27 858 Gewasbeschermingsbeleid

Nr. 606 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 januari 2023

Hierbij informeer ik uw Kamer over de voorgenomen Nederlandse standpunten inzake de onderwerpen die ter stemming worden voorgelegd aan het eerstvolgende Standing Committee on Plants, Animals, Food and Feed (SCoPAFF) over regelgeving voor gewasbescherming. Het overleg vindt plaats op 25 en 26 januari 2023. De standpunten zijn ambtelijk voorbereid met de Ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (lenW), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), op basis van advisering door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb).

De onderstaande punten staan op de agenda ter (mogelijke) stemming (de zogenaamde B-punten).

Uitvoeringsverordening over registratieverplichtingen voor professionele gebruikers

Dit voorstel is een uitwerking van de bestaande registratieverplichting voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen zoals vastgelegd in artikel 67 van de Gewasbeschermingsverordening (EG) 1107/2009. Het voorstel bevat een format waarin professionele gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen een digitale registratie moeten voeren vanaf 1 januari 2026.

De noodzaak voor een digitale registratie volgt uit het voorstel van de Europese Commissie (EC) voor een nieuwe verordening statistieken over agrarische input en output (SAIO) en stelt lidstaten in staat om statistische gegevens over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen aan de EC te overleggen (Kamerstuk 22 112, nr. 3080) en daarmee de doelen van de «van boer tot bord» strategie te kunnen monitoren.

Ik heb uw Kamer op 20 oktober 2022 geïnformeerd (Kamerstuk 27 858, nr. 596) dat ik momenteel onderzoek op welke wijze gegevens over geïntegreerde gewasbescherming het beste digitaal ingewonnen kunnen worden. Hierbij zal ik rekening houden met de voorliggende Europese verplichting voor het houden van een digitale registratie. De Nederlandse delegatie is voornemens om in te stemmen met het voorstel van de EC.

Uitvoeringsverordening met regels voor identificatie van onacceptabele formuleringshulpstoffen (co-formulanten)

In mei 2021 is Nederland akkoord gegaan met de publicatie van een Europese lijst van 147 chemische verbindingen die vanwege intrinsieke zorgwekkende eigenschappen niet meer als co-formulant in een toegelaten gewasbeschermingsmiddel aanwezig mogen zijn. Uw Kamer is hier over geïnformeerd (Kamerstuk 27 858, nr. 508). Het huidige voorstel van de EC bevat een procedure en criteria voor het identificeren van onacceptabele co-formulanten die aan deze lijst worden toegevoegd. Het Ctgb adviseert positief op dit voorstel. De Nederlandse delegatie is voornemens om in te stemmen met het voorstel van de EC.

Uitvoeringsverordening over het toewijzen van werkzame stoffen aan lidstaten voor herbeoordeling waarvan goedkeuring vervalt in de periode 2029–2035

Het voorstel van de Commissie bevat de lijst met werkzame stoffen en de daaraan toegewezen rapporterende lidstaten en co-rapporteurs. Aan Nederland worden 5 werkzame stoffen toegewezen als rapporterende lidstaat (RMS) en 7 als co-rapporterende lidstaat (co-RMS). Het Ctgb adviseert positief op dit voorstel. De Nederlandse delegatie is voornemens om in te stemmen met het voorstel van de EC.

De werkzame stof Abamectine

Deze stof wordt toegepast als een insecticide en acaricide. In Nederland zijn 14 gewasbeschermingsmiddelen toegelaten op basis van deze werkzame stof voor gebruik in diverse teelten zoals tomaat, komkommer, aardbei en sla. De EC stelt voor om de goedkeuring van deze werkzame stof te hernieuwen met een restrictie tot het toepassen onder gecontroleerde omstandigheden, zoals gebruik in kassen of als injectietoepassing in de stam van bomen. Het Ctgb adviseert positief op dit voorstel. De Nederlandse delegatie is voornemens om in te stemmen met het voorstel van de EC.

Tijdelijke verlenging van de goedkeuringsperiode van 29 werkzame stoffen

De EC stelt voor om de goedkeuring van 29 werkzame stoffen tijdelijk te verlengen omdat de besluitvorming buiten de schuld van de aanvrager niet tijdig is afgerond. Deze procedure is vastgelegd in verordening EG 1107/2009 (artikel 17). De herbeoordeling van werkzame stoffen is zeer complex en vraagt grote zorgvuldigheid waardoor de procedure soms langer duurt dan voorzien en gewenst. Zonder tijdelijke verlenging zouden al deze werkzame stoffen van de markt worden gehaald zonder dat een zorgvuldig beoordelings- en besluitvormingsproces is doorlopen. Het Ctgb adviseert positief op dit voorstel. De Nederlandse delegatie is voornemens om in te stemmen met het voorstel van de EC.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

Naar boven