27 830 Materieelprojecten

Nr. 399 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 mei 2023

Inleiding

Defensie schaft munitie aan om de MQ-9 te kunnen bewapenen. Dit draagt bij aan de veiligheid van eigen troepen in een veranderend dreigingsbeeld en tegelijkertijd zorgt het ervoor dat we het initiatief kunnen behouden bij inzet van de MQ-9. In de Defensienota 2022 (Kamerstuk 36 124, nr. 1) is deze behoefte kenbaar gemaakt. In samenhang hiermee is besloten om de in 2022 in gebruik genomen MQ-9 «Medium Altitude Long Endurance Unmanned Aerial Vehicle» (MALE UAV) capaciteit uit te breiden en te versterken.

De initiële behoeftestelling voor de MQ-91 uit 2011 voorzag niet in bewapening. In de afgelopen jaren heeft Defensie de visie op de inzet van de MQ-9 en andere op afstand bestuurde systemen bijgesteld aan de hand van de ontwikkelingen van de dreigingen en van de wijze waarop militaire capaciteiten worden ingezet. Uw Kamer heeft met het aannemen van de motie van het lid Bosman c.s. (Kamerstuk 35 300 X, nr. 23 van 7 november 2019) het kabinet verzocht te onderzoeken of de initiële behoeftestelling geactualiseerd moet worden om bewapening van de MQ-9 mogelijk te maken. Eind januari 2020 heeft Defensie een reactie gestuurd op deze motie (Kamerstuk 30 806, nr. 52), waarin de operationele voordelen van het bewapenen van de MQ-9 zijn beschreven. Daarbij is aangegeven dat Defensie de concrete mogelijkheden en kosten van verschillende doorgroeimogelijkheden van de MQ-9 onderzoekt, waaronder ook bewapening van het systeem. Met de motie-Valstar c.s. (Kamerstuk 35 925 X, nr.69) heeft uw Kamer haar steun uitgesproken voor bewapening van de MQ-9. Met deze brief informeer ik u over de behoeftestelling van de capaciteit, die Defensie met het project «Bewapening MQ-9» wil verwerven.

Bewapenen MQ-9

Onderbouwing behoefte

De MQ-9 kan worden ingezet in missiegebieden waar andere wapensystemen van Defensie niet altijd aanwezig (kunnen) zijn. Het bewapenen van de MQ-9 geeft nieuwe mogelijkheden door een combinatie van het langdurig kunnen inzetten van waarnemings- en aanvalsmiddelen op hetzelfde platform. Daarmee wordt de snelheid en flexibiliteit van handelen van de krijgsmacht vergroot. De ervaring leert, dat als het gaat om tijd-kritische inlichtingen, een bewapende MQ-9 een duidelijk voordeel oplevert voor de inzet van Defensie. Zonder bewapening zal na het verzamelen van de inlichtingen deze data namelijk moeten worden overgedragen aan een ander wapensysteem. Door deze langere reactietijd kan het initiatief verloren gaan en neemt het operationele risico toe. Tegelijkertijd levert deze uitbreiding een krachtige capaciteit op het gebied van het beschermen van eigen of coalitietroepen op.

In de kabinetsreactie op het AIV-rapport «inzet van autonome wapen» (Kamerstuk 35 925 X, nr. 90) en aanvullende Kamervragen (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 2214) heeft het kabinet aangegeven dat Nederland eraan vasthoudt dat bij wapeninzet altijd sprake is van een vorm van betekenisvolle menselijke controle (meaningful human control -MHC). Daarbij is het van belang te vermelden dat wapeninzet vanaf een MQ-9 technisch gezien niet anders is dan van welk ander bemand aanvalsplatform: het is geen volledig autonoom wapen en in alle gevallen beslist gekwalificeerd personeel om tot inzet van wapens (het daadwerkelijk afvuren) over te gaan binnen de relevante wet- en regelgeving en waarbij wordt voldaan aan de geldende rules of engagement. De bemanning van een MQ-9 opereert vanuit een grondstation maar stuurt het systeem continu aan. Er wordt voor inzet van de MQ-9 daarmee dus altijd voldaan aan de voorwaarde van betekenisvolle menselijke controle.

Kwalitatieve behoefte

Defensie heeft ervoor gekozen om aan te sluiten bij de bewapening die Frankrijk al gebruikt op de MQ-9, en die wordt aangeschaft via de Amerikaanse overheid (Foreign Military Sales, FMS). Frankrijk gebruikt hiervoor een geleid wapen (Guided Bomb Unit -GBU) van het type GBU-12. Daarnaast heeft Nederland met Italië, Frankrijk en Spanje voor de MQ-9 block 5 gezamenlijk de software ontwikkeld, waarmee het gebruik van andere geleide wapens wordt ondersteund. Door aan te sluiten bij de configuratie van Frankrijk hoeft Nederland de software-integratie niet meer te doen en is dit kostenbesparend.

Hierdoor is bewapende inzet mogelijk met de volgende typen munitie:

  • GBU-12 (500 pond bom, laser geleid);

  • GBU-49 LOT 5 (500 pond bom, laser en GPS geleid);

  • AGM-114 R2 Hellfire (lucht-grond raket, laser geleid).

