatselijk adviseren in de vooruitgeschoven (Legerkorps-) hoofdkwartieren van de ANA die deze operatie leiden en coördineren.

Vraag 46

In hoeverre kloppen recente berichten over het oprukken van de Taliban in verschillende gebieden in Afghanistan, waaronder Kunduz? (http://www.pajhwok.com/en/2015/06/22/taliban-advancing-kunduz-city-officials) Welke gevolgen hebben deze ontwikkelingen voor de Resolute Support missie?

Antwoord:

In diverse delen van Afghanistan hebben de opstandelingen hun invloedsgebieden uitgebreid en staan districtscentra onder druk alsook enkele bevolkingscentra. Tot op heden zijn de Afghaanse veiligheidstroepen nog in staat om de offensieven van de opstandelingen af te stoppen alvorens belangrijke routes onbegaanbaar worden of voordat bevolkingscentra worden ingenomen. In Kunduz zijn de opstandelingen eveneens opgerukt vanuit hun safe havens en hebben ze de controle over grote delen van het rurale gebied in de provincie. Hierbij zijn de opstandelingen in staat geweest om korte tijd twee districtscentra te bezetten. Tot op heden is er echter nog geen sprake van opstandelingen die bezig zijn de stad in te nemen. Het is thans ook twijfelachtig of de opstandelingen de capaciteiten en intentie hebben de stad Kunduz werkelijk in te nemen, zoals het hierboven genoemde artikel aanhaalt. Er zijn enkele indicaties dat dergelijke berichten worden gegenereerd om meer aandacht voor de provincie te krijgen waardoor er meer middelen beschikbaar komen. De NAVO ondersteunt operaties van de ANDSF door het tijdelijk en plaatselijk adviseren in de vooruitgeschoven (Legerkorps-)hoofdkwartieren van de ANA die deze operatie leiden en coördineren.

Vraag 47

Klopt het dat de veiligheidssituatie in Afghanistan in het afgelopen jaar is verslechterd en dat de Taliban in 2014 zijn invloed op het platteland verder heeft uitgebreid en meer bewegingsvrijheid heeft, zoals de MIVD schrijft in haar jaarrapport? Zo ja, wat zijn de gevolgen daarvan voor de Resolute Support missie? Nemen de risico’s op een gewelddadig treffen met de Taliban hierdoor toe voor de Nederlandse troepen?

Antwoord:

Ja, de veiligheidssituatie in Afghanistan is verslechterd en de opstandelingen hebben hun invloedsgebieden aanzienlijk uitgebreid in de rurale delen van Afghanistan, zie ook de antwoorden op vraag 40, 45 en 46. Vooralsnog zijn de activiteiten van de opstandelingen primair gericht tegen Afghaanse overheidsfunctionarissen en Afghaanse veiligheidstroepen. In het operatiegebied van de Nederlandse eenheden, de Noord-Afghaanse provincie Balkh, is er voor zover bekend ook een beperkte dreiging tegen westerse militairen. Desalniettemin is het mogelijk dat westerse eenheden als nevenschade kunnen worden geraakt (verkeerde moment, verkeerde plaats) of kunnen worden gezien als gelegenheidsdoelwit. Vooralsnog is er echter geen toenemende intentie tegen de Nederlandse eenheden onderkend. De NAVO ondersteunt operaties van de ANDSF door het tijdelijk en plaatselijk adviseren in de vooruitgeschoven (Legerkorps-) hoofdkwartieren van de ANA die deze operatie leiden en coördineren.

Vraag 48

Hoe groot is het risico dat de Taliban grote delen van Afghanistan gaan veroveren in de komende maanden?

Antwoord:

Waarschijnlijk zullen de komende maanden een voortzetting zijn van de huidige ontwikkelingen, waarbij de opstandelingen hun invloed blijven uitbreiden in de rurale en perifere gebieden in Afghanistan. Het is twijfelachtig dat de opstandelingen in de komende maanden provincies volledig zullen veroveren.

Vraag 49, 50

Is de corruptie in Afghanistan het afgelopen jaar afgenomen? Welke ontwikkelingen zijn hier zichtbaar?

U schrijft dat president Ghani al verschillende concrete maatregelen heeft genomen om corruptie aan te pakken, waaronder het ontslaan van enkele corrupte regionale gouverneurs. Aangezien u spreekt van «verschillende concrete maatregelen»: om welke andere maatregelen gaat het?

Antwoord:

De corruptie in Afghanistan is hoog. Transparency International plaatst Afghanistan jaarlijks in de top 5 van meest corrupte landen ter wereld. Uit de survey 2014 van Integrity Watch Afghanistan blijkt dat er geen verbetering heeft plaatsgevonden in de aanpak van corruptie in 2013 ten opzichte van het jaar ervoor. Opeenvolgende regeringen onder leiding van president Karzai hebben onvoldoende maatregelen tegen corruptie genomen. Het is daarom positief dat zowel de huidige president Ghani als CEO Abdullah tijdens hun verkiezingscampagne fors aandacht aan het aanpakken van corruptie schonken en na hun aantreden ook concrete maatregelen hebben genomen.

Een van president Ghani’s eerste maatregelen was het instellen van het «Procurement office», vanwege de fraude gevoeligheid in de aanbestedings- en inkoopsector. Naast het ontslaan van corrupte regionale gouverneurs, is de controversiële Chief of Justice vervangen en zijn enkele van corruptie beschuldigde overheidsfunctionarissen geschorst. Daarnaast heeft de president een groot onderzoek ingesteld naar de verduisteringen van fondsen bij de Kabul Bank, een van de grootste corruptieschandalen in Afghanistan. Ook is een doorlichting van het Ministerie van Defensie gestart naar aanleiding van een schandaal waarin brandstof werd ingekocht tegen een te hoge prijs. In mei jl. werd het contract van de Mes Aynak kopermijn gepubliceerd; een verzoek van het maatschappelijk middenveld dat al sinds de tekening van het contract in 2008 was gedaan.

Het doorgaans kritische SIGAR (Special Inspector General for Afghanistan Reconstruction) beaamt dat er sprake is van een verbetering in de aanpak van corruptie.

Vraag 54 en 56

Is er aanleiding om Nederlandse adviseurs en militairen extra te ondersteunen nu de NAVO-troepenmacht regelmatig doelwit van aanslagen en beschietingen is?

Is de NAVO-troepenmacht adequaat voorbereid op grootschalige aanvallen door de Taliban, gelet op het feit dat de veiligheidssituatie is verslechterd en de operationele risico’s zijn toegenomen sinds het begin van de missie?

Antwoord:

De NAVO-troepenmacht beschikt over voldoende middelen om te kunnen reageren op een (dreiging van) een grootschalige aanval op NAVO-troepen door de Taliban.

Vraag 55

Zijn toekomstige grootschalige acties tegen de NAVO-troepenmacht door de Taliban waarschijnlijk?

Antwoord:

Vooralsnog hebben de opstandelingen de focus primair gericht op Afghaanse overheidsfunctionarissen en Afghaanse veiligheidstroepen. Het is vooralsnog onwaarschijnlijk dat de opstandelingen deze focus zullen verleggen naar westerse troepen. Desalniettemin is een complexe aanval op een installatie van westerse militairen niet uit te sluiten.

Vraag 57

Hoe slecht moet de veiligheidssituatie in Kunduz worden voordat dit aanleiding is om het Nederlandse rechtsstaatprogramma in stop te zetten?

Antwoord:

Nederland maakt bij het rechtsstaatprogramma in Kunduz gebruik van ervaren partners zoals GIZ, TAF en VN-Habitat (zie vraag 15), die op hun beurt nauw samenwerken met lokale NGO’s. In Afghanistan kunnen veiligheidsrisico’s nooit helemaal worden uitgesloten. Vooraf valt echter niet te zeggen op welk moment ontwikkelingsorganisaties hun werk in Kunduz moeten staken.

Vraag 58

Waaruit bestaan de additionele uitgaven geraamd op maximaal € 15 mln euro?

Antwoord:

In de raming van de missie zijn alle aan de missie gerelateerde additionele uitgaven, conform de afspraken naar aanleiding van de motie Knops/Ten Broeke uit 2012 en de motie Aasted Madsen-Van Stiphout/Ten Broeke uit 2010, meegenomen. Deze additionele kosten worden gedekt uit het BIV.

Vraag 59 en 62

Welke kasschuif in het Budget Internationale Veiligheid (BIV) vindt er plaats voor de additionele uitgaven voor de militaire bijdrage ter hoogte van € 15 miljoen?

Zijn er op dit moment ontwikkelingen merkbaar die de maximaal geraamde kosten van € 15 miljoen Euro zouden kunnen doen overschrijden?

Antwoord:

De verlenging wordt voorlopig gedekt door middel van een kasschuif binnen het BIV. De kasschuif haalt in totaal € 86,5 mln. naar 2016. Het voorstel is om het grootste deel uit de jaren 2018, 2019 en 2020 te halen. Uit 2015 wordt het resterende bedrag aan vrije ruimte doorgeschoven naar 2016. De kasschuif zal pas bij 2e Suppletoire Wet 2015 worden geformaliseerd. De structurele financiering van crisisbeheersingsoperaties komt aan de orde bij de uitwerking van de motie Van der Staaij waarover u op Prinsjesdag verder zal worden geïnformeerd.

Thans zijn er geen aanwijzingen dat het maximale bedrag van € 15 mln. in 2016 zal worden overschreden.

Vraag 60

Hoeveel van de Nederlandse hulp-, ontwikkelings- en budgetgelden aan Afghanistan gaan direct naar de Afghaanse overheid? Hoeveel is dit in procenten van het totaal aan Nederlandse hulp voor Afghanistan?

Antwoord:

Er gaat geen Nederlandse ontwikkelingshulp direct naar de Afghaanse overheid. Weliswaar komt Nederland de internationale afspraak met Afghanistan na dat minstens 50 procent van zijn ontwikkelingshulp «on budget» is, (het huidige Nederlandse percentage is 69 procent), maar het beheer daarvan is in handen van internationale organisaties, zoals UNDP (in het geval van LOTFA) en de Wereldbank (in het geval van het ARTF).

Vraag 61

Wat wordt er precies bedoeld met «het verbeteren van de kwaliteit van leiderschap op operationeel en strategisch niveau», waar de Nederlandse adviseurs zich vooral op richten? Wat moet er precies worden verbeterd en hoe bewerkstelligen Nederlandse adviseurs dit?

Antwoord:

De NAVO-adviseurs versterken de ANDSF en de daaraan verbonden instituties door dagelijkse adviesbezoeken en het uitvoeren van (staf)trainingen. Leiderschap is hierbij een belangrijk onderwerp. Daarbij wordt voorbeeldgedrag gestimuleerd, waarbij het weerstand bieden tegen en verwerpen van corruptie een belangrijk thema is. Daarnaast worden andere leiderschapskwaliteiten gestimuleerd, waaronder het samenwerken en het delen van informatie om op deze wijze de effectiviteit van de ANDSF te vergroten. Andere adviesonderwerpen zijn kennis en vaardigheden op het gebied van operationele besluitvorming en instandhouding van personeel en materieel. Het opbouwen van een vertrouwensrelatie door de adviseurs met hun Afghaanse counterparts is hierbij een belangrijke voorwaarde gebleken.

Vraag 63

Wat is de reden dat de structurele financiering en uitwerking daarvan pas aan de orde komt bij Prinsjesdag?

Antwoord:

De financiering van crisisbeheersingsoperaties in structurele zin (motie-Ten Broeke/Servaes) is meegenomen bij de uitvoering van de motie Van der Staaij. De financiële uitwerking daarvan is onderdeel van de augustusbesluitvorming. De uitkomsten worden gepresenteerd op Prinsjesdag.

Vraag 64

Kunt in een tabel toelichten hoeveel de totale uitgaven bedragen voor Afghanistan, onderverdeeld naar militaire bijdrage aan de missie Resolute Support en overige uitgaven (zoals ontwikkelingssamenwerking en het rechtsstaatprogramma), per jaar, voor de jaren 2014, 2015 en 2016?

Antwoord: zie onderstaande tabel.

In mln. €

2014

2015

2016

Nederlandse militaire bijdrage aan Resolute Support

€ 0,2 mln (realisatie)

€ 15 mln (raming)

€ 15 mln (raming)

Overige uitgaven1

64,5 mln (realisatie)

60 mln (raming)

60 mln (raming)

X Noot
1

Het betreft uitgaven (2014) en ramingen (2015–2016) op de begrotingen van BHOS en BZ, exclusief de bijdragen via programma’s in meerdere landen (d.w.z. niet geoormerkt voor een specifiek land), en bijdragen van Nederland aan wereldwijde multilaterale fondsen.


X Noot
1

Bron: Wereldbank, Afghanistan Economic Update, april 2015.

X Noot
2

Bron: Wereldbank, World Development Indicators.

X Noot
3

Idem.

Naar boven