Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 januari 2024
Hierbij sturen wij u de reactie op het verzoek van de vaste commissie voor onderwijs
om een reactie op twee brieven van verschillende onderwijsorganisaties over de oproep
tot een Deltaplan Lerarentekort en het verzoek om een rijksbijdrage te realiseren
voor een sectorale stagevergoedingsregeling.
Het huidige kabinet onderstreept de urgentie
De onderwijsbonden en -werkgevers hebben op 5 december 2023 een nieuw kabinet verzocht
om in het regeerakkoord op te nemen dat er een deltaplan voor het lerarentekort komt
dat samen met sociale partners wordt uitgewerkt. Wij onderstrepen het belang om de
tekorten in het onderwijs aan te pakken en hebben daarom samen met de sector (waaronder
ook de onderwijsorganisaties van de brief) het Onderwijsakkoord1 en het bijbehorende werkplan Samen voor het beste onderwijs gesloten.2 Hierin zijn maatregelen opgenomen om te werken aan de kwaliteit van het onderwijs
en om de tekorten aan te pakken. Afgesproken is om jaarlijks 1,5 miljard euro te investeren
in leraren en ander onderwijspersoneel. De salarissen voor leraren in het primair
onderwijs zijn daardoor gelijkgetrokken met het voortgezet onderwijs en fors gestegen.
Ook wordt met dit geld de werkdruk in het voortgezet onderwijs aangepakt en is geïnvesteerd
in professionalisering.
In het werkplan Samen voor het beste onderwijs hebben we afspraken gemaakt over meer
samenwerking tussen schoolbesturen, lerarenopleidingen en de beroepsgroep in de regio,
over onderwijstijd in het primair- en voortgezet onderwijs, bevoegdheden, opleiden
en strategisch personeelsbeleid. In onze recente Kamerbrief over de voortgang van
de lerarenstrategie hebben we uw Kamer een update gegeven over de uitvoering.3
Stagevergoedingen
De onderwijsorganisaties roepen in een tweede brief de Kamer op om vooruitlopend op
de formatiegesprekken tijdens de komende begrotingsbehandeling van OCW geld vrij te
maken voor stagevergoedingen in het primair en voortgezet onderwijs. Wij onderstrepen
het belang dat stagiairs in alle onderwijssectoren een stagevergoeding krijgen. Door
stages voor alle stagiairs in het onderwijs te vergoeden wordt de opleiding aantrekkelijker
en de prikkel om (te veel) te werken naast de stage verlaagd. Bovendien voorkomt het
«groenpluk», voortijdige uitstroom van studenten uit de opleidingen. Ondanks oproepen
vanuit het kabinet en studenten betalen besturen nauwelijks stagevergoedingen.4
Het is de verantwoordelijkheid van de onderwijswerkgevers om hierin te voorzien. Daarom
heeft het kabinet de sociale partners in het onderwijs al eerder opgeroepen om in
de cao’s afspraken te maken over stagevergoedingen. In het mbo en hbo zijn in de recente
cao’s hierover al afspraken gemaakt en financieren de werkgevers het zelf. Wij roepen
daarom de sociale partners in het primair en voortgezet onderwijs op om soortgelijke
afspraken te maken, zodat ook in het primair en voortgezet onderwijs stages adequaat
worden beloond. Wij zien al mooie voorbeelden in de regio van besturen die gezamenlijke
afspraken maken over passende maandelijkse stagevergoedingen.
Tot slot
Wij blijven de komende tijd alles op alles zetten om ervoor te zorgen dat mensen voor
het mooie vak van leraar kiezen, dat ze hiervoor goed worden opgeleid en dat het beroep
zo aantrekkelijk mogelijk is. Daarvoor is het belangrijk om de ingezette koers vol
kracht voort te zetten, samen met de sector waar de afspraken mee gemaakt zijn. Het
is aan een nieuw kabinet om te bepalen hoe zij hiermee doorgaat.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf