27 830 Materieelprojecten

Nr. 149 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 maart 2015

INLEIDING

Hoogwaardige eindgeleiding en commandovoering bij luchtsteun en grondgebonden vuursteun zijn tijdens de inzet van de krijgsmacht onmisbaar. De relevantie hiervan is opnieuw aangetoond tijdens de missie ISAF in Afghanistan. Uit de evaluatie van deze missie blijkt dat de Task Force Uruzgan (TFU) hier bijna dagelijks gebruik van maakte.

Deze brief beschrijft de behoefte aan materieel voor eindgeleiding van wapens en munitie van vuursteunmiddelen (maritiem, grondgebonden en luchtsteun). Ook command and control (C2)-ondersteunende systemen, verbindingsmiddelen, mobiliteit en de integratie van maritieme-, land- en lucht C2-systemen maken deel uit van deze behoefte. Naast de kwalitatieve verbetering dicht de behoefte het gat dat is ontstaan door de uitbreiding van de Fire Support Teams (FST) en de Joint Fire Cells (JFC) als gevolg van de beleidsbrief 2011 (Kamerstuk 32 733, nr.1). Deze eenheden zijn ingedeeld bij de manoeuvre-eenheden van het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) en het Commando Landstrijdkrachten (CLAS).

Door het invullen van deze behoefte kan de tijdigheid en de precisie van vuursteun worden verbeterd. Daarnaast zal dit leiden tot een verhoging van de veiligheid; eigen troepen, aanwezige burgerbevolking of non-combattanten hoeven hierdoor niet onnodig in gevaar worden gebracht.

KWALITATIEVE BEHOEFTE

Door de invulling van de behoefte aan materieel voor de Fire Support Teams en de Joint Fire Cells beschikken straks alle manoeuvre-eenheden van het CZSK en het CLAS over aanvullende middelen om joint fire support (op compagnies-, bataljons, -en brigadeniveau) tijdiger, nauwkeuriger, veiliger te plannen en uit te voeren, zowel in een joint als in een combined omgeving. Tevens wordt de situational awareness en de informatieoverdracht binnen joint fire support vergroot en verbeterd. Met het nieuwe materieel zijn de FST’s en JFC’s in staat om huidige en nieuw in te stromen nationale en internationale joint fire support middelen en Intelligence, Surveillance and Reconnaissance (ISR)-middelen nog effectiever in te zetten.

KWANTITATIEVE BEHOEFTE

De behoefte betreft:

  • materieel voor eindgeleiding zoals laser target designators (LTD’s) met bijbehorende nachtzicht- en oriëntatie-apparatuur, materieelsets voor doelopsporing- en identificatie, waarneming, doelbepaling en battle damage assesment (BDA), en software voor nauwkeurige coördinaat bepaling;

  • C2-systemen voor lucht-grond coördinatie;

  • automatisering en digitalisering van de informatie-uitwisseling tussen land C2-systemen en close air support platformen;

  • verbindingsmaterieel zoals grond-lucht radio’s en VHF/HF-radio’s, en

  • aanpassingen aan voertuigen voor integratie van de nieuwe C2- en verbindingsmiddelen.

Het materieel is bestemd voor in totaal 47 FSTs, 9 bataljons-JFC’s en 4 brigade-JFC’s van het CZSK en het CLAS. Het materieel betreft ook de behoefte voor opleidingen.

FINANCIELE ASPECTEN

Het financiële investeringsvolume van het totale project wordt geraamd tussen de € 25 en € 50 miljoen. De exploitatiekosten zijn in de defensiebegroting 2015 opgenomen. Ik verwijs u naar de commercieel vertrouwelijk bijlage voor de geraamde investeringen en exploitatie1.

PROJECTORGANISATIE EN -PLANNING

Het DMP-project Joint Fires is nieuw opgenomen in het Materieelprojectenoverzicht (MPO) 2014 (Kamerstuk 27 830, nr. 134). Het project wordt uitgevoerd in de periode van 2015 tot en met 2018.

