27 858 Gewasbeschermingsbeleid

26 407 Biodiversiteit

Nr. 507 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 april 2020

In het voorjaar en de zomer van 2019 is Nederland overvallen door grote overlast van eikenprocessierupsen. De omvang van de populatie was vele malen groter dan voorgaande jaren, waar onvoldoende bestrijdingscapaciteit tegenover stond. Niet iedereen was goed voorbereid en er was enorme overlast voor mens en dier. Burgers en professionals (bestrijders, gemeenten, artsen, veehouders en andere partijen) hadden grote behoefte aan eenduidige informatie over de bestrijding en gezondheidsaspecten van de eikenprocessierups.

In deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister voor Medische Zorg en Sport, over de stappen die de afgelopen maanden zijn gezet om komend seizoen beter voorbereid te zijn op de processierups. Met deze brief geef ik tevens invulling aan de motie van leden Dik-Faber en Segers (Kamerstuk 27 858, nr. 475) waarin de regering wordt verzocht in kaart te brengen welke natuurlijke bestrijdingsmiddelen beschikbaar zijn, onderzoek hiernaar te bevorderen en best practices bij gemeenten onder de aandacht te brengen.

Kennisplatform Processierups

In de zomermaanden van 2019 heb ik samen met de andere betrokken ministeries een Kennisplatform Processierups (verder: kennisplatform) op laten richten waarin alle relevante partijen kunnen samenwerken. Het doel van het kennisplatform is ondersteuning van de preventie en bestrijding van de (eiken-) processierups door het bieden van eenduidige informatie aan professionals, overheden, burgers en terreineigenaren over preventie, bestrijding, monitoring, opschaling, gezondheid en (na)zorg. Het uitgangspunt daarbij is dat gemeenten en terreineigenaren zelf verantwoordelijk zijn voor preventie en bestrijding van de processierups.

De afgelopen maanden zijn de samenstelling, rol en taken van het kennisplatform op papier uitgewerkt en op 28 januari jongstleden is het formeel van start gegaan. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) is belast met het secretariaat. Deelnemende partijen zijn GGD GHOR Nederland, het Kenniscentrum Eikenprocessierups1, het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD), de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD), de Vereniging voor Bos- en Natuurterreineigenaren (VBNE) en groenbedrijven (CUMELA/VHG). Tevens zijn de gemeenten en provincies via de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO)/BIJ12 en de rijksoverheid via de Ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Infrastructuur en Waterstaat (I&W) betrokken bij het kennisplatform.

Op mijn verzoek is direct afgelopen zomer gestart met een aantal kortetermijnacties:

  • het verstrekken van informatie via www.processierups.nu en via een helpdesk;

  • een (voorlopige) actualisering van de Leidraad beheersing eikenprocessierups;

  • organisatie van een landelijke kennisbijeenkomst op 25 september jl.;

  • uitbreiding van de monitoring van de verspreiding van eikenprocessierupsen met feromoonvallen op een aantal ontbrekende locaties;

  • opstellen van een afvalprotocol dat beschrijft hoe verantwoord om te gaan met de verpakking, opslag, transport en verwerking van eikenprocessierupsenafval.

De afgelopen maanden lag de focus van het kennisplatform op de meest urgente acties ter voorbereiding op het komende seizoen. Het kennisplatform heeft daarvoor geïnventariseerd welke concrete ondersteuning wordt gewenst binnen de verschillende sectoren. De bijbehorende acties zijn op de uitvoerings- en onderzoeksagenda van het kennisplatform geplaatst. Voor de komende twee jaar is het voorstel «Beheer eikenprocessierups» dat onder penvoering van Stadswerk Nederland wordt uitgevoerd, gehonoreerd binnen de topsector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen. De Leidraad beheersing eikenprocessierups is verder geactualiseerd en (nieuwe) middelen en methoden van preventie en bestrijding worden geïnventariseerd en gewaardeerd. Zo doen we samen met alle betrokken partijen hard ons best om voor het komend seizoen handvatten voor manieren van, liefst natuurlijke, vormen van preventie en bestrijding aan te reiken aan burgers, professionals en overheden, zodat we in ieder geval beter voorbereid zijn.

De uitbraak van COVID-19 bepaalt momenteel eenieders leven. De noodzaak tot bestrijding van de eikenprocessierups blijft en de voorbereidingen voor het nieuwe seizoen moeten worden getroffen. Indien preventieve maatregelen onvoldoende effectief blijken, dan zal in de tweede helft van mei worden gestart met het mechanisch verwijderen van de eikenprocessierups. Daarbij zijn beschermende pakken en gezichtsmaskers een vereiste. Bestrijders hebben momenteel voldoende droge wegwerppakken tot hun beschikking om veilig te kunnen werken. Dit komt doordat leveranciers eerder al extra voorraad hebben ingekocht vanwege de overlast van afgelopen zomer. Ook zijn vloeistofdichte herbruikbare pakken beschikbaar als alternatief. De maskers die bestrijders gebruiken bij de bestrijding worden niet gebruikt voor medische doeleinden.

Natuurlijke balans

De omvang van de plaag eikenprocessierupsen is afhankelijk van veel factoren die voor een deel buiten onze invloed liggen. Het probleem kan komend seizoen weer net zo hard de kop opsteken en ook met de oprichting van een kennisplatform zal de overlast van de eikenprocessierups niet zomaar verdwijnen. Maar het is wel onze gezamenlijke plicht om er voor te zorgen dat we er alles aan doen om de overlast voor mensen in Nederland zo veel mogelijk te beperken.

De overlast van de eikenprocessierups voor mensen en dieren is een urgent en direct voorbeeld van de noodzaak dat we de natuur moeten herstellen. Achteruitgang van de biodiversiteit zorgt voor terugval van het aantal natuurlijke vijanden. Onderzoek in bijvoorbeeld de gemeente Westerveld wijst uit dat in een omgeving waar een rijke variatie aan wilde planten en diersoorten wordt gestimuleerd, de rupsen minder talrijk worden dan op plekken waar dit niet gebeurt. Een omgeving met een rijke en robuuste variëteit aan plant- en diersoorten geeft natuurlijke weerstand tegen plaagsoorten. De natuur zelf doet het werk; vogels, vleermuizen en roofinsecten eten de eikenprocessierupsen, de larven van sluipvliegen doden de rupsen als inwendige parasiet.

Voor het bestrijden van de eikenprocessierups dienen de principes van geïntegreerde gewasbescherming te worden toegepast. Dit betekent dat wanneer de eikenprocessierups, ondanks de inzet van natuurlijke vijanden of andere preventiemaatregelen, bestreden dient te worden dit eerst met niet-chemische maatregelen moet worden gedaan (zoals mechanisch wegzuigen). Wanneer dit de eikenprocessierups onvoldoende bestrijdt, kan gebruik worden gemaakt van bestrijdingsmiddelen, waarbij de voorkeur uitgaat naar laag-risico middelen.

Het gebruik van biologische bestrijdingsmiddelen (zoals bacteriën) is bij een omvang van overlast zoals afgelopen zomer onvermijdelijk, maar ook deze middelen kunnen neveneffecten hebben op de ecologie. Niet voor niets is voor bestrijdingsmiddelen toelating door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) vereist.

De hele situatie moet ons extra bewust maken van een goed doordachte en uitgevoerde beheersing en ons allen motiveren om blijvend in te zetten op breed herstel en versterking van onze natuur. Het Ministerie van LNV werkt hieraan in nauwe samenhang met het interbestuurlijk Programma Versterken Biodiversiteit (Kamerstuk 26 407, nr. 130) en het Deltaplan Biodiversiteitsherstel, waarin ook een werkroute openbare ruimte is opgenomen (Kamerstukken 26 407 en 33 576, nr. 114).

Tot slot

Gemeenten, terreinbeheerders, bestrijders, GGD’en en anderen hebben vorig seizoen hard gewerkt. En dit jaar staan we voor een nog grotere uitdaging nu de bestrijding van de eikenprocessierups moet plaatsvinden tijdens deze ongekende COVID-19-epidemie. Daarbij zullen keuzes worden gemaakt over de wijze van beheersing van de eikenprocessierups en het voorkomen van gezondheidsklachten. Ik roep alle belanghebbenden dan ook op om de kennis en informatie van het Kennisplatform Processierups op www.processierups.nu hiervoor te benutten.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Het Kenniscentrum Eikenprocessierups is een reeds bestaand samenwerkingsverband van diverse organisaties onder voorzitterschap van Wageningen University & Research.

Naar boven