27 858 Gewasbeschermingsbeleid

Nr. 120 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 november 2012

Met deze brief informeer ik u, in aansluiting op eerdere correspondentie, over de stand van zaken en de ontwikkelingen rond een aantal recente vondsten van schadelijke organismen in planten. Het betreft:

  • 1. de Aziatische boktor in Winterswijk

  • 2. EU-ontwikkelingen rond vondsten van schadelijke organismen in verpakkingshout afkomstig uit China

  • 3. stand van zaken maatregelen ter bestrijding van bruinrot als gevolg van wateroverlast in aardappelpootgoedgebied Friesland

  • 4. de paprika snuitkever in het Westland

  • 5. opheffing van de ingestelde afbakening in het Westland in verband met eerdere vondst van de Oost-Aziatische boktor.

1. Stand van zaken vondst Aziatische boktor (Anoplophora glabripennis) in Winterswijk

In vervolg op mijn brief d.d. 21 september jl. (Kamerstuk 27 858, nr. 118) informeer ik u over de stand van zaken bij de uitvoering van de maatregelen naar aanleiding van de vondst van de Aziatische boktor in Winterswijk in juli 2012.

De survey in het gebied rond de vondst is afgerond en er zijn daarbij geen symptomen van de boktor aangetroffen. Ook de Acers (esdoorns) die in het kerngebied (100 meter rond de vondst) waren achtergebleven als vangplant zijn inmiddels verwijderd. Zoals eerder aangegeven zorg ik samen met de gemeente en de boomkwekerijsector voor herplant in de tuinen van de getroffen burgers. De gemeente organiseert daartoe op 17 november aanstaande een boomplantdag, waarop met inschakeling van vrijwilligers de nieuwe bomen en struiken in de betreffende particuliere tuinen geplant zullen worden.

2. EU-ontwikkelingen rond vondsten van schadelijke organismen in verpakkingshout afkomstig uit China.

Zoals gemeld in mijn brief van 21 september jl. heb ik, gezien de aanhoudende onderscheppingen van met boktorren besmet verpakkingshout uit China en de grote gevolgen van een uitbraak van de boktor in Nederland, mijn zorg over deze ontwikkelingen per brief aan Eurocommissaris Dalli kenbaar gemaakt en tevens ter sprake gebracht in de Landbouw- en Visserijraad van 24/25 september jongstledenl. Ik heb daarbij voorgesteld om bij China aan te dringen op betere garanties dat verpakkingshout vóór import een adequate behandeling heeft ondergaan, hetgeen werd gesteund door meerdere lidstaten. De Eurocommissaris heeft toegezegd China hierop te zullen aanspreken. Op 29 oktober jl. is dit onderwerp aan de orde geweest in een overleg tussen de Europese Commissie en de Chinese autoriteiten.

In het Permanent Fytosanitair Comité van 25/26 oktober jl. heeft een eerste bespreking plaatsgevonden van mogelijke (controle)maatregelen in EU-verband bij import van houten verpakkingsmateriaal uit China. Ik heb daarbij aangedrongen op invoeren van een (tijdelijke) certificaat- en inspectieplicht voor zendingen verpakkingshout met natuursteen uit China. Ook bij andere lidstaten lijkt daarvoor draagvlak te bestaan. De Europese Commissie zal zich nader beraden over maatregelopties en de bespreking daarvan in een volgend Comité voortzetten.

Overigens heeft ook China recentelijk melding gemaakt van intercepties van verpakkingshout afkomstig uit EU-landen dat niet voorzien was van het vereiste merkteken en/of waarop schadelijke organismen zijn aangetroffen. Waar het Nederlandse zendingen betreft zal de NVWA de onderscheppingen natrekken en zonodig maatregelen nemen.

3. Stand van zaken maatregelen ter bestrijding van bruinrot als gevolg van wateroverlast in aardappelpootgoedgebied Friesland

In vervolg op mijn brief van 21 september jl. kan ik u melden dat de NVWA op dit moment nog steeds druk bezig is met het toezicht op de afzet van aardappelen afkomstig van de overstroomde gebiedsdelen en de administratieve afhandeling daarvan. Uit de administratieve afhandeling is gebleken dat er in het gebied ca. 65 telers getroffen zijn door de wateroverlast. Bij 152 aardappelpercelen is er sprake geweest van gedeeltelijke overstroming, waarbij soms meerdere delen van een perceel getroffen zijn. Het betreft in totaal ca. 115 ha aardappelteelt, grotendeels pootgoedteelt. Er zijn tot dusver overigens geen besmettingen met bruinrot in aardappelen geconstateerd in verband met deze wateroverlast

De NVWA zal de komende maanden de afwikkeling voortzetten.

4. Stand van zaken paprika snuitkever (Pepper weevil, Anthonomus eugenii)

Zoals aangegeven in mijn brief van 21 september jl. worden er diverse surveys uitgevoerd om zeker te stellen dat de paprikasnuitkever niet meer aanwezig is bij paprikabedrijven, bij bedrijven die andere waardplanten van de snuitkever verhandelen en bij importeurs van sierteeltmateriaal uit Midden-Amerika. Bij de paprikabedrijven in het 1000 meter gebied in het Westland voert de NVWA rond de teeltwisseling controles uit met behulp van feromoonvallen.

Om zeker te stellen dat de kas schoon is en om problemen in de nieuwe teelt te voorkomen hebben de sectororganisaties in samenspraak met de NVWA een «schone start»- protocol opgesteld met acties die telers uit voorzorg kunnen nemen in aanvulling op de inspecties van de NVWA. De sectororganisaties hebben paprikatelers in het gebied 2,5 km rond de vondsten dringend geadviseerd het protocol te volgen. In het 1000 meter gebied voert de NVWA inspecties uit door middel van feromoonvallen. Bij bedrijven buiten het 1000 meter gebied die het protocol toepassen laat de sectororganisatie zelf controles uitvoeren. De verwachting is dat uiterlijk begin 2013 de teeltwisseling op de diverse paprikabedrijven in het gebied achter de rug is en de bedrijven een schone start hebben kunnen maken.

Daarnaast informeer ik u over een nieuwe vondst van een paprikasnuitkever in het Westland naar aanleiding van een melding op 25 oktober jl. van een paprikateler van de vermoedelijke aanwezigheid van dit organisme op zijn bedrijf. Onderzoek door de NVWA heeft dit vermoeden inmiddels bevestigd. Het betreft een bedrijf dat gelegen is binnen de 1000 meter zone, op enkele honderden meters afstand van de eerder aangetaste bedrijven. Er lijkt sprake te zijn van een lichte aantasting. Op dit vijfde bedrijf zal dezelfde aanpak gehanteerd worden om de paprikasnuitkever uit te roeien als bij de eerder aangetroffen aantastingen. Tevens zal voor deze teler hetzelfde financiële regime van toepassing zijn.

De NVWA gaat er vooralsnog vanuit dat de nieuwe vondst verband houdt met de eerdere vondsten van de paprikasnuitkever op 4 bedrijven in het Westland. Het onderzoek om de mogelijke herkomst van het organisme te achterhalen heeft tot dusver echter nog geen resultaat opgeleverd en zal daarom worden voortgezet. Vanwege de nieuwe vondst wordt het huidige 1000-meter gebied rond de bedrijven waar eerder een aantasting is gevonden iets uitgebreid, waardoor er 4 paprikabedrijven aanvullend zullen worden betrokken in de surveyactiviteiten.

Overigens ga ik er vanuit dat het risico van aantasting door de paprikasnuitkever in de sector inmiddels genoegzaam bekend is, evenals de mogelijke acties die telers kunnen ondernemen om het risico te beperken en verdere verspreiding van het organisme te voorkomen. Schade als gevolg van een eventuele nieuwe aantasting door de paprikasnuitkever zal per 1 januari 2013 dan ook volledig voor rekening komen van de betreffende ondernemer.

5. Opheffing van de ingestelde afbakening in het Westland in verband met eerdere vondst van de Oost-Aziatische boktor (Anoplophora chinensis)

In mijn brief van 13 maart 2012 (Kamerstuk 27 858, nr. 103) heb ik melding gemaakt van de opheffing van de in verband met eerdere vondsten van een Oost-Aziatische boktor afgebakende gebieden in Hoofddorp, Krimpen, Maasland, Boskoop en Delft. Dit gezien het feit dat in deze situaties sprake was van een enkele aangetaste boom in een geïmporteerde partij, dan wel een uitbraak van beperkte omvang die is uitgeroeid en niet heeft geleid tot vestiging van het organisme. De wijziging van de EU-noodmaatregelen voor de Oost-Aziatische boktor (vastgelegd in uitvoeringsbesluit nr. 2012/138/EU d.d. 1 maart 2012) bood hiertoe de ruimte. Omdat de uitbraak in het Westland (vondst eind 2007, aanvullende vondst in 2009) iets groter in omvang was in vergelijking met de andere situaties is begin 2012 besloten om dit afgebakende gebied vooralsnog te handhaven en opheffing nader te overwegen na uitvoering van een intensieve survey, om zeker te zijn dat de boktor daadwerkelijk niet meer aanwezig is in het gebied. Inmiddels is deze intensieve survey afgerond en er zijn daarbij geen symptomen van de boktor aangetroffen. Ook het afgebakende gebied Westland zal daarom binnenkort worden opgeheven door wijziging van de Regeling bestrijding maïswortelkever, boktor en kastanjegalwesp. Dit betekent dat voor bedrijven in dit gebied de plantenpaspoortplicht voor 17 waardplanten en de daaraan verbonden bedrijfsinspecties op boktorverschijnselen die twee maal per jaar moeten plaatsvinden komen te vervallen. Op dit moment zijn er voor zover bekend in dit gebied overigens geen bedrijven die waardplanten verhandelen.

Conform de Europese regels zal de monitoring in alle hiervoor genoemde eerder afgebakende gebieden worden voortgezet tot minimaal 4 jaar na de vondst van de boktor.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

Naar boven