27 858 Gewasbeschermingsbeleid

Nr. 477 MOTIE VAN DE LEDEN BROMET EN DIK-FABER

Voorgesteld 3 juli 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de toelating van gewasbeschermingsmiddelen grotendeels gebaseerd is op individuele middelen;

constaterende dat veel gewasbeschermingsmiddelen in combinatie met andere middelen worden gebruikt en dat sommige gewasbeschermingsmiddelen niet-dodelijke effecten kunnen hebben op onder andere de reproductie van niet-doelsoorten;

overwegende dat er nog weinig onderzoek is naar het cumulatieve effect op de bodem, waterkwaliteit, insectenpopulatie en volksgezondheid;

overwegende dat EFSA werkt aan een richtsnoer om effecten door cumulatie van stoffen te boordelen;

verzoekt de regering, om er bij de Europese Commissie op aan te dringen deze richtsnoer zo spoedig mogelijk vast te stellen zodat het Ctgb, zodra dit gereed is, deze kan toepassen bij de toelating en voorafgaande risicoanalyse van gewasbeschermingsmiddelen en rekening kan houden met de combinatie van middelen en met de effecten van middelen tijdens de levenscyclus, inclusief reproductie, van insecten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Bromet

Dik-Faber

Naar boven