27 830 Materieelprojecten

31 865 Verbetering verantwoording en begroting

Nr. 339 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juni 2021

In 2017 verscheen de eindrapportage van de Adviescommissie Verslaggevingsstelsel rijksoverheid (AVRo). Hierin werd geconcludeerd dat hoewel het verslaggevingsstelsel op orde is, er tegelijkertijd aanleiding is om stappen te zetten teneinde het stelsel verder te verbeteren en harmoniseren. Momenteel wordt onderzocht op welke wijze dit mogelijk is. Hierbij wordt onder andere gekeken in hoe verre toevoeging van baten-lasteninformatie de oordeels- en besluitvorming eventueel kan ondersteunen.

In dit kader is in 2019 besloten – in lijn met het advies van de rapporteurs «Sneller en Snels» (Kamerstuk 31 865, nr. 125) – om bij de Ministeries van Defensie en Infrastructuur en Waterstaat verschillende investeringspilots uit te voeren. Doel van de pilots is om te onderzoeken of additionele baten-lasteninformatie de oordeels- en besluitvorming voor investeringsprojecten ondersteunt voor de gebruikers (parlement/ departementen/ burgers).

Voor Defensie zijn hiervoor twee investeringsprojecten onderzocht, te weten:

  • 1. Defensiebrede vervanging operationele wielvoertuigen (DVOW) deelproject 50/100/150kN vrachtwagens;

  • 2. Midlife update (MLU) CV-90.

Er is besloten om twee keer informatie over de pilots aan het parlement te sturen: één keer in 2020 en één keer in 2021. Hierdoor wordt het mogelijk om ook de (waarde)ontwikkeling van de investeringsprojecten te volgen. In 2020 is in september de informatie over het DVOW deelproject 50/100/150kN vrachtwagens verzonden en voor het project MLU CV-90 is deze meegestuurd met de zogenaamde DMP-D-brief in november 2020. Hierbij ontvangt u, mede namens de Staatssecretaris van Defensie, voor de tweede keer de baten-lasteninformatie, waarbij met name in wordt gegaan op de verschillen tussen de in eerdere brieven opgenomen begroting over 2020 en de daadwerkelijke realisatie over 2020. Zo worden ontstane delta’s in deze periode toegelicht aan de hand van elementen van het baten-lasten stelsel.

Op basis van de ervaringen die zijn opgedaan in de pilots zal medio 2021 in de evaluatie van de pilots gekeken worden of baten-lasteninformatie van toegevoegde waarde is en in hoeverre het begrotings- en verslaggevingsstelsel van de rijksoverheid hierop aangepast dient te worden. Dit als onderdeel van de toegezegde bredere evaluatie van de aanbevelingen van de adviescommissie verslaggevingsstelsel rijksoverheid (AVRo) die medio 2021 staat gepland. De Tweede Kamer zal hierover separaat worden geïnformeerd.

Uitgangspunten en bijzonderheden investeringsprojecten

Om de voortgang van de projecten te kunnen vergelijken met de informatie die in 2020 aan de Kamer is verstuurd gelden derhalve dezelfde uitgangspunten. Volledigheidshalve en voor de juiste interpretatie van de cijfers worden deze hierbij kort herhaald.

  • Er is gekozen voor een systematiek van waardering op basis van historische waarde met een lineaire afschrijving. De belangrijkste reden hiervoor is beperking van de administratieve lasten;

  • Parallel aan de systematiek bij agentschappen is voor alle projecten binnen deze pilot gekozen voor het financieren van de activa met een voor de pilot fictieve lening van het Ministerie van Financiën;

  • De huidige administratie is niet ingericht op het intracomptabel verstrekken van jaarlijkse exploitatiekosten van de investeringsprojecten. Inzicht in de exploitatiekosten is daardoor slechts op basis van aannames extracomptabel te verkrijgen. Hier dient bij de interpretatie van de cijfers rekening mee gehouden te worden. Het volgen van de cijfers over de jaren heen en een vergelijking tussen planning en realisatie leiden als gevolg hiervan tot beperkingen;

  • Specifiek voor het investeringsproject DVOW geldt dat als gevolg van het vorige punt de omvang van de exploitatie genoemd in deze pilot afwijkt van hetgeen gemeld is in de commercieel vertrouwelijke bijlage bij de D-brief. De in deze pilot opgenomen staat van baten en lasten bevat alleen de onderhoudskosten als onderdeel van het contract met de leverancier.

Toelichting investeringsproject DVOW – 50/100/150kN vrachtwagens

In de tabellen opgenomen in de commercieel vertrouwelijke bijlage zijn de begrote en gerealiseerde staat van baten en lasten naast elkaar gezet, als ook de begrote en gerealiseerde kasstroom1. Hieruit is zichtbaar dat de realisatie zowel op de exploitatie als op de investering een onderbesteding laat zien.

De onderbesteding op de investering is te verklaren door Covid-19. Als gevolg van de opgelegde beperkingen zijn de productie en leveringen van de voertuigen achter gebleven.

De onderbesteding op de exploitatie heeft twee hoofdoorzaken.

  • Ten eerste is de exploitatie lager doordat het zwaartepunt voor de levering van de voertuigen in de tweede helft van 2020 lag en een deel vertraagd is geleverd, terwijl in de begroting werd uitgegaan van een levering per 1/1/2020. Dit betreft zowel lagere kosten als gevolg van minder gereden kilometers en regulier onderhoud als minder variabele kosten zoals schadekosten en reparaties;

  • Ten tweede zijn voor de voertuigen die wel geleverd zijn de volledige onderhoudsuitgaven gepland, dit terwijl nieuwe voertuigen niet altijd onderhoud hebben gehad in het eerste jaar.

Op basis van de gerealiseerde investering is de balans en de verloopstaat materiële vaste activa over 2020 opgesteld. De materiele vaste activa zijn toegenomen met het geïnvesteerde bedrag minus de afschrijvingen van investeringen uit eerdere jaren. De fictieve lening bij het Ministerie van Financiën neemt derhalve met eenzelfde bedrag toe.

Relatie met jaarverslag 2020

Omdat het 50/100/150Kn project een deelproject is van DVOW, is deze niet zelfstandig zichtbaar in het jaarverslag. Deze is daardoor niet direct herleidbaar. Als gekeken wordt naar de systematiek dan zijn er wel raakvlakken met het jaarverslag. De belangrijkste afwijkingen gemeld in de CV-bijlage, onderbesteding op investering en exploitatie, zijn onderdeel van de instandhoudings- en investeringsuitgaven in het Defensie Materieelfonds (DMF) en en het inzicht is in die zin vergelijkbaar met het huidige jaarverslag.

Er zijn daarnaast twee elementen waar aanvullend inzicht wordt verkregen.

  • Op de balans staat de waarde van het bezit van de vrachtwagens aangegeven;

  • in de overige lasten bij de staat van baten en lasten zijn de afschrijvingslasten en (fictieve) rentelasten opgenomen. Hiermee wordt een aanvullend beeld gegeven van de totale lasten, rekening houdend met het eerder aangegeven aandachtspunt aangaande de beperkingen van de huidige administratie op dit punt.

Investeringsuitgaven worden in een baten-lasten stelsel niet gezien als lasten. De lasten komen tot uitdrukking in de afschrijvingen op de investering. Onderbesteding op de investering is daarom niet opgenomen in de staat van baten en lasten en leidt niet tot een resultaat. De onderbesteding blijft daarmee beschikbaar voor het project. Dat laatste is conform de huidige systematiek in het DMF met een onbeperkte eindejaarsmarge.

Toelichting investeringsproject MLU CV-90

De Kamer is op 10 november 2020 over dit project geïnformeerd (Kamerstuk 27 830, nr. 321). Er hebben zich in de resterende periode van 2020 geen noemenswaardige ontwikkelingen voorgedaan. Het project bevindt zich thans in de D-fase en in januari 2021 is het contract getekend. In deze brief zijn daarom over dit project geen financiële gegevens over de realisatie opgenomen.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten


X Noot
1

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven