27 923 Werken in het onderwijs

Nr. 221 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 februari 2016

Op verzoek van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bied ik u hierbij mijn reactie aan op de uitzending van Zembla over werkdruk van 27 januari jongstleden.

Werkdruk in het voortgezet onderwijs

Leraren van het voortgezet onderwijs (vo) zetten zich elke dag met grote betrokkenheid, inspiratie en energie in om leerlingen voor te bereiden op het vervolgonderwijs en hun plek in de maatschappij. Dit is ontzettend belangrijk en verdient waardering: leraren maken immers het onderwijs. Het is daarom van belang dat leraren voldoende tijd en ruimte hebben om hun rol in het onderwijsproces goed te kunnen vervullen. Ik vind het daarbij belangrijk dat leraren zich in voldoende mate gesteund voelen door hun school. De signalen over werkdruk, zoals die naar voren komen in de Zembla-uitzending, moeten dan ook serieus worden genomen. Tegelijkertijd is het belangrijk deze cijfers in perspectief te plaatsen: uit het Talis-onderzoek blijkt dat ruim 90 procent van de leraren in Nederland vergeleken trots en tevreden is met hun werk.1 Dat is, ook in deze internationale vergelijking, een hoog percentage. Ook uit de reacties op het programma op sociale media blijkt dat er veel leraren zijn die het beeld zoals dat in Zembla werd geschetst oppervlakkig en karikaturaal vonden.

Natuurlijk ligt er een belangrijke opgave om de werkdruk beperkt te houden. Het is dan ook goed dat leraren, schoolleiders en bestuurders steeds meer met elkaar het gesprek aangaan over oplossingsrichtingen. Al een aantal jaar zie ik dat leraren zelf steeds meer regie nemen op het gebied van onderwijsontwikkeling en de manier waarop zij het onderwijs organiseren. Op deze manier ontstaan vernieuwende initiatieven, die leraren helpen om hun onderwijs efficiënter en effectiever in te richten, waardoor werkplezier toeneemt en werkdruk vermindert. Via innovatieve concepten als flipping the classroom wordt instructie die normaal in de klas gegeven wordt door leerlingen thuis bekeken. Zo voeren leraren regie op de inrichting van hun lessen. Verder implementeert een groot aantal scholen de methodiek van Stichting leerKRACHT. Leraren voeren hierbij onderling het gesprek over de vraag hoe de onderwijsprocessen slimmer en efficiënter kunnen worden ingericht, ze stellen onder andere eigen werkprocessen aan de orde om gericht aan oplossingen voor werkdruk te werken. Dit draagt bij aan een efficiëntere werkomgeving.

Aanpak van werkdruk begint op school

Tegengaan van werkdruk begint in de school. Werkdruk komt vooral door de manier waarop schoolteams het onderwijs en het werk invullen. Ze gaan zelf over de manier van vergaderen of van het bijhouden van administratie. Onderzoek van CNV onderwijs laat zien dat tweederde van de leraren vindt dat ze te veel tijd aan vergaderen besteden, terwijl driekwart aangeeft teveel tijd kwijt te zijn aan administratie en papierwerk.2 De schoolleider speelt een belangrijke rol om hier op te sturen en te prioriteren. Hij of zij geeft leraren aan wat wel en niet verplicht is door de overheid. Natuurlijk hoeft niet elke leraar hetzelfde te doen binnen het onderwijs. De schoolleider kan de taken in het team verdelen en daarbij rekening houden met de verschillen in interesse en vaardigheden van de teamleden. Als scholen het onderwijs efficiënter en effectiever organiseren, zal de werkdruk van leraren lager worden. Dit weten we uit de resultaten van de Innovatie Impuls Onderwijs (IIO) die laten zien dat het werken met innovatieve vormen van lesgeven een positief effect heeft op de ervaren werkdruk.3 Voorbeelden van die vormen zijn videolessen, lessen op verschillende locaties waarbij gebruik wordt gemaakt van een rechtstreekse videoverbinding, of een rijk gevulde elektronische leeromgeving in combinatie met ondersteuning door getrainde studenten.

Landelijk beleid om werkdruk tegen te gaan

De aanpak van werkdruk is echter niet alleen zaak van de school. Ook de overheid speelt daarin in een rol. Het landelijk beleid is er op gericht om de acties op schoolniveau verder te ondersteunen. Zo investeert OCW gezamenlijk met de VO-raad in de versterking van HRM-beleid. Hierdoor wordt de organisatie versterkt en worden leraren toegerust om hun bijdrage aan de onderwijsdoelstellingen te kunnen realiseren en gericht te professionaliseren waar dat nodig is. Leraren die zich sterker voelen in hun vak, kunnen het werk beter aan.

Het Ministerie van SZW is in 2014 een campagne rondom werkstress gestart, die mede gericht is op scholen. Doel van deze campagne is dat werkgevers en werknemers signalen van werkstress eerder herkennen en bespreekbaar maken. Ik wil, samen met mijn collega van SZW, de generieke activiteiten voor de publieke sector nog gerichter inzetten voor scholen.

Via de Impuls Leraren Tekortvakken werk ik aan vermindering van lerarentekorten in specifieke vakken. Hierdoor moet de werkdruk van leraren die nu lesgeven in deze tekortvakken verminderen. Daarnaast heeft het kabinet eind 2013 investeringen gedaan om ruimte te creëren om duurzame oplossingen te vinden voor personele problemen. Via de sectorakkoorden zijn er structureel extra middelen ter beschikking gesteld voor klassenassistenten.

Voorts is in het Nationaal Onderwijsakkoord (NOA) het initiatief genomen voor de Regeldrukagenda 2014 – 2017 (Kamerstuk 29 515, nr. 356), die tot doel heeft regeldruk merkbaar te verminderen. Samen met de sociale partners werk ik aan de uitvoering van de gemaakte afspraken in deze agenda. Dan gaat het onder meer om het stimuleren van de professionele dialoog, het bieden van meer ruimte voor flexibiliteit en maatwerk, het wegnemen van belemmeringen voor (regionale) samenwerking, het opstellen van een handreiking over taakbeleid en slim omgaan met «tijd». De VO-academie en VOION (het Arbeidsmarkt & Opleidingsfonds voor het voortgezet onderwijs) bieden instrumenten aan om de professionele dialoog op de werkvloer vorm te geven. Verder helpt VOION scholen met goed verzuimbeleid, terugdringen van werkstress en het voorkomen van burn-outklachten.

Ten slotte organiseert de VO-raad bijeenkomsten om met docenten, schoolleiders en bestuurders te spreken over maatregelen om de werkdruk te verminderen en om meer ruimte te creëren voor docenten. De VO-raad wil zo tot een plan van aanpak komen om de werkdruk in het onderwijs tegen te gaan.

Oproep voor het vervolg

In het kader van de Regeldrukagenda 2014–2017 zijn de vakbonden en de VO-raad van plan om een vervolgonderzoek te doen naar de werkdruk (onder andere over taakbeleid). Zodra dit onderzoek afgerond is, ga ik op basis van dit onderzoek het gesprek aan met mijn partners, waaronder de vakbonden, of nog meer acties nodig zijn en hoe iedereen vanuit de eigen rol hieraan een bijdrage kan leveren.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Talis (2013). Teaching and Learning International Survey.

X Noot
2

CNV Onderwijs (2013). Onderzoek naar werkdruk en taken

X Noot
3

De IIO was een subsidieregeling die scholen in het primair en voortgezet onderwijs de mogelijkheid heeft gegeven te experimenteren met innovatieve maatregelen binnen de school om het dreigende lerarentekort aan te pakken zonder dat dit ten koste zou gaan van de onderwijskwaliteit of zou leiden tot hogere werkdruk.

Naar boven