nr. 38
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DEN AKKER EN VAN WALSEM
Ontvangen 19 december 2001
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel II wordt na het bestaande onderdeel D een nieuw onderdeel ingevoegd,
luidende:
Da
Na artikel 5a wordt ingevoegd een nieuw artikel, dat komt te luiden als
volgt:
Artikel 5b
1. De raad stelt een handhavingsplan op. Het plan beschrijft de procedure
en de wijze waarop de raad zijn in deze wet toegekende handhavingsbevoegdheden
toepast.
2. Het handhavingsplan behoeft goedkeuring van Onze Minister.
II
In artikel III worden na het bestaande onderdeel F drie nieuwe onderdelen
ingevoegd, luidende:
Fa
In artikel 60a, eerste lid, wordt de zinsnede «artikelen 11, 13,
derde lid, 18, eerste lid en 40, derde lid,» vervangen door: artikelen
11, 13, 18, eerste lid, 40, derde lid en 60c,.
Fb
Na artikel 60a wordt ingevoegd een nieuw artikel, dat komt te luiden als
volgt:
Artikel 60b
1. De raad stelt een handhavingsplan op. Het plan beschrijft de procedure
en de wijze waarop de raad zijn in deze wet toegekende handhavingsbevoegdheden
toepast.
2. Het handhavingsplan behoeft goedkeuring van Onze Minister.
Fc
Artikel 60c
De raad kan bindende aanwijzingen geven in verband met de naleving van
deze wet.
III
Voor artikel VII wordt ingevoegd een nieuw artikel VIa, luidende:
Artikel 1 van de Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:
In onderdeel 1o wordt in de opsomming van de artikelen van de Gaswet,
de artikelen 11, eerste lid, 12, eerste en vierde lid, 19, tweede lid, 21,
eerste lid, 25, eerste lid, 25, eerste lid, 28, 29, 30, eerste lid, 32, 33,
34, tweede lid, 35, 37, 38, 43, eerste lid, 44, 48, 60c 72, eerste lid, 73,
vierde lid, 78, tweede lid, 79 en 82.
IV
Na onderdeel VIII wordt ingevoegd een nieuw onderdeel VIIIa, luidende:
Artikel II, onderdeel Da, Artikel III, onderdelen Fa, Fb, Fc, Artikel
VIa treedt in werking met ingang van 4 weken na publicatie van deze wet in
het Staatsblad.
Toelichting
Een krachtig handhavingsbeleid is van groot belang voor het goed functioneren
van de geliberaliseerde elektriciteitsen gassectoren. Het handhavingsplan
strekt er toe de toepassing en het gebruik van handhavingsinstrumenten door
de raad meer inzichtelijk en voorspelbaar te maken voor marktpartijen. Uit
het handhavingsplan moet op objectieve wijze zijn vast te stellen in welke
gevallen en op welke wijze de verschillende handhavingsbevoegdheden zullen
worden toegepast en welke procedure daarbij wordt gehanteerd. Tevens is door
het opnemen van een goedkeuringvereiste voorzien in een uitdrukkelijke verantwoordelijkheid
van de Minister voor het algemene handhavingsbeleid.
Aan de raad wordt een bevoegdheid toegekend bindende aanwijzingen te geven.
Een soortgelijke bevoegdheid is opgenomen in de Elektriciteitswet 1998 (artikel
5 lid 6).
Van den Akker
Van Walsem