PROJECTRISICO’S

De uitvoering van het project wordt ondersteund door een Concept Development and Experimentation (CD&E)-traject. De doelstelling hiervan is de projectrisico’s te beheersen middels het doorontwikkelen van het concept Joint Fires, de technische en financiële haalbaarheid van integratie van systemen te onderzoeken en de programma's van eisen zorgvuldig vast te stellen. Hierbij wordt nauw samengewerkt tussen Defensie en kennisinstituten. Ook zal de industrie betrokken worden, waarbij gelijke kansen en een transparante werkwijze essentieel zijn.

De risico’s op het gebied van product, tijd en geld worden beheersbaar geacht, omdat alle producten van de plank (Military Off The Shelf) beschikbaar zijn.

Product

Uit de marktverkenning is gebleken dat het taakstellende budget onvoldoende is om eenheden volledig uit te rusten met voldoende systemen. Om binnen het projectbudget te blijven zal binnen Defensie materieel gepooled worden. Met de inzet van dit aantal systemen kan enerzijds worden voldaan aan de inzetbaarheidsdoelstellingen van Defensie en anderzijds aan de gereedstelling.

Planning

Er is een projectplanning met als doel in 2016 materieel ten behoeve van de intensivering Joint Fires uit de beleidsbrief 2011 te laten instromen.

Financiën

De omvang van het projectbudget is taakstellend. De risico’s ten aanzien van geld worden als laag ingeschat, omdat het risico bij aanschaf van artikelen «van de plank» laag is.

OVERIGE CONSEQUENTIES

Personeel en organisatie

Dit project heeft geen personele of organisatorische consequenties maar vult juist een behoefte in, die is ontstaan door de uitbreiding van het aantal Fire Support Teams en Joint Fire Cells als gevolg van de beleidsbrief 2011.

Relatie met andere systemen

Het project kent vele gerelateerde projecten op het gebied van eindgeleiding, commandovoering, verbindingen en mobiliteit, maar ook kennisprogramma’s. Deze projecten geven dan ook sturing aan het verwervingsproces en de programma’s van eisen. De hieronder genoemde DMP-projecten zijn gerelateerd aan het DMP-A Joint Fires, omdat de betrokken systemen gekoppeld of geïntegreerd moeten worden aan of in het te verwerven materieel voor Joint Fires: Vervanging F-16, F-16 verbetering lucht-grond bewapening fase 1 en fase 2, AH-64D Midlife Update (MLU), AH-64D Block-II upgrade, AH-64D verbetering bewapening, Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS), Battlefield Management System (BMS), Joint Fires Training and Exercise System, Datacommunicatie Mobiel Optreden (DCMO) en Vernieuwing TITAAN.

Daarnaast moet het te verwerven materieel ook gekoppeld en/of geïntegreerd worden met reeds geïntroduceerde (wapen- en C2-)systemen die relevant zijn voor dit project.

Verwervingsstrategie, mogelijkheden tot het inschakelen van de Nederlandse industrie en mogelijkheid tot sourcing

Het uitgangspunt voor dit project is dat het materieel van de plank wordt aangeschaft. In de volgende fasen van het DMP zal nader onderzoek worden gedaan of de Nederlandse industrie betrokken kan worden. De aard van de materieelbehoefte zelf leent zich niet voor sourcing. Of (delen van) het onderhoudsconcept zich hiervoor leent, zal in het vervolgtraject nader worden onderzocht.

Internationale en interdepartementale samenwerking

Defensie werkt bij joint fire support vooral samen met België, Groot Brittannië en Duitsland. In de verwervingsfase zullen via een benchmark de organisatie, werkwijze, systematiek voor opleiding en training en materieel van deze strategische partners nader worden onderzocht. Bij de verwerving van de systemen worden de mogelijkheden tot samenwerken op deze gebieden meegenomen.

Opleiding en training

Het personeel wordt opgeleid en getraind middels bestaande opleidingen. Het gerelateerde project Joint Fires Training and Exercise System zal bestaande opleidings-en trainingsmiddelen vervangen en verbeteren.

VOORTZETTING VAN HET PROJECT

Ik ben voornemens de Directeur DMO te mandateren om het project uit te voeren. Het Defensie Materieel Proces (DMP) blijft van toepassing op de uitvoering van het project. De Kamer zal over dit project worden geïnformeerd via het MPO.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert


X Noot
1

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven