27 858 Gewasbeschermingsbeleid

Nr. 396 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juli 2017

In deze brief ga ik in op de recente voorstellen van de Europese Commissie (EC) aan de lidstaten om nieuwe voorwaarden te stellen aan het gebruik van de neonicotinoïden imidacloprid, clothianidin en thiamethoxam.

Daarnaast infomeer ik u over de bevindingen van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) over het rapport The environmental risks of neonicotinoïd pesticides – a review of the evidence post-20131, opgesteld door de Universiteit van Sussex in opdracht van Greenpeace.

Commissievoorstellen neonicotinoïden

Achtergrond en inhoud Commissievoorstellen

Op 21 maart 2017 heeft de EC nieuwe voorwaarden voor het gebruik van de neonicotinoïden imidacloprid, clothianidin en thiamethoxam aan de lidstaten voorgesteld. Dit naar aanleiding van een EFSA (European Food Safety Authority) herbeoordeling van deze stoffen, toegespitst op de risico’s voor bijen. Ik heb het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) gevraagd om deze voorstellen te beoordelen op wetenschappelijke inhoud en op de landbouwkundige impact.

In 2013 zijn op basis van een herbeoordeling van EFSA op het gebruik van neonicotinoïden en de risico’s voor bijen restricties opgelegd voor het gebruik van de neonicotinoïden imidacloprid, clothianidin en thiamethoxam. Deze stoffen worden gebruikt als insecticiden en hebben een systemische werking waarbij de stof zich over de gehele plant verspreid. De restricties uit 2013 zijn voornamelijk van toepassing op gebruik van deze stoffen in gewassen die aantrekkelijk zijn voor bijen. Hierop heeft het Ctgb meerdere Nederlandse toelatingen van neonicotinoïdehoudende middelen ingetrokken of ingeperkt.

Onderdeel van het besluit, vervat in een Uitvoeringsverordening, was dat na twee jaar een herevaluatie van deze stoffen ten aanzien van de risico’s voor bijen zou worden uitgevoerd. Voor deze herevaluatie is tevens aanvullende informatie (de zogenoemde «confirmatory data») over de risico’s van neonicotinoïdehoudende middelen bij toelatinghouders opgevraagd.

EFSA heeft, op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten, deze herevaluatie uitgevoerd en daarbij de aanvullende informatie beoordeeld. Nederland was niet de rapporterende lidstaat voor deze werkzame stoffen, maar is wel actief betrokken geweest bij het peer review proces. Op basis van de herevaluatie concludeert EFSA dat er sprake is van een hoog risico, of dat een risico niet uitgesloten kan worden voor alle toepassingen van imidacloprid, clothianidin en thiamethoxam.

Naar aanleiding van de herevaluatie wil de EC nu de eerder opgelegde restricties uit 2013 verzwaren. Het voorstel voor de stoffen imidacloprid, clothianidin en thiamethoxam is om de huidige restricties verder uit te breiden tot alleen nog gebruik in kassen, en dan voor de gehele levensduur van de plant. Voor zaadbehandelingstoepassingen geldt ook dat het behandelde zaad alleen in de kas mag worden uitgeplant.

Toetsingskader voor bijen

Voor de herevaluatie van de drie stoffen is gebruik gemaakt van het EFSA- toetsingskader voor bijen (Guidance document on bees) uit 2013. Er vindt Europees nog discussie plaats over dit toetsingskader omdat deze zeer kritisch oordeelt over de statistische kracht van aan te leveren studies en omdat er op onderdelen nog onvoldoende kennis bestaat over het uitvoeren, evalueren en beoordelen van testen.

Het toetsingskader voor bijen is daarom nog niet Europees vastgesteld en zou daarmee, volgens de geldende procedures, nog niet mogen worden toegepast. Volgens EFSA is dit toetsingskader echter de enige manier om deze herevaluatie uit te voeren, omdat er geen ander toetsingskader bestaat met een juist schema voor beoordeling van bijen en andere bestuivers.

Het gevolg van het gebruik van dit toetsingskader is dat aangeleverde studies veel kritischer bekeken zijn bij de beoordeling van deze drie stoffen dan bij welke andere stof dan ook.

Bevindingen Ctgb

Als Nederlandse bevoegde autoriteit heeft het Ctgb de voorstellen van de EC en de achterliggende wetenschappelijke overwegingen beoordeeld. De bevindingen zijn als bijlage toegevoegd2. Het Ctgb constateert dat:

  • uit de EFSA- beoordeling naar voren komt dat voor de beoordeelde toepassingen een hoog risico voor bijen is geïdentificeerd of dat een risico niet uitgesloten kan worden;

  • de restricties mede gebaseerd zijn op blootstelling via onkruiden en akkerranden als gevolg van verstuiving van de werkzame stof tijdens het zaaien van het gecoate zaad. Hierbij is onvoldoende rekening gehouden met het feit dat deze verstuiving, dankzij de (verbeterde) coating- en zaaitechnieken in Nederland, niet plaats hoeft te vinden;

  • de aanvullende informatie beoordeeld is met een niet-goedgekeurd toetsingskader (Guidance Document bijen 2013);

  • uit eerder technisch overleg tussen EFSA en lidstaten (peer review overleg) naar voren komt dat noch de toelatinghouder noch de rapporterende lidstaten op de hoogte lijken te zijn geweest van het feit dat EFSA het volledige toetsingskader zou gebruiken bij de herbeoordeling van deze drie stoffen;

  • EFSA aangeeft dat het volledige toetsingskader is gebruikt op uitdrukkelijk verzoek van de EC en dat dit bekend was bij lidstaten;

  • het gebruik van dit toetsingskader door Nederland en andere lidstaten bij verschillende gelegenheden ter discussie is gesteld.

  • de alternatieve stoffen voor deze drie neonicotinoïden niet per sé een lager risicoprofiel hebben. Zo zijn verschillende alternatieven geclassificeerd als «kandidaat voor vervanging» (candidate for substitution) terwijl imidacloprid, clothianidin en thiamethoxam dit niet zijn.

Impact

De NVWA heeft een analyse uitgevoerd op de landbouwkundige impact van de voorgestelde restricties op imidacloprid, clothianidin en thiamethoxam. Een grote impact, waarbij plagen niet meer afdoende kunnen worden beheerst of resistentie zal ontstaan tegen alternatieve middelen, wordt verwacht voor de teelt van:

  • aardappelen

  • graszoden

  • suikerbieten en voederbieten

  • hop

  • onbedekte teelt van bloembol- en bloemknolgewassen (incl. gladiool)

Ook voor de teelt van andijvie, sla en boerenkool wordt een impact verwacht. Voor deze gewassen kunnen plagen, ondanks het wegvallen van de drie neonicotinoïden, weliswaar voldoende beheerst worden, maar dit brengt wel extra inspanningen en risico’s met zich mee voor telers. Voor de overige gewassen kunnen de plagen ondanks het wegvallen van de drie neonicotinoïden afdoende bestreden worden met de beschikbare alternatieven en wordt geen impact verwacht.

Voor de in Nederland opererende bietenzaad- en groentezaadbedrijven zullen de voorstellen geen of nauwelijks directe economische schade opleveren, omdat er geen of nauwelijks extra marge zit op zaadbehandeling. Er zal mogelijk wel schade optreden als telers het gewas niet langer telen vanwege het risico op misoogsten en zij de zaden niet meer afnemen.

Standpunt

Mijn standpunt naar aanleiding van de Commissievoorstellen en de bevindingen van het Ctgb en de NVWA is als volgt:

  • Gezien de bevindingen van EFSA ben ik van mening dat binnen Europa actie moet worden ondernomen op risicovolle toepassingen van de drie neonicotinoïden imidacloprid, clothianidin en thiamethoxam en steun daarom de voorstellen van de EC. Ondanks dat EFSA een niet-goedgekeurd toetsingskader heeft toegepast, vind ik de bevindingen dusdanig dat Europese actie gerechtvaardigd is.

  • Ik zal bij de EC aandringen de bevindingen van het Ctgb ten aanzien van de in Nederland toegepaste hoogwaardige coatings- en zaaitechnieken in ogenschouw te nemen en te overwegen de voorstellen hierop aan te scherpen.

  • Ik zal bij de EC aandringen om meer inzicht te verkrijgen in de risico’s van het gebruik van alternatieve middelen en deze in overweging te nemen bij het nemen van maatregelen.

  • Ik zal bij de EC blijven aandringen om het concept-toetsingskader om te zetten in een door de EU vastgesteld richtsnoer, zodat Europees overeenstemming komt over de eisen die aan studies over de risico’s voor bijen worden gesteld.

Greenpeace rapport The environmental risks of neonicotinoïd pesticides – a review of the evidence post-2013

Achtergrond

In januari 2017 is het rapport The environmental risks of neonicotinoïd pesticides – a review of the evidence post-2013 gepubliceerd, opgesteld door de Universiteit van Sussex in opdracht van Greenpeace. Het betreft een review van de wetenschappelijke literatuur die ná 2013 is verschenen met betrekking tot de risico’s van neonicotinoïden voor wilde niet-doelwitorganismen (vooral aquatische insecten, wilde bijen en hommels). Op 25 januari 2017 heeft de vaste commissie voor Economische Zaken verzocht een reactie te geven op dit rapport. Ik heb het Ctgb daarom gevraagd te beoordelen of er nieuwe data zijn die aanleiding zouden kunnen geven tot een herbeoordeling van de betreffende toelatingen. De bevindingen van het Ctgb zijn als bijlage toegevoegd3.

Ctgb bevindingen

Het Ctgb concludeert dat een deel van de gebruikte publicaties in het rapport onderdeel is van het eerder gepubliceerde EASAC-rapport waarover ik u heb geïnformeerd (Kamerstuk 27 858, nr. 344). De overige publicaties bevatten voor het grootste gedeelte geen nieuwe blootstellingsroutes of anderszins nieuwe data. Uit enkele publicaties zou blijken dat de toelatingsnormen voor thiacloprid, thiamethoxam en clothianidin niet voldoen. Het Ctgb adviseert deze bevindingen, conform de afgesproken Europese procedures, binnen het reguliere herbeoordelingstraject van de stoffen te beoordelen, waarbij de risico’s voor alle niet-doelwitorganismen worden beoordeeld. Het Ctgb ziet onvoldoende aanleiding om direct nationaal in te grijpen op toelatingen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam


X Noot
1

Wood, Thomas and Dave Goulson, 2017. The Environmental Risks of neonicotinoid pesticides: a review of the evidence post-2013. University of Sussex, in opdracht van Greenpeace.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven