A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VAN
TOELICHTING, ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN NADIEN GEWIJZIGD
Wetsvoorstel
1. Het opschrift luidde: Wet van ... houdende bepalingen met betrekking
tot het toezicht op collectieve beheersorganisaties voor auteurs- en naburige
rechten (Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige
rechten).
2. In artikel 3, onderdeel b, stond «boek»
in plaats van «Boek»
3. In artikel 5, vierde lid, stond «boek» in plaats van «Boek».
4. In artikel 7, tweede lid, kwam de tweede zin niet voor.
5. Artikel 8 luidde: «Een lid van het College van Toezicht is gehouden
zijn taken op onafhankelijke wijze te vervullen. Een lid heeft bij een collectieve
beheersorganisatie geen financiële of bestuurlijke belangen of belangen
uit hoofde van een arbeidsverhouding.»
6. In artikel 9, eerste lid, onderdeel b,
was de medeverantwoordelijkheid van de Minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschappen niet tot uitdrukking gebracht.
7. Artikel 9, eerste lid, bevatte een geschrapt onderdeel c dat luidde: «door een gedraging in strijd met artikel 8».
De voormalige onderdelen d, e en f zijn thans de onderdelen c, d en e.
8. In artikel 9, tweede lid, was de medeverantwoordelijkheid van de Minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen niet tot uitdrukking gebracht.
9. Artikel 9, derde lid, luidde: «Indien naar het oordeel van Onze
Minister het College van Toezicht zijn taken niet langer naar behoren verricht,
kan Onze Minister bepalen dat de bevoegdheden die met die taken verband houden
niet langer aan het College van Toezicht toekomen. De betrokken bevoegdheden
gaan in dat geval over op Onze Minister.»
10. Het huidige artikel 10 kwam niet voor; de opvolgende artikelen zijn
vernummerd.
11. In artikel 12, eerste lid, (11 oud) kwam de zinsnede «,gehoord
de collectieve beheersorganisaties» niet voor.
12. In artikel 12, derde lid, (11 oud) kwam de zinsnede «, waaronder
die genoemd in het eerste en tweede lid ,» niet voor.
13. Het voormalige artikel 17, dat de noodzakelijke aanpassingen van de
relevante algemene maatregelen van bestuur bevatte, is geschrapt.
Memorie van toelichting
1. In paragraaf 3 ontbrak de laatste alinea.
2. In paragraaf 5 ontbrak in de op een na laatste zin de toevoeging:
«al kennen de genoemde bepalingen ook preventieve aspecten».
3. Bij artikel 5 is de verwijzing naar BW aangepast.
4. Bij artikel 5, laatste alinea, ontbrak de toevoeging: «, indien
dat nodig mocht blijken in verband met een goede uitoefening van de wettelijke
of bemiddelende taken,».
5. Bij artikel 7, tweede alinea, ontbrak de laatste zin. In de derde alinea
ontbrak de laatste zin.
6. Bij artikel 8 luidde de toelichting: «Gezien de vereiste onafhankelijkheid –
die de toezichthouder als zelfstandig bestuursorgaan kenmerkt – is er
voor gekozen om van benoembaarheid in het college uit te zonderen de persoon
die financiële of bestuurlijke belangen heeft bij een collectieve beheersorganisatie,
of de persoon die tot de betrokken beheersorganisatie in een arbeidsverhouding
staat. Ook een adviserende functie valt aan te merken als «een»
arbeidsverhouding in de zin van deze incompabiliteitsregel. Ook gedacht kan
worden aan vertegenwoordigers van vergoedingsplichtigen of aangeslotenen.
De werving van de juiste deskundige en onafhankelijke personen om de toezichtsfuncties
te vervullen zal de nodige zorg en aandacht verdienen.»
7. Bij artikel 9, eerste alinea, luidde de laatste zin: «Indien
een lid tussentijds een positie aaneemt welke onverenigbaar is met het lidmaatschap
van het college vindt er geen ontslag plaats maar eindigt wel het lidmaatschap,
aldus het eerste lid onder c.»
8. De toelichting op (het nieuwe) artikel 10 is de toelichting die als
tweede en derde alinea vermeld stond bij artikel
9. De medeverantwoordelijkheid van de Minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschappen was daar niet tot uitdrukking gebracht. De zinsnede «,
en indien spoed geboden is,» ontbrak. De zin «Buiten gevallen
van spoedeisendheid wordt het college eerst in de gelegenheid gesteld om binnen
een zekere termijn alsnog zijn taak behoorlijk uit te voeren» ontbrak.
9. Bij artikel 12 (11 oud) stond in de laatste zin: «artikel 2,
derde lid».
10. De toelichting op het voormalige artikel 17 is komen te vervallen.
11. De verwijzingen zijn aangepast aan de invoeging van het nieuwe artikel
10.