27 923 Werken in het onderwijs

Nr. 206 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 2015

Hierbij zend ik u het eindrapport van het effectonderzoek bij de InnovatieImpuls Onderwijs1. Uit het rapport komt een positief beeld naar voren over de effecten van verschillende innovatieve maatregelen die door scholen in het kader van de InnovatieImpuls Onderwijs zijn uitgevoerd. Onderstaand ga ik kort in op de achtergrond van de InnovatieImpuls Onderwijs en de positieve uitkomsten. Voor verdere verdieping verwijs ik naar het bijgevoegde eindrapport.

InnovatieImpuls Onderwijs

Onderdeel van de InnovatieImpuls Onderwijs (IIO) was een subsidieregeling die scholen in het primair en voortgezet onderwijs vanaf 2011 tot en met 2014 de mogelijkheid gaf te experimenteren met innovatieve maatregelen binnen de school. Doel hiervan was om de arbeidsproductiviteit van leraren te verhogen om op termijn het dreigende lerarentekort te kunnen aanpakken. Voorwaarden bij de experimenten waren dat de innovatie niet ten koste ging van de onderwijskwaliteit en niet leidde tot een hogere werkdruk bij leraren.

Toegepaste innovatieve maatregelen

Aan de experimenten liggen vijf verschillende innovatieconcepten ten grondslag, die door het veld zelf ontwikkeld zijn als mogelijke oplossingen voor het destijds verwachte lerarentekort. De concepten doen een groot beroep op de professionaliteit van leraren.

Onderstaand vindt u de vijf IIO-concepten met de volgende invulling en verwachte effecten:

  • 1. In het SlimFit-concept worden reguliere jaarklassen in het primair onderwijs vervangen door «units» van zeventig à negentig leerlingen, waarin een breed samengesteld team verantwoordelijk is voor het onderwijs. De arbeidsproductiviteit van leraren neemt hier mogelijk toe door schaalvergroting, functiedifferentiatie en inzet van ICT.

  • 2. Bij Leerlingen voor Leerlingen maken ouderejaarsleerlingen in het voortgezet onderwijs onder begeleiding van een vakdocent en een mediaspecialist filmpjes voor onderbouwleerlingen waarin ze vakspecifieke, veel voorkomende vragen beantwoorden. Deze filmpjes moeten ervoor zorgen dat docenten en leerlingen met minder contacturen toekunnen, doordat leerlingen hier ook zelfstandig leren van educatieve filmpjes in een digitale leeromgeving.

  • 3. Met behulp van Videolessen kunnen leerlingen in het voortgezet onderwijs op verschillende locaties tegelijkertijd dezelfde lessen volgen door een rechtstreekse videoverbinding. Zo is het mogelijk om (keuze)vakken met een beperkt leerlingaantal toch aan te bieden.

  • 4. Bij E-klas & PAL-student bestaat een E-klas uit een rijk gevulde elektronische leeromgeving in het vo, ontwikkeld door leraren zelf, die ondersteuning krijgen van getrainde PAL-studenten (PAL = Persoonlijk Assistent Leraar). De arbeidsproductiviteit neemt mogelijk toe, omdat docenten en leerlingen met minder contacturen toekunnen, doordat leerlingen ook zelfstandig met de E-klas kunnen werken.

  • 5. Bij Onderwijsteams in het voortgezet onderwijs geven teams van leraren samen les aan grotere groepen leerlingen, bijgestaan door onderwijs-ondersteuners en een digitale leeromgeving. Door het werken in teams ontstaat er bij docenten ruimte om zich te professionaliseren. Ook hier is sprake van schaalvergroting, functiedifferentiatie en de inzet van ICT.

Bijna 150 scholen in het primair en voortgezet onderwijs hebben met één van de vijf concepten geëxperimenteerd. De effecten van de maatregelen op arbeidsproductiviteit, onderwijskwaliteit en werkdruk zijn onderzocht. Het onderzoek heeft gebruik gemaakt van experiment- en controlescholen.

Positieve uitkomsten

De IIO heeft bijgedragen aan het innoverend vermogen van de scholen. Het onderzoek laat zien dat de scholen die hebben geëxperimenteerd met het innovatieconcept voor het primair onderwijs (SlimFit) hogere leeropbrengsten en een hogere oudertevredenheid kunnen bereiken. Leerlingen krijgen onderwijs op maat. Het anders organiseren van het onderwijs maakt het mogelijk om beter aan te sluiten bij de talenten en leerbehoeften van leerlingen. Het onderzoek laat verder zien dat scholen in het voortgezet onderwijs met drie van de vier innovatieconcepten een lerarentekort kunnen tegengaan door de arbeidsproductiviteit te verhogen. Onderwijsteams, Videolessen en E-klas & PAL-student doen dat door meer leerlingen per contactuur van leraren, zonder dat dit nadelige invloed hoeft te hebben op de onderwijskwaliteit en de werkdruk. Bij Videolessen en E-Klas & PAL-student kunnen leraren zelfs tevredener worden met de werkdruk. Met Leerlingen voor Leerlingen en Onderwijsteams kunnen hogere cijfers worden bereikt.

Benutting door scholen

De ervaringen en kennis van de IIO-scholen kunnen andere scholen goed benutten bij het realiseren van de doelen uit de sectorakkoorden voor het primair en voortgezet onderwijs en de Lerarenagenda (Kamerstuk 27 923, nr. 171). Het gaat bijvoorbeeld om het vormgeven van passend onderwijs, het bieden van uitdagend onderwijs of het creëren van breed samengesteld teams, ook op kleine scholen. Scholen in het voortgezet onderwijs kunnen bovendien met inzet van eigentijdse middelen specifieke lerarentekorten ondervangen. Verder kunnen scholen maatwerk in het onderwijs vormgeven met als resultaat hogere cijfers van leerlingen.

De IIO is nog een jaar lang actief om de ervaringen in het veld te verspreiden, onder andere door te adviseren en het leggen van verbinding tussen geïnteresseerde scholen en de voormalige IIO-scholen, om zodoende opschaling mogelijk te maken.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven