nr. 21
AMENDEMENT VAN HET LID VAN WALSEM
Ontvangen 10 december 2001
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel B, artikel 5a, vierde lid, vervalt de zinsnede
«in het kader van de uitvoering van de Electriciteitswet 1998 en de
Gaswet kunnen regels worden gesteld».
II
In artikel II vervalt onderdeel B.
III
In artikel II vervalt onderdeel C.
IV
In artikel II vervalt onderdeel D.
V
In artikel II vervalt onderdeel E.
VI
In artikel II vervalt onderdeel F.
VII
In artikel II vervalt onderdeel G.
VIII
In artikel II vervalt onderdeel H.
IX
In artikel II wordt na het bestaande onderdeel H een onderdeel ingevoegd,
luidende:
Ha
Aan artikel 36 worden toegevoegd twee nieuwe leden, die komen te luiden
als volgt:
5. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
met betrekking tot de tariefstructuren en de voorwaarden bedoeld in het eerste
lid;
6. Een krachtens het vijfde lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur
treedt niet eerder in werking dan zes weken na de datum van de uitgifte van
het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van plaatsing wordt onverwijld mededeling
gedaan aan de beide kamers der Staten Generaal.
X
In artikel II vervalt onderdeel I.
XI
In artikel II vervalt onderdeel J.
XII
In artikel II wordt na het bestaande onderdeel J een onderdeel ingevoegd,
luidende:
K
In artikel 82, eerste lid, wordt de zinsnede «artikel 27 of 31»
vervangen door «artikel 36 of 37».
XIII
Artikel III, onderdeel A, artikel 1, onderdeel r, komt te luiden:
r. raad van bestuur van de mededingingsautoriteit: de raad van bestuur
van de mededingingsautoriteit, genoemd in artikel 2 van de mededingingswet.
XIV
In artikel III vervalt onderdeel B.
XV
In artikel III vervalt onderdeel C.
XVI
In artikel III vervalt onderdeel D.
XVII
In artikel III vervalt onderdeel E.
XVIII
In artikel III vervalt onderdeel F.
XIX
Artikel VII vervalt.
Toelichting
Met dit amendement wordt de Dienst uitvoering en toezicht Energie (Dte),
die als dienst ressorteert onder de minister van Economische Zaken, gehandhaafd.
De aan de directeur van de Dte bij wet toegekende bevoegdheden worden uitgeoefend
onder volledige ministeriële verantwoordelijkheid. De minister van Economische
Zaken is en blijft derhalve bevoegd ter zake de uitoefening van aan de directeur
van de Dte toegekende bevoegdheden aanwijzingen te geven. Een uitzondering
wordt gemaakt voor door de directeur van de Dte vast te stellen tariefstructuren
en voorwaarden als bedoeld in artikel 36 en 37 van de Electriciteitswet 1998.
Deze beperking houdt verband met de overdracht van alle aandelen in de rechtspersoon
belast met het beheer van het landelijk hoogspanningsnet van de Staat.
In artikel 82 van de Electriciteitswet 1998 wordt abusievelijk verwezen
naar de artikelen 27 en 31. De in dit artikel bedoelde besluiten omtrent de
tariefstructuren en voorwaarden waartegen door de wetgever bezwaar en beroep
is opengesteld, vinden hun grondslag in de artikelen 36, resp. 37 van de Electriciteits
1998. Deze misslag wordt met de voorgestelde wijziging hersteld.
Van Walsem