Defensie heeft op dit moment de hiervoor benodigde raketten en bomlichamen met bijbehorende componenten in haar assortiment. Deze zijn in gebruik op de F-35. Defensie heeft voor de lasergestuurde Hellfire raketten momenteel alleen nog de oudere R1-variant, maar er loopt een verwervingsopdracht voor de aanschaf van de R2-variant voor de Apache. De kwalitatieve behoefte betreft het voorzien in het gebruik van de genoemde type wapens op de MQ-9 toestellen, inclusief opleidingen, en rekening houdend met opslag, assemblage en transport. De technische aanpassingen aan de toestellen, die benodigd zijn om de wapens te kunnen dragen en afvuren, zijn voorzien in het project «Uitbreiden en versterken MQ-9 capaciteit».

Afhankelijk van het type missie kan er een keuze gemaakt worden in bewapening, waarbij er ook een combinatie mogelijk is. De uiteindelijk mee te nemen «payload» is een beperkte combinatie van bewapening en/of sensoren (bv. maritieme radar, ESM-pod, communications relay pod), die onder de vleugel gemonteerd worden.

Kwantitatieve behoefte

De aantallen te verwerven munitie worden vanwege het hogere rubriceringsniveau niet in deze brief opgenomen. Bij de normering van de voorraadniveaus wordt rekening gehouden met de benodigde aantallen voor opleiding en training (O&T) en het Beleidskader Inzetvoorraden (BKI). Voor bepaling van de BKI-norm wordt gekeken naar enerzijds het beoogde operationele verbruik en anderzijds richtlijnen vanuit NAVO om tot voorraadniveaus te komen. De vetrouwelijke bijlage bevat een aanvullende toelichting.

Verwerving

Zoals in de kwalitatieve behoefte aangegeven, wordt het merendeel van de munitie en bijbehorende artikelen reeds gevoerd binnen Defensie. Dit betekent dat een groot deel op bestaande FMS-contracten kan worden verworven of dat er kan worden aangesloten op lopende verwervingsopdrachten. Naar verwachting wordt de bewapening van de MQ-9 in het derde kwartaal van 2025 Initial Operational Capable (IOC). De mijlpaal Full Operational Capability (FOC) wordt naar verwachting eind 2028 behaald. Indien bepaalde munitie eerder voorradig is of betrokken kan worden uit voorraden van andere wapensystem, dan kan wapeninzet afhankelijk van het type missie eerder plaatsvinden.

Overige aspecten

Internationale samenwerking

De configuratie van de bewapening sluit aan bij die van Frankrijk, dat nagenoeg dezelfde configuratie heeft. Dit betekent dat binnen de MQ-9 Users Group (MUG), de FMS-landen (o.a. Frankrijk, Italië, Spanje en Nederland) samenwerken om maximaal te profiteren van cost-sharing bij doorontwikkelingen. Daarnaast wordt via de MUG mogelijkheden onderzocht op het gebied van toekomstige trainingen en logistieke ondersteuning.

Relatie met andere projecten

Deze behoefte is onderdeel van het pakket aan maatregelen voor de uitbreiding en versterking van de MQ-9 capaciteit die in de Defensienota 2022 zijn aangekondigd. Dit omvat de voorbereiding voor de aanschaf van de maritieme radar en de communications-relay sensoren in combinatie met de uitbreiding met vier extra MQ-9 toestellen. In het Defensie Projecten Overzicht (DPO) wordt uw Kamer over de voortgang geinformeerd. Voor de aanschaf van SIGINT/ESM sensoren is een aparte behoefte opgesteld en deze is behandeld door uw Kamer (Kamerstuk 27 830, nr. 383).

Financiële aspecten

Het project «Bewapenen MQ-9» vergt een additionele investering die valt in de bandbreedte van € 100 miljoen tot € 250 miljoen. Daarnaast bedragen de exploitatiekosten jaarlijks circa € 0,5 miljoen. Deze investering, inclusief het verschil in exploitatiekosten ten opzichte van de huidige situatie voor de komende 15 jaar, komt ten laste van het investeringsbudget van Defensie. De commercieel vertrouwelijke bijlage bevat nadere informatie2.

Risico’s

Voor het project is een risicobeoordeling gemaakt en zijn beheersmaatregelen getroffen. Aangezien het een configuratie is die in gebruik is bij één van de FMS-partnerlanden en het reeds door Defensie gevoerde munitie betreft zijn de risico’s laag. Het voornaamste risico betreft de mogelijk langere levertijden bij de verwerving van kapitale munitie in een schaarse markt. Door tijdig aan te haken bij lopende verwervingsopdrachten of additionele verwerving tijdig in gang te zetten, wordt dit risico zo goed als mogelijk gemitigeerd.

Vooruitblik

Gezien de financiele bandbreedte van het project en de mogelijkheid om deze behoefte zoveel mogelijk binnen bestaande contracten te verwerven, ben ik voornemens om dit project na behandeling in uw Kamer te mandateren aan het Commando Materieel en IT. Uw Kamer wordt via de begroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF), het jaarverslag en het Defensie projectenoverzicht (DPO) over de voortgang van dit project geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Defensie, C.A. van der Maat


X Noot
1

DMP A-Brief «Behoefte aan MALE UAV-capaciteit» (Kamerstuk 30 806, nr. 10)

X Noot
2

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven