Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 oktober 2018
Met deze brief geef ik antwoord op de vraag van het lid Stoffer (SGP), zoals gesteld
in het vragenuur van 25 september 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 4, item 4). Daarbij is gevraagd of er alsnog, in plaats van een zelfstandige aankoop van de
zogenoemde koudweeruitrusting door 1.000 militairen die deelnemen aan de oefening
Trident Juncture, door Defensie zelf de koudweeruitrusting centraal kan worden aangekocht
en geleverd. Op de andere vragen uit het vragenuur van 25 september 2018, de voorts
door verschillende leden schriftelijk gestelde vragen en de vragen uit de regeling
van werkzaamheden van 2 oktober jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 7, item 25) volgt zo spoedig mogelijk een reactie.
Aan de internationale NAVO-oefening Trident Juncture nemen ongeveer 2.000 Nederlandse
militairen deel. Hiervan bestaat ongeveer de helft uit vlootpersoneel en mariniers.
Zij hebben al koudweeruitrusting tot hun beschikking of hebben deze vanwege de aard
van de werkzaamheden niet nodig. Ongeveer 1.000 militairen beschikten op 25 september
2018 nog niet over deze kleding.
In antwoord op de gestelde vraag meld ik u dat voor de deelnemers aan Trident Juncture,
van wie de taakstelling dit vereist, alsnog door centrale verwerving door Defensie
kan worden voorzien in de juiste koudweeruitrusting.
Defensie heeft namelijk door middel van een versnelde centrale verwerving voldoende
koudweerpakketten aangekocht en geleverd gekregen. Hierbij zijn mogelijk aanbestedingsregels
overtreden. Ik acht deze handelwijze echter verantwoord in het belang van het personeel.
De koudweerpakketten worden thans uitgegeven aan het personeel dat nog naar Noorwegen
moet vertrekken. Militairen die reeds naar Noorwegen zijn afgereisd zonder koudweerpakketten,
krijgen dit alsnog ter plaatse geleverd.
Niet alle artikelen uit de koudweerpaketten worden aan elke individuele militair verstrekt.
Zoals gebruikelijk wordt een deel van de uitrusting dat niet onmiddellijk benodigd
is, in opslag gehouden bij de eenheden in Noorwegen om tijdig aan de militairen ter
beschikking te stellen als zich daadwerkelijk koude omstandigheden voordoen.
Daarnaast was er een klein deel van de militairen die op 25 september 2018 nog niet
beschikten over koudweeruitrusting al door zelfstandige aanschaf van koudweeruitrusting
voorzien. Deze mogelijkheid blijft ook van kracht voor die situaties waar centrale
verwerving onverhoopt niet kan voorzien in alle uitrusting (bijvoorbeeld exceptionele
maatvoering). Militairen konden en kunnen daarvoor een voorschot ontvangen zodat zij
het bedrag niet zelf voor hoeven te schieten. De aan te schaffen artikelen zijn specifiek
voorgeschreven op een lijst. Samen met controle door commandanten van de betreffende
eenheden zorgt dit voor adequate kwaliteitsborging.
Naar aanleiding van de gang van zaken wordt voorts een interventieteam opgericht,
waardoor personeel van de krijgsmacht bij één loket terecht kan onder andere voor
problemen met de kleding en uitrusting. Deze problemen worden in de toekomst hierdoor
eerder gesignaleerd.
De Staatssecretaris van Defensie,
B. Visser