Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 27858 nr. 636 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 27858 nr. 636 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 oktober 2023
Zoals toegezegd in mijn brief van 13 september 2023 (Kamerstuk 27 858, nr. 620) informeer ik uw Kamer hierbij over mijn standpunt inzake de hernieuwing van de goedkeuring van glyfosaat. Deze brief is tevens een reactie op de op 7 september 2023 ingediende en aangenomen motie van de leden Vestering en Bromet (Kamerstuk 21 501–32, nr. 1570), die de regering verzoekt tegen de nieuwe Europese goedkeuring van glyfosaat te stemmen.
Wat is glyfosaat?
Glyfosaat is een werkzame stof die in gewasbeschermingsmiddelen werkt als een onkruidbestrijdingsmiddel. Glyfosaat wordt gebruikt in de landbouw, als «vóór-opkomst-bespuiting» (onkruidbestrijding vóór het inzaaien van een gewas, of tussen inzaaien en opkomst van het gewas) in verschillende plantaardige teelten en wordt in teelten ook pleksgewijs gebruikt (ook bijvoorbeeld ter bestrijding van bestrijdingsplichtige Q-organismen). Ook wordt glyfosaat gebruikt bij het vernieuwen van graslanden en voor het doodspuiten van rust- en vanggewassen. Hierover heeft uw Kamer een gewijzigde motie van de leden Tjeerd de Groot en Bromet aangenomen (Kamerstuk 27 858, nr. 599). De afzet van glyfosaat bedroeg in de landbouw volgens CBS in 2021 0,689 miljoen kg. In 2023 is de afzet waarschijnlijk hoger door het natte voorjaar. Buiten de landbouw, bijvoorbeeld op openbare terreinen, natuurgebieden en (sport)parken, mag glyfosaat niet worden gebruikt. Hierop zijn enkele uitzonderingen. Bijvoorbeeld voor onkruidbestrijding bij spoorwegen en vliegvelden. Voor consumenten is glyfosaat in Nederland niet verkrijgbaar.
Proces hernieuwde goedkeuring glyfosaat in de EU
Op 26 juli 2023 heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) haar bevindingen gepubliceerd1 op de herbeoordeling van glyfosaat.
Op 19 september 2023 heeft de Europese Commissie een conceptvoorstel aan de lidstaten voorgelegd om de goedkeuring van glyfosaat te verlengen met 10 jaar.
Op 22 september 2023 is het EC-conceptvoorstel voor de eerste keer besproken in de Standing Committee on Plants, Animals, Food and Feed (SCoPAFF) in een tafelronde. Hier heeft de Nederlandse vertegenwoordiger aangegeven dat het kabinet het EC-voorstel eerst nog nader wil bestuderen, voordat er een inhoudelijk standpunt wordt ingenomen. Ook is aangegeven dat het Nederlandse parlement het kabinet verzocht heeft tegen de hernieuwde goedkeuring van glyfosaat te stemmen.
Op 5 oktober 2023 heeft de Europese Commissie het voorstel nagenoeg ongewijzigd aan de lidstaten voorgelegd voor besluitvorming in het SCoPAFF op 13 oktober 2023 (zie bijlage). Er zijn enkele zaken op inhoud aangescherpt. Voor lidstaten is de mogelijkheid geschapen om -daar waar er alternatieven zijn- restricties in het gebruik van glyfosaat vast te leggen. Er is vastgelegd dat vóóroogst-toepassingen die bedoeld zijn gewassen oogstrijp te maken niet mogen worden toegelaten (dit is in Nederland al niet meer toegelaten, nu geldt dit voor alle lidstaten), er is verhelderd dat lidstaten de dosering kunnen beperken en dat lidstaten bijzondere aandacht moeten besteden aan de bescherming van grondwaterbeschermingsgebieden.
Op 13 oktober a.s. is in de SCoPAFF-vergadering een stemming geagendeerd over het EC-voorstel. Als er bij stemming geen gekwalificeerde meerderheid voor het voorstel van de Europese Commissie is, dan noopt deze situatie (omschreven als «no opinion» van de lidstaten) tot het organiseren van een beroepscomité, conform de wettelijke procedure, waarbij alle lidstaten hoog-ambtelijk zijn vertegenwoordigd.
Vóór 15 december 2023 dient besluitvorming over de hernieuwde goedkeuring van de werkzame stof glyfosaat in Europees verband te worden afgerond.
Overwegingen bij de bepaling van het standpunt
Ten eerste vind ik het essentieel om bij besluitvorming over dergelijke complexe, technisch/inhoudelijke dossiers te blijven steunen op onafhankelijke en wetenschappelijke adviezen van daartoe aangewezen en bevoegde instanties.
Uit EFSA‘s bevindingen, gebaseerd op de meest actuele stand van de wetenschap en beoordeling van 2.400 wetenschappelijke studies, waarvan ca. 800 uit onafhankelijke wetenschappelijke literatuur, blijkt dat er geen kritieke zorgpunten voortkomen uit de herbeoordeling van glyfosaat. Glyfosaat wordt noch geclassificeerd als kankerverwekkend, mutageen, reprotoxisch of hormoonverstorend, noch zijn onaanvaardbare risico’s voor mensen geconstateerd, ook niet op neurotoxisch gebied. Er is door EFSA vastgesteld dat er veilig gebruik in Europa mogelijk is. EFSA constateert in haar conclusie drie zogenoemde open punten, dat is overigens gangbaar in elke risicobeoordeling. Deze open punten moeten op lidstaatniveau bij de toelating van middelen op de markt worden afgedekt, door extra wetenschappelijke data die worden geëist of aanvullende restricties. Conform de Verordening zijn lidstaten hiertoe verplicht. Het Ctgb (College Toelating Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden) zal hier in Nederland uitvoering aan geven in het kader van de toelating van de middelen. Het Ctgb heeft mij, zoals gebruikelijk bij de Europese goedkeuring van werkzame stoffen, geadviseerd over het voorstel (zie bijlage). Het Ctgb adviseert dat de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op wetenschappelijke gronden positief kan oordelen over het voorstel van de Europese Commissie om de goedkeuring van glyfosaat te verlengen. Op basis van deze onafhankelijke wetenschappelijke adviezen kan geconcludeerd worden dat een hernieuwde goedkeuring van glyfosaat mogelijk is, omdat er uit de herbeoordeling geen onaanvaardbare risico’s voor mens, dier en milieu zijn geconstateerd.
Ten tweede heeft uw Kamer mij een onmiskenbaar politiek signaal gegeven om tegen de goedkeuring van glyfosaat in de EU te stemmen. De uitspraak van uw Kamer zie ik als een evidente vertaling vanuit de Nederlandse volksvertegenwoordiging, van de zorgen die al geruime tijd breed in de (Nederlandse en Europese) wetenschap en samenleving leven over de mogelijke gevolgen van het gebruik van glyfosaat en neurodegeneratieve ziekten, zoals Parkinson. Ik heb hierover ook gesproken met wetenschappers Bloem van Radboud MC en Heusinkveld van het RIVM. Er leven ook vragen over de gevolgen van glyfosaat voor de biodiversiteit.
Tot slot is glyfosaat op dit moment een belangrijke werkzame stof voor de noodzakelijke onkruidbestrijding in de landbouw, langs het spoor en op vliegvelden. Uit gesprekken die ik voerde met mensen uit de agrarische sector, is helder geworden dat er wel alternatieven voor glyfosaat op de markt zijn, maar dat deze het verdwijnen van glyfosaat op dit moment nog niet geheel kunnen opvangen. Chemische onkruidbestrijdingsmiddelen op basis van andere werkzame stoffen zijn mogelijk schadelijker dan glyfosaat. Daarnaast zijn er niet-chemische alternatieven. Binnen de landbouw is mechanische onkruidbestrijding een alternatief (schoffelen, ploegen, cultiveren). Deze technieken worden nog niet op grote schaal in de landbouw gebruikt (wel in de biologische landbouw) en hebben nadelen voor bodemleven, CO2-vastlegging en bijvoorbeeld akkervogels. Ook moeten deze technieken nog verder doorontwikkeld worden. Buiten de landbouw (bijvoorbeeld rond luchthavens en langs spoorwegen) zijn gebruikte niet-chemische alternatieven bijvoorbeeld branden, het gebruik van heet water en mechanische onkruidbestrijding, via schoffelen of maaien.
Standpunt
Alles overwegende brengt mij dit tot het volgende.
Ik wil recht blijven doen aan de bestendige lijn dat het kabinet bij besluitvorming over dergelijke complexe, technisch/inhoudelijke dossiers steunt op onafhankelijke en wetenschappelijke adviezen van daartoe aangewezen en bevoegde instanties in het Europese en nationale systeem (EFSA en Ctgb). Evenzeer neem ik de wetenschappelijke en maatschappelijke zorgen over glyfosaat en de gevolgen voor de gezondheid (waaronder die van de agrarische ondernemers zelf) en voor de biodiversiteit zeer serieus. Er is geen bewijs dat er een causaal verband is tussen glyfosaat en Parkinson, in bepaalde studies zijn wel associaties2 tussen glyfosaat en Parkinson aangetroffen. De motie die de Kamer in meerderheid heeft aangenomen, vertegenwoordigt de zorgen en weegt voor mij zwaar. Ik ben van mening dat aan het genuanceerde standpunt van Nederland geen recht gedaan wordt met een stem vóór of tegen het voorstel van de EC. Hiermee zou aan één van beide principes meer waarde worden gehecht dan aan het andere.
Daarom zal Nederland zich -in het specifieke geval van de werkzame stof glyfosaat en op dit moment- onthouden van stemming bij de hernieuwde goedkeuring van glyfosaat door de Europese Commissie. Namens Nederland zal een stemverklaring worden uitgebracht conform bovenstaande overwegingen, waarbij ik speciale aandacht bij de Europese Commissie zal vragen voor de volgende punten:
– Ik verwacht dat door EFSA urgent een specifiek toetsingskader voor neurodegeneratieve ziekten, zoals Parkinson, wordt ontwikkeld
– Ik ondersteun van harte dat door EFSA een toetsingskader gemaakt wordt om (indirecte) gevolgen voor de biodiversiteit in kaart te brengen (voor alle stoffen)
– Ik wil een expliciete bevestiging van de Europese Commissie dat de goedkeuring van glyfosaat wordt ingetrokken als uit enig wetenschappelijk onderzoek blijkt dat er wetenschappelijke gronden zijn waaruit blijkt dat glyfosaat niet veilig is en er directe risico’s voor mens, dier en milieu zijn (conform artikel 69–71 van Vo 1107/2009).
Daarnaast zet ik zelf een aantal acties in gang om beter zicht te krijgen op de effecten van glyfosaat, en het gebruik ervan tegelijkertijd al zoveel mogelijk te beperken. Allereerst acties die er toe leiden dat er snel meer duidelijkheid komt over de gevolgen voor glyfosaat en Parkinson en antwoord geven op vragen die er leven:
1. Ik zal samen met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport opdracht geven aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) om specifiek wetenschappelijk onderzoek te starten naar de mogelijke relatie tussen glyfosaat en het ontstaan van Parkinson. Dit onderzoek levert over 3–5 jaar gegevens op, waarmee een causaal verband tussen stof en ziekte aangetoond, dan wel uitgesloten kan worden. Ik zal het RIVM verzoeken om EFSA en het Ctgb bij de onderzoeksopzet te betrekken, zodat deze past bij de in Europa gebruikte wetenschappelijke standaarden en methoden, waardoor de uitkomsten van dit onderzoek direct bruikbaar zijn.
2. Als dit (of ander) wetenschappelijk onderzoek op enig moment (dus ook gedurende het onderzoek) uitwijst dat glyfosaat niet meer veilig is en er directe risico’s zijn, dan zullen lidstaten en Europese Commissie directe actie te ondernemen en beschermende maatregelen te nemen (dit is vastgelegd in artikel 69–71 van Vo 1107/2009). In Nederland zullen middelen op basis van glyfosaat dan per direct worden ingetrokken door het Ctgb, zonder respijt- en opgebruiktermijn.
3. Ik heb -conform het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) – reeds een opdracht aan het RIVM verstrekt voor het uitvoeren van een meerjarig onderzoek naar gezondheidseffecten van gewasbeschermingsmiddelen in de breedte op omwonenden en agrarische ondernemers en naar neurologische aandoeningen in het bijzonder. Het project betreft een breed consortiumonderzoek met verschillende nationale en internationale partijen. Deze studie loopt van 2023 t/m 2030. Het RIVM zal de Europese Commissie steeds op de hoogte houden van de bevindingen.
Verder ben ik van mening dat wij, ongeacht de uitkomst van de stemming over glyfosaat in de EU, in Nederland volop moeten blijven inzetten op reductie van het gebruik van middelen met de werkzame stof glyfosaat en andere chemische gewasbeschermingsmiddelen. Dit past bij de beleidslijn die ik reeds heb ingezet. Gewasbeschermingsmiddelen zullen nodig blijven om plantenziekten te bestrijden, maar we moeten alles op alles zetten om te komen tot het gebruik van méér groene gewasbeschermingsmiddelen en het gebruik van andere (mechanische) maatregelen voor de bestrijding van ziekten en plagen.
Om de ontwikkeling van preventieve en niet-chemische maatregelen en de aanschaf van bedrijfsmiddelen voor mechanische onkruidbestrijding te stimuleren, is per 1 sept jl. een LNV-subsidieregeling opengesteld (budget € 5 miljoen)3. De aangenomen motie De Groot/Bromet om een verbod in 2025 van gebruik op glyfosaat op graslanden en vanggewassen buiten geïntegreerde gewasbescherming te verbieden, zal worden uitgevoerd. Dit gebeurt via wijziging van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden om alternatieven voor glyfosaat te verplichten bij «resetten» van grasland, groenbemesters en vanggewassen4. Aanvullend hierop wil ik snel in kaart brengen hoe het gebruik van glyfosaat in Nederland verder gereduceerd kan worden. Ik zal WUR vragen om voor de zomer 2024 een analyse op te leveren voor welke teelten het gebruik van glyfosaat noodzakelijk is in het kader van de voedselproductie en waarvoor geen alternatieven zijn, en waar het gebruik van glyfosaat kan worden gereduceerd.
Tot slot
Mocht er geen gekwalificeerde meerderheid van lidstaten voor het EC-voorstel blijken te zijn, dan treedt de zogenoemde «no opinion» van lidstaten op, dan zal het EC-voorstel opnieuw ter stemming worden gebracht tijdens een beroepscomité van de lidstaten met de Europese Commissie. Mocht ook hier geen gekwalificeerde meerderheid van lidstaten voor het voorstel zijn, dan is de Europese Commissie gemachtigd om een eigenstandige beslissing te nemen, conform comitologie-procedures. Mocht een gekwalificeerde meerderheid van lidstaten tegen een hernieuwde goedkeuring stemmen, dan loopt de goedkeuring van glyfosaat na een respijtperiode van 12–18 maanden af. Daarna mogen ook geen middelen op basis van deze werkzame stof meer worden toegelaten door de lidstaten.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema
Een associatie betekent dat er een verband zou kunnen zijn tussen twee factoren, maar het hoeft niet te betekenen dat er een oorzaak-gevolg relatie is (causaal verband).
Om de ontwikkeling van preventieve en niet-chemische maatregelen en de aanschaf van bedrijfsmiddelen voor mechanische onkruidbestrijding te stimuleren, is per 1 sept «23 een LNV-subsidieregeling opengesteld
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27858-636.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.