27 830 Materieelprojecten

Nr. 409 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 3 juli 2023

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Defensie over de brief van 15 juni 2023 inzake resultaten verwervingsvoorbereiding project «airborne vehicles» (Kamerstuk 27 830, nr. 407)).

De Staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 27 juni 2023. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, De Roon

De adjunct-griffier van de commissie, Goorden

1.

Klopt het dat het voertuig van Mercedes-Benz waarvan in 2021 het contract ontbonden is, niet alleen niet kon voldoen aan de beschermingseisen ten aanzien van artilleriedreiging in combinatie met het geëiste laadvermogen, maar dat er ook problemen waren om het voertuig onder een Chinook-helikopter te vervoeren?

Antwoord 1: Nee, dat klopt niet. Medio oktober 2020 heeft de leverancier aan Defensie gemeld dat met het door de leverancier gekozen platform (chassis) niet kan worden voldaan aan de beschermingseisen ten aanzien van artilleriedreiging in combinatie met het geëiste laadvermogen. Er zijn destijds geen problemen gemeld over het niet kunnen vervoeren van het voertuig onder een Chinook-helikopter.

2.

Voldoet het RLS/Mercedes voertuig (2023) aan het programma van eisen dat uiteindelijke leidde tot de gunning in 2018?

Antwoord 2: Zowel het RLS als het KMW voertuig uit 2023 voldoen aan het programma van eisen voor het Airborne Vehicle. Het programma van eisen 12kN AASLT uit 2018 is niet van toepassing voor deze aanbesteding; geen van beide voertuigen is daarop getoetst.

3.

Voldeed de Vector aan het programma van eisen dat uiteindelijk in 2018 leidde tot de gunning aan Mercedes?

Antwoord 3: Nee, een voertuig dat voldeed aan het programma van eisen van 2018 bestond niet op de markt en was niet «van de plank» verkrijgbaar (Kamerstuk 26 396, nr. 117 van 18 november 2021). Na ondertekening van de overeenkomsten zou tijdens de verificatiefase worden zeker gesteld dat de aangeboden Voertuigen 12kN AASLT voldeden aan alle gestelde eisen.

4.

Is het winnende voertuig van RLS/Mercedes de Caracal zoals dat geadverteerd wordt op de website van Rheinmetall?

Antwoord 4: Nee. Enkele foto’s op de website laten een configuratie zien die niet overeenkomt met het aangeboden voertuig.

5.

Klopt het dat het winnende voertuig van RLS/Mercedes niet onder realistische omstandigheden fysiek getest is om onder een Chinook te vervoeren in underslung mode?

6.

Is er voor alle wensen uit het programma van eisen onder realistische omstandigheden getest met uitontwikkelde (prototype-)voertuigen?

Antwoord 5 en 6: De aangeboden voertuigen van zowel RLS als KMW zijn daar in de verwervingsvoorbereidingsfase (D-fase) niet op getest. Binnen de kaders van dit project betekent Military off the Shelf dat het aangeboden voertuig geen of slechts een marginaal ontwikkeltraject behoeft, dat de componenten bestaan en de offertes door de aanbieders met meegeleverde testrapporten onderbouwd worden. Bij de beoordeling van de offertes zijn de operationele en technische eisen voor 70 procent meegewogen en de offerteprijs voor 30 procent. De eerste vier voertuigen worden in 2024 aan Defensie geleverd, met deze voertuigen wordt een test- en verificatieprogramma doorlopen inclusief een test voor vervoer onder de helikopter (underslung).

7.

Is vervoer onder een Chinook wel een wenselijke eigenschap bij het nieuwe voertuig voor de Luchtmobiele Brigade?

Antwoord 7: Het operationele concept van de luchtmobiele brigade vereist dat deze voertuigen zowel in de helikopter als onder een helikopter (in underslung) vervoerd moeten kunnen worden.

8.

Kunt u aangeven waar het winnende voertuig van RLS/Mercedes al in gebruik is bij een krijgsmacht, aangezien er wordt gesproken over keuze voor een military off the shelf aankoop? Indien dit het geval is, over hoeveel voertuigen beschikt de desbetreffende krijgsmacht?

9.

Klopt het dat bij het winnende voertuig van RLS/Mercedes alleen het G-klasse chassis van Mercedes Benz van de plank is, maar het op basis daarvan ontwikkelde voertuig nog voor geen enkele afnemer is geproduceerd?

10.

Wat is de definitie van military off the shelf? Is dit nog steeds «Militaire producten van de plank kunnen snel worden geleverd. Ze hebben verder met civiele producten van de plank gemeen, dat ze doorgaans breed beschikbaar en in gebruik zijn, zowel bij de reguliere defensieorganisaties als bij andere partijen in het veiligheidsdomein», zoals genoemd op pagina 34 van de beleidsdoorlichting «Van de plank tenzij» uit 2021? Zo ja, hoe verhoudt het breed in gebruik zijn zich tot het winnende ontwerp van RLS/Mercedes en tot het ontwerp van KMW?

Antwoord 8, 9, 10: Military off the Shelf betekent dat het aangeboden voertuig geen of slechts een marginaal ontwikkeltraject meer behoeft, dat de componenten bestaan en de offerte van testrapporten vergezeld gaat. De basis voor beide voertuigen is al in gebruik bij diverse krijgsmachten. KMW gebruikt de Vector en RLS gebruikt de G-klasse als basis. Het Vector platform is in gebruik in Nederland; Duitsland heeft opdracht gegeven voor ontwikkeling van een SOF-voertuig op basis van dit platform. De G-klasse is in gebruik (geweest) in onder andere Noorwegen, Zweden, Finland, Denemarken, Nederland, Duitsland, Oostenrijk en (in licentie gebouwd) Frankrijk. Zowel KMW als RLS hebben op deze basisvoertuigen een doorontwikkeling doorgevoerd. Het resultaat is aangeboden in de aanbesteding. De doorontwikkelde voertuigen in de door RLS en KMW aangeboden varianten zijn beide nog niet bij andere krijgsmachten in gebruik. De voertuigen worden pas geproduceerd nadat er een order is geplaatst.

De commercieel vertrouwelijke bijlage1 bij deze antwoordbrief geeft meer details over MOTS in relatie tot dit specifieke project.

11.

Wat kan de Caracal van Rheinmetall wat het voertuig van KMW/Defenture niet kan?

De productvergelijking, mate van onderbouwing en het verschil in prijs tussen beide aanbieders is in de commercieel vertrouwelijke bijlage2 bij deze antwoorden opgenomen. In de D-fase hebben RLS en KMW een aanbod gedaan dat voldoet aan de gestelde operationele en technische eisen. Hierop scoort het voertuig van RLS hoger dan het voertuig van KMW.

12.

Is het door KMW/Defenture aangeboden ontwerp hetzelfde als de Vector die nu al bij het Korps Commandotroepen en Luchtmobiele Brigade in gebruik is, of zijn er grote verschillen?

Antwoord 12: Nee, het aanbod van KMW is niet gelijk aan de Vector die momenteel al in gebruik is bij het Korps Commandotroepen. De 41 additioneel bestelde Vector voertuigen voor de SOF support taak zijn nog niet geleverd. Naar verwachting wordt het eerste voertuig in het vierde kwartaal van 2023 aan Defensie geleverd.

13.

Zijn er bij Defensie klachten over of problemen met voertuigen van Defenture?

Antwoord 13: Zoals bij alle systemen zijn er ook bij de voertuigen en projecten van Defenture soms problemen. Deze worden, zoals in alle gevallen, samen met de leverancier bekeken en aangepakt. De commercieel vertrouwelijke bijlage3 bij deze antwoordbrief geeft meer details. De Kamer wordt periodiek over DMP-plichtige materieelprojecten geïnformeerd in het Defensie Projectenoverzicht (DPO).

14.

Hoe zijn de ervaringen van de Nederlandse krijgsmacht met de Vector?

Antwoord 14: De Vector voldoet als rijdend platform voor het optreden van onze SOF eenheden. Daarom heeft Defensie voor de SOF support taak van de Luchtmobiele Brigade ook voor de Vector gekozen.

15.

Klopt het dat het voertuig waarvoor in 2021 het contract ontbonden is ook gebruik maakte van het G-klasse chassis?

Antwoord 15: Het chassis van het voertuig dat RLS nu aanbiedt maakt gebruik van een doorontwikkeld G-klasse chassis, het 464 chassis. Bij het toenmalige voertuig van Mercedes werd gebruik gemaakt van het G-klasse 461 chassis.

16.

Is het Mercedes chassis 100% compliant aan het door Nederland gestelde programma van eisen?

Antwoord 16: Ja, zowel het aangeboden chassis van RLS als van KMW is compliant aan het Programma Van Eisen. Dit programma van eisen is uitgebreid met RLS en KMW besproken en getoetst op haalbaarheid. RLS en KMW hebben hiertoe hun offertes onderbouwd met testrapporten.

17.

Is er ook een verificatie gedaan om de compliance aan te tonen voor het voertuig van RLS/Mercedes en de Vector?

Antwoord 17: Zowel RLS als KMW hebben aangegeven aan alle eisen te kunnen voldoen. Beide fabrikanten hebben hun offerte van testrapporten vergezeld laten gaat om de specificaties te onderbouwen. De eerste vier voertuigen worden in 2024 aan Defensie geleverd. Hiermee wordt een test- en verificatieprogramma doorlopen.

18.

Klopt het dat er nog niet afgewikkelde claims tussen Defensie en Mercedes zijn vanwege de in 2021 ontbonden overeenkomst?

Antwoord 18: Nee, er zijn geen claims tussen Defensie en Mercedes die nog niet zijn afgewikkeld vanwege de in 2021 ontbonden overeenkomst.

19.

Klopt het dat de schadeclaims onderdeel zijn geworden van de gunningscriteria?

Antwoord 19: Nee, dit klopt niet.

20.

Klopt het dat het winnende voertuig van RLS/Mercedes niet zwaarder belast mag worden dan een maximaal voertuiggewicht van 4,9 ton?

21.

Klopt het dat het G-klasse chassis in het gebruik voor voertuigen die nu al rijden niet zwaarder belast mag worden dan een maximaal voertuiggewicht van 4,9 ton?

22.

Klopt het dat bij een hogere tonnage een derde as nodig is en de draaicirkel van het voertuig 22 meter wordt in tegenstelling tot de 9 meter die bijvoorbeeld de Vector telt?

23.

Klopt het dat de variant van KMW/Defenture maximaal 5,7 ton gewicht aan kan en daarvoor geen derde as nodig heeft waardoor de draaicirkel beperkt blijft tot 9 meter?

24.

Klopt het dan dat het, om aan de technische specificaties van diverse applicaties in de verwerving te voldoen, vereist is dat het voertuig 5,5 tot 5,7 ton weegt?

Antwoord 20–24: In het kader van aanbestedingsprocedures, ook als het een procedure is die in concurrentie met gebruik van artikel 346 VWEU plaatsvindt, moet informatie die als commercieel vertrouwelijk geldt ook als zodanig worden behandeld. Dat dient niet enkel een inkoop- c.q. Defensiebelang maar ook het belang van deelnemende partijen aan een aanbestedingsprocedure. Defensie citeert daarom niet openbaar uit offertes. In de commercieel vertrouwelijke bijlage4 bij deze brief ontvangt u de antwoorden op vragen 20 t/m 24 voor de voertuigtypes waar Nederland gebruik van gaat maken.

25.

Klopt het dat niet alle gewenste configuraties op het door RLK/Mercedes geselecteerde platform te bouwen zijn?

Antwoord 25: Alle door Nederland gewenste types zijn te bouwen op het door RLS geselecteerde platform.

26.

Welke boeteclausules zitten er in het contract als het ontwerp van RLS toch niet blijkt te voldoen aan alle eisen, bijvoorbeeld doordat het G-klasse chassis hier niet geschikt voor is?

Antwoord 26: De inhoud van het contract van Duitsland als verwervende instantie is commercieel vertrouwelijk, en kan niet openbaar worden gedeeld. In algemene zin worden altijd boeteclausules in contracten voor nieuw materieel voor Defensie opgenomen. Gedetailleerder inzicht in de boeteclausules van het Duitse contract zijn in de vertrouwelijke bijlage5 bij deze brief opgenomen.

27.

Kunt u, gelet op de opmerking dat het nieuw gekozen voertuig specifieker geschikt is voor luchtmobiel optreden en in een Chinook vervoerd kan worden, aangeven of de Vector ook in een Chinook vervoerd kan worden? Kunt u daarnaast een toelichting geven hoeveel Chinooks er nodig zijn om in één keer een infanteriecompagnie met hun organieke voertuigen te transporteren en hoe zich dit verhoudt tot de gemiddelde beschikbaarheid van Chinooks waarvan er ook een aantal in de VS staan voor trainingen?

Antwoord 27: De huidige Vector heeft een Internal Load Clearance en mag in een Chinook vervoerd worden. Het voertuig dat KMW nu aanbiedt, heeft een dergelijke Internal Load Clearance nog niet.

De tactics, techniques and procedures (TTP’s) voor air assault optreden zijn operationeel vertrouwelijk, daarom kan Defensie daar geen openbaar antwoord op geven.

28.

Wat zijn de meerkosten in onderhoud en aanhouden van reservedelen nu de Luchtmobiele Brigade en het Korps Commandotroepen met twee verschillende voertuigen met een verschillend chassis gaan werken, ten opzichte van de situatie dat beiden met de Vector zouden werken? Welke beperkingen geeft dit aan de uitwisseling en voor meerdere taken inzetbaar zijn van onderhoudspersoneel?

33.

Worden alle aan Nederland geleverde voertuigen volledig in Nederland onderhouden?

Antwoord 28 & 33: Defensie zal het onderhoud aan de airborne vehicles deels door defensiemonteurs laten uitvoeren, en deels uitbesteden aan de industrie. Het uit te besteden deel van het onderhoud vergt een separaat contract en hierover maakt Defensie nog nadere afspraken met de industrie. De geraamde exploitatiekosten voor onderhoud staan in de commercieel vertrouwelijke bijlage van de D-brief.

29.

Klopt het dat in het opstellen van het programma van eisen er gaandeweg eisen zijn geschrapt? Zo ja, zijn dit ook eisen waarvan bekend was dat de al in gebruik zijnde Vector er wel aan voldeed maar waar het op de G-Klasse gebaseerde ontwerp van RLS moeite mee zou hebben?

36.

Hoe is het programma van eisen van het nieuw gekozen voertuig precies tot stand gekomen?

Antwoord 29 & 36: Met Duitsland zijn de eisen aan het Airborne Vehicle geharmoniseerd om tot een interoperabel en uitwisselbaar voertuig te komen. Hiertoe is een gezamenlijk programma van eisen vastgesteld. In een dialoog met de aanbieders zijn de eisen en wensen getoetst op haalbaarheid. Er zijn geen eisen geschrapt om voor één van de aanbieders een oneigenlijk voordeel te creëren.

30.

Klopt het dat Defenture alleen deel kon nemen aan de Duitse aanbesteding onder voorwaarde dat er een verbintenis werd aangegaan met RLS dan wel KMW?

Antwoord 30: Voor deze gezamenlijke verwerving treedt Duitsland op als lead nation en contracterende partij. Met gebruik van artikel 346 VWEU is door Duitsland een aanbestedings-proces in concurrentie gevolgd met Duitse aanbieders. Door zich als onderleverancier te verbinden aan KMW is Defenture onderdeel geworden van de aanbesteding. Een gedetailleerder overzicht van de aanbestedingsvoorwaarden treft u in de commercieel vertrouwelijke bijlage bij deze brief.

31.

Wanneer kan de levering van de serieproductie voertuigen van RLS aanvangen en wanneer van KMW? Hoeveel kunnen de leveranciers per jaar afleveren en is de levering gelijk verdeeld voor zowel Nederland als Duitsland?

Antwoord 31: De eerste vier voertuigen worden in 2024 aan Defensie geleverd. Hiermee wordt een test- en verificatieprogramma doorlopen. Tussen 2025 en 2029 worden de voertuigen uit serieproductie uitgeleverd, waarbij Nederland over een periode van vijf jaar 100 voertuigen per jaar ontvangt en Duitsland 200 voertuigen per jaar. Zowel KMW als RLS kunnen aan dit leverschema voldoen.

32.

Kunt u aangeven of en, zo ja, in welke mate het voertuig van zowel RLS/Mercedes en KMW/Defenture in Nederland wordt geproduceerd?

35.

Kunt u aangeven hoeveel verschil er in Nederlandse industriële participatie is tussen beide projecten?

Antwoord 32 & 35: Een gedetailleerder overzicht over het gevolgde proces voor industriële participatie treft u in de commercieel vertrouwelijke bijlage bij deze antwoordbrief6. Daarnaast ben u in de vertrouwelijke bijlage bij de D-brief geïnformeerd over het IP-aanbod van beide aanbieders.

34.

Worden, gezien de integratie van de Nederlandse landmacht in de Duitse landmacht, de voertuigen hoofdzakelijk in Nederland of Duitsland gestationeerd?

Antwoord 34: De voor Nederland bestemde voertuigen worden voornamelijk in Nederland gestationeerd.

37.

Hoe zou de totstandkoming van een programma van eisen voor een nieuw voertuig transparanter gemaakt kunnen worden?

Antwoord 37: In de voorbereidingsfase van een aanbestedingsprocedure kan een concept programma van eisen via een marktconsultatie worden gedeeld met de markt. Hierdoor wordt de markt in de gelegenheid gesteld om vragen te stellen over de eisen en feed back te geven over bijvoorbeeld de haalbaarheid.


X Noot
1

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
3

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
4

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
5

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
6

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven