Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 februari 2019
Tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 15 januari jl. heeft uw Kamer mij verzocht
een reactie te geven op berichten over vermeende «plagiaat en witwaspraktijken» bij
de Europese goedkeuring van werkzame stoffen en de controle op «plagiaat» bij het
Ctgb (Handelingen II 2018/19, nr. 40, item 7). Hierbij geef ik invulling aan dit verzoek.
Een onderdeel van de procedure voor het Europees goedkeuren van een werkzame stof
is het beoordelen van het ingediende dossier en het opstellen van een rapport door
een rapporterend lidstaat volgens vastgestelde procedures en richtsnoeren. Deze systematiek
houdt in dat er van elk onderzoeksrapport in het dossier een samenvatting wordt opgenomen
in het rapport, gevolgd door een wetenschappelijke beoordeling door de rapporterend
lidstaat. Hierdoor worden de andere lidstaten in staat gesteld om deze rapporten kritisch
tegen het licht te houden.
Gegeven deze werkwijze is het niet meer dan logisch dat de onderzoekers1 tot de conclusie komen dat in het Duitse «Renewal Assessment Report» over de werkzame
stof glyfosaat passages zijn opgenomen uit het ingediende dossier. Het is echter niet
juist dat aan deze werkwijze het etiket «plagiaat / witwaspraktijken» wordt gekoppeld.
Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (hierna: Ctgb)
volgt voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen in Nederland een vergelijkbare
systematiek. Allereerst wordt beoordeeld of de ingediende onderzoeken voldoen aan
de Europese kwaliteitseisen. Vervolgens worden de onderzoeken die voldoen aan deze
eisen beoordeeld aan de hand van het Europees en nationaal vastgelegde toetsingskader.
Ook deze systematiek leidt tot rapportages waarin onderdelen van het ingediende dossier
zijn overgenomen gevolgd door een wetenschappelijke beoordeling van het Ctgb. Het
is vervolgens aan het College om hierover – uiteraard onafhankelijk – een besluit
te nemen.
De rapportage van de internationale visitatiecommissie met daarin een positief oordeel
over onder andere de kwaliteit van de wetenschappelijke processen en de openheid en
transparantie van de besluitvorming bevat geen aanwijzingen voor plagiaat bij het
Ctgb (Kamerstuk 27 858, nr. 437).
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten