27 639
Wijziging van de Mededingingswet in verband met het omvormen van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot zelfstandig bestuursorgaan

nr. 51
MOTIE VAN DE LEDEN VAN DEN AKKER EN VOÛTE-DROSTE

Voorgesteld 31 januari 2002

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het wenselijk is dat de minister van Economische Zaken mogelijkheden heeft door middel van beleidsregels sturing te geven aan de werkzaamheden van de NMa en de prioriteiten die zij hierbij hanteert;

overwegende, dat medio 2002 met de Kamer zal worden gesproken over de uitkomsten van de evaluatie van de Mededingingswet en de rol daarbij van de NMa;

verzoekt de regering bij de evaluatie van de Mededingingswet aan te geven op welke wijze sturing op hoofdlijnen van de werkzaamheden van de NMa door de minister van Economische Zaken kan geschieden, waarbij te denken valt aan een bevoegdheid van de minister van Economische Zaken om het werkplan goed te keuren of aan een mogelijkheid tot het geven van algemene aanwijzingen met betrekking tot de prioriteiten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van den Akker

Voûte-Droste

Naar boven