27 858 Gewasbeschermingsbeleid

Nr. 217 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 oktober 2013

In de eerste helft van 2013 heeft een internationale commissie van deskundigen een visitatie uitgevoerd bij het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). In deze brief informeer ik u -mede namens de staatssecretaris van I&M – over de bevindingen van deze internationale visitatiecommissie (IVC) (bijlage 1)¹ en de reactie van het Ctgb (bijlage 2)². Ik voldoe hiermee aan onze toezegging (Kamerstuk 27 858, nr. 160) om u op de hoogte te houden over deze visitatie.

Op verzoek van het Ctgb is door de IVC een evaluatie gemaakt van de kwaliteit van de wetenschappelijke processen, de wetenschappelijke besluitvorming, de besluiten en van de andere wetenschappelijke documenten en publicaties van het Ctgb. Het IVC komt tot het volgende oordeel:

• De IVC heeft geen besluiten gevonden die niet adequaat waren onderbouwd of niet juist waren;

• de IVC beveelt aan om transparanter te zijn over besluiten en onderbouwing hierin;

• de IVC concludeert dat het Ctgb een wetenschappelijke gedreven toelatingsautoriteit is die goed wordt geleid.

De IVC heeft 29 aanbevelingen gedaan voor het Ctgb, verdeeld over zes aandachtsvelden: mandaat en transparantie, werken in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving, personeelsbeleid, sturen op kwaliteit, collegiale toetsing, documentatie. In haar reactie geeft het Ctgb aan dat zij zich goed kunnen vinden in de aanbevelingen en geeft zij aan hoe zij daar invulling aan geeft (plan van aanpak). De aanbevelingen hebben betrekking op verbeteringen in de huidige interne werkprocessen van het Ctgb. Bijvoorbeeld bij het advies over het werken in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving zal het Ctgb het mandaatbesluit en het bestuursreglement aanpassen met als doel om de rol en de positie van het College ten opzichte van het secretariaat verder te verhelderen. Een ander voorbeeld is dat de IVC constateert dat de collegiale toetsing binnen het Ctgb een goed instrument is om kwalitatief goede wetenschappelijke besluiten te nemen. Deze toetsing vindt nu al binnen het Ctgb plaats, maar de IVC beveelt aan om de collegiale toetsing verder te professionaliseren. Tot slot een voorbeeld over de transparantie van de besluitvorming. Het Ctgb zal in de toelichting op de Collegebesluiten aangegeven welke documenten – zoals toetsingskaders – ten grondslag hebben gelegen aan de beoordeling.

De aanbevelingen liggen op het terrein van de kernprocessen van het Ctgb, liggen bovendien in het verlengde van al in gang gezet beleid en zullen dan ook als integraal onderdeel van de kwaliteitsverbetering van die processen worden opgepakt.

Het oppakken van de aanbevelingen past in het proces van continue kwaliteitsverbetering en zal dan ook in beginsel binnen de geldende tarieven kunnen worden uitgevoerd.

Ik ben met het Ctgb verheugd dat de IVC geen enkel geval heeft aangetroffen waarin een risicobeoordeling of risicomanagement besluit van het Ctgb werd beschouwd als onvoldoende gefundeerd of onjuist. Ik heb het Ctgb verzocht om de aanbevelingen voortvarend op te pakken, zodat de kwaliteit van de besluiten, onderbouwing en transparantie nog verder verbeteren. Verder heb ik het Ctgb gevraagd om in het jaarverslag over 2013 mij te informeren over het proces van kwaliteitsverbetering in relatie tot deze aanbevelingen.

De volgende internationale visitatie heeft het Ctgb gepland in 2018. Ik zal het rapport en de methode van de internationale visitatie onder de aandacht brengen van de Europese Commissie.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

---

1 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

2 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer