27 863 Betalingsverkeer

Nr. 70 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 februari 2017

Bijgaand treft u de antwoorden aan op de vragen en opmerkingen bij het verslag van het schriftelijk overleg over mijn brief van 30 mei 2016 en de daarbij gevoegde Jaarrapportage 2015 van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) (Kamerstuk 27 863, nr. 69).

Tevens treft u het rapport «Bereikbaarheidsmonitor 2016» aan1. Met dit driejaarlijks onderzoek van het MOB worden ontwikkelingen en trends in de bereikbaarheid en toegankelijkheid van betaaldiensten in beeld gebracht. Uit de enquête blijkt dat respondenten tevreden zijn over de toegankelijkheid en bereikbaarheid van het betalingsverkeer. Deze conclusie is onveranderd ten opzichte van de metingen in 2007, 2010 en 2013. Uit de enquête blijkt voorts dat kwetsbare groepen het in 2016 moeilijker vinden zelfstandig hun basis-betaaldiensten uit te voeren in vergelijking met 2013.2 Hierbij merkt het MOB op dat een directe vergelijking tussen 2016 en 2013 om diverse redenen niet geheel opportuun is.3 Het MOB zal in 2017 een analyse uitvoeren naar de knelpunten van deze groepen.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Tabel 3.5, p. 24 Bereikbaarheidsmonitor 2016.

X Noot
3

Zo is de vraagstelling om het zelfstandig uitvoeren van activiteiten te meten in 2016 verfijnd t.o.v. 2013. Ook is de doelgroepen samenstelling tussen 2016 en 2013 gewijzigd: de gemiddelde leeftijd van respondenten is in 2016 ongeveer 10 jaar hoger dan in 2013, hetgeen er mogelijk toe heeft geleid dat meer respondenten aangaven dat zij niet meer zelfstandig hun basisbetaaldiensten kunnen uitoefenen.

Naar boven