Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 mei 2021
Op 20 mei jl. vond een plenair debat plaats over gewasbeschermingsmiddelen (Handelingen
II 2020/21, nr. 78, VAO gewasbeschermingsmiddelen). Tijdens dat overleg heeft Minister
Schouten een reactie van mij toegezegd op de motie van het lid Bromet c.s. over glyfosaatgebruik
op rijksgronden (Kamerstuk 27 858, nr. 544). In de motie wordt de regering verzocht om per direct het gebruik van glyfosaat
te stoppen op rijksgronden die in eigen beheer zijn en bij het (opnieuw) verpachten
van gronden aan landbouwbedrijven voortaan de clausule op te nemen dat deze uitsluitend
voor biologische landbouw gebruikt mogen worden.
Reactie
Ik ontraad de motie. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft
uw Kamer mede namens mij geïnformeerd dat de vigerende wet- en regelgeving weliswaar
aanknopingspunten biedt om het gebruik van (toepassingen van) glyfosaathoudende middelen
nationaal te beperken, maar dat dit alleen mogelijk is als uit nieuwe wetenschappelijke
inzichten blijkt dat niet meer voldaan wordt aan de goedkeurings- en toelatingsvoorwaarden.
Hiervan is op dit moment geen sprake (Kamerstuk 27 858, nr. 536).
De Minister van LNV heeft daarom in het kader van het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie
gewasbescherming 2030 afspraken gemaakt met de agrarische sector over het (beperken
van het) gebruik van glyfosaathoudende middelen voor het bestrijden van onkruiden,
in graslandbeheer en het behandelen van groenbemesters en van gewassen. Hiervoor geldt
het uitgangspunt dat er geen glyfosaathoudende middelen worden gebruikt, tenzij het
niet anders kan (o.a. Kamerstuk 27 858, nr. 525). Deze lijn spreekt mij aan.
Zoals de Minister van LNV in haar brief van 16 april jl. (Kamerstuk 27 858, nr. 536) mede namens mij uiteenzette, heeft het Rijksvastgoedbedrijf ongeveer 41.000 hectare
grond ter beschikking. Hiervan is ongeveer 90% in gebruik gegeven aan agrarische ondernemers
op basis van reguliere pachtcontracten (doorgaans levenslang) en ongeveer 10% op basis
van geliberaliseerde pachtcontracten (doorgaans voor een periode van 4 tot 6 jaar).
Het direct stoppen van het gebruik van glyfosaathoudende middelen op gronden die in
beheer zijn van de Staat, zoals de indiener van de motie aan de regering verzoekt,
vraagt om eenzijdige, directe aanpassing van ongeveer 90% van de lopende, reguliere
pachtcontracten. Dit is op basis van geldend recht niet mogelijk.
Indien het kabinet zou overgaan tot een verbod van het gebruik van glyfosaathoudende
middelen op geliberaliseerde gronden van de Staat is het effect minimaal. Het betreft
namelijk 0,2% van het totale Nederlandse landbouwareaal.
Ik zie wel mogelijkheden om de biologische landbouw te bevorderen. Om die reden heb
ik het Rijksvastgoedbedrijf de opdracht gegeven de haalbaarheid te onderzoeken om
bij openbare inschrijving van geliberaliseerde pachtgronden een hogere waarde toe
te kennen aan inschrijvingen op basis van duurzaamheidscertificaten, zoals SKAL.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops