27 830 Materieelprojecten

Nr. 357 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 8 juni 2022

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Defensie over de brief van 29 april 2022 inzake de onderzoeksfase (B-fase) van het project «ESSM Block 2 Verwerving en Integratie» (Kamerstuk 27 830, nr. 355).

De Staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 3 juni 2022. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, De Roon

Adjunct-griffier van de commissie, Mittendorff

1.

In de Kamerbrief van 10 november 2020 (Kamerstuk 27 830, nr. 322) werd gerept over verschillende niveaus van integratie van de ESSM Block 2. Waarom is de noodzaak van een nieuwe Active Phased Array Radar (APAR) er nu wel voor ESSM Block 2, aangezien Defensie in 2018 nog uitging van de meest eenvoudige integratie, zonder de noodzaak van een nieuwe radar te vermelden?

Defensie heeft in eerdere brieven over dit project uit 2018 en 20201 uiteengezet dat in de B-fase vier mogelijke manieren werden onderzocht om de Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LC-fregatten) geschikt te maken voor de ESSM Block 2 raket. Bij deze vier integratieniveaus neemt telkens de operationele effectiviteit toe. Het hoogste integratieniveau maakt optimaal gebruik van de capaciteiten van de ESSM block 2, maar is ook het duurste. In 2020 was nog geen keuze gemaakt voor een integratieniveau en de aanpassing of vervanging van de APAR-radar.

Het besluit van 2019 om de levensduur van de LC-fregatten met vijf jaar te verlengen2 was van invloed op het vervolg van dit project. De dreiging van moderne antischipraketten neemt steeds verder toe. Nu de schepen langer doorvaren, moeten zij worden voorzien van de laatste technologie om deze dreiging te kunnen weerstaan. Tijdens de B-fase werd duidelijk dat niet alleen het hoogste integratieniveau, maar ook de nieuwe APAR-radar noodzakelijk is om de ESSM Block 2 effectief te kunnen inzetten tegen deze moderne dreiging. Het resultaat van de B-fase is beschreven in de B-brief van 29 april jongstleden.

2.

Zonder ESSM Block 2 en APAR Block 2 kunnen de fregatten volgens defensie niet ingezet worden in een gebied waar dreiging is van moderne antischipraketten. Vanaf wanneer voldoet ESSM niet meer als verdediging van het Luchtverdedigings- en commandofregat (LCF) tegen dergelijke wapens?

Op dit moment beschikken sommige mogelijke tegenstanders al over moderne antischiprakketen die enkele malen de snelheid van het geluid vliegen en onvoorspelbare manoeuvres maken. De huidige ESSM Block 1 biedt hiertegen minder bescherming dan tegen andere antischipraketten met een lagere snelheid en eenvoudig vluchtprofiel. Een duidelijk moment waarbij de ESSM Block 1 onvoldoende bescherming biedt, is niet te geven. Dit hangt onder andere af van het type antischipraketten waarover de eventuele tegenstander in een concreet geval beschikt. Zoals ook bij andere moderne wapensystemen beschikken gaandeweg, naar verwachting, steeds meer partijen over moderne antischipraketten (proliferatie).

3.

Heeft het besluit om twee schepen niet te voorzien van de nieuwe ESSM gevolgen voor de plannen om SM-2 Block IIIC aan te schaffen?.

Dat besluit heeft op zich geen gevolgen voor de aanschaf van de SM-2 Block IIIC raket. Deze raket komt voor de huidige LC-fregatten, gezien de resterende levensduur, niet op tijd beschikbaar.

Op het moment beschikken alle vier de LC-fregatten over de SM-2 Block IIIA raket om te kunnen voorzien in de luchtverdediging van een verband van schepen. Defensie bestudeert momenteel de mogelijkheden om deze raket te vervangen, zowel voor de huidige LC-fregatten als voor de vervangers daarvan. Ik zal de Kamer op de gebruikelijke wijze informeren over de vervanging van de SM-2 Block IIIA raket via het Defensie Materieel Proces.


X Noot
1

De A-brief (behoeftestelling) van 3 mei 2018 en de brief van 10 november 2020 over VLS-lanceerinstallaties (Kamerstukken 27 830, nrs. 227 en 322)

X Noot
2

Kamerstuk 27 830, nr. 297 van 22 oktober 2019

Naar boven