27 625 Waterbeleid

Nr. 488 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 november 2019

De Ministeries van IenW en LNV werken samen met de regionale overheden en maatschappelijke organisaties (hierna: de regio) aan toekomstbestendige grote wateren waarin hoogwaardige natuur samengaat met een krachtige economie (Programmatische Aanpak Grote Wateren; PAGW). Met de PAGW verbeteren we de ecologische waterkwaliteit en leggen we eerder verloren en ontbrekende leefgebieden aan. Daarmee realiseren we een stabiel en samenhangend ecologisch netwerk van grote wateren. We maken de Natura2000-gebieden en de overige natuurgebieden in de grote wateren robuust, zodat ze beter externe milieudrukken, zoals stikstofdepositie kunnen opvangen. Zo voorkomen we achteruitgang van de waterkwaliteit en natuur; wat verplicht is vanuit de Vogel- en Habitatrichtlijn (Natura2000) en de Kaderrichtlijn Water. Door de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren, verbetert ook het vestigingsklimaat. Als de natuur en de ecologische waterkwaliteit op orde zijn, zijn de maatschappelijke opgaven uit de gebiedsagenda’s beter in te passen. Denk aan verstedelijking, transport en energieopwekking.

Op basis van de ecologische urgentie van maatregelen, draagvlak in de regio, cofinanciering, eventuele risico’s bij de uitvoering en kansen voor verbreden van de maatregelen – zodat ze bijdragen aan bredere sociaal-maatschappelijk doelen – zijn maatregelen geselecteerd waarin we vanuit de PAGW willen investeren. Met deze brief informeren wij uw Kamer over onze financiële reserveringen voor maatregelen voor de tweede tranche PAGW tot en met 2032.

In de eerste tranche voor de PAGW is voor € 95 mln. geïnvesteerd (Kamerstuk 27 625, nr. 422). Hiervan is € 75 mln. beschikbaar gesteld voor het project Getij Grevelingen en € 16 mln. voor het Waddengebied voor een project slibsedimentatie Eems-Dollard, het faciliteren van de Beheerautoriteit Waddenzee en onderzoek. Daarnaast is € 4 mln. beschikbaar gesteld voor onderzoek Markermeer en programmakosten PAGW.

Tweede tranche PAGW: waar starten we mee?

In juli hebben we uw Kamer bericht over een groslijst met mogelijke maatregelen en over de afstemming met de regio (Kamerstuk 27 625, nr. 476). Het Rijk heeft voor de tweede tranche PAGW tot en met 2032 in totaal € 248 mln. gereserveerd op de begrotingen van IenW en LNV (Kamerstuk 35 000 J, nr. 7). Wij zijn verheugd over de constructieve reacties van de regio. In alle reacties wordt de PAGW-doelstelling onderschreven en in veel gevallen stelt de regio een bijdrage in het vooruitzicht. Deze bijdragen zijn divers en betreffen cofinanciering, «in-kind»-bijdragen, capaciteit, etc. Voor de projecten die ver genoeg ontwikkeld zijn nemen we een reservering op van de rijksmiddelen aansluitend op de MIRT1-fase waarin het project zich bevindt. Wij reserveren uit het totale budget nu ongeveer € 200 mln. tot en met 2032 voor:

  • Oostvaardersoevers

  • Vergroten laag-dynamisch riviermilieu: realisatie PAGW doelen als onderdeel van HWBP-projecten «Dijkverlegging Paddenpol» en «Meanderende Maas»

  • Ecologische waterkwaliteit Friese IJsselmeerkust

  • Verzachten Randen van het Wad: realiseren van de PAGW doelen als onderdeel van HWBP-projecten Lauwersmeer-Vierhuizergat en Koehool-Lauwersmeer, waarbij gekeken wordt naar mogelijkheden van een koppeling met de watersysteemmaatregelen van het project Holwerd aan Zee.

  • Binnendijkse slibsedimentatie/Groote Polder fase 1

  • Noord-Hollandse Markermeerkust

  • Wieringerhoek

  • Meerkosten Getij Grevelingen (uit eerste tranche PAGW)

  • Bijdrage duurzame visserij IJsselmeergebied

  • (MIRT) Onderzoeken en (MIRT) Verkenningen

Toelichting op dit maatregelpakket en de gemaakte keuzes zijn terug te vinden in bijlage 12.

Projecten waarvoor planuitwerkingen worden gestart, moeten vanuit Rijk en regio 100% dekking van de projectkosten hebben (planuitwerking, realisatie, apparaatskosten, risicoreservering, monitoring/evaluatie en beheer en onderhoud). Projecten waarvoor verkenningen worden gestart moeten zicht hebben op 75% dekking van de projectkosten. Tijdens de verkenningen en planuitwerkingen maken Rijk en regio afspraken over de gezamenlijke financiering voor die projecten. Dit is overeenkomstig de spelregels van het MIRT.

Met uitzondering van de projecten in het IJsselmeergebied en het project Meanderende Maas zal het grondverzet in de uitvoering leiden tot tijdelijk extra stikstofdepositie op daar te beschermen stikstofgevoelige natuur. Omwille van de vergunningverlening worden de komende jaren in de verkenningen en planuitwerkingen voor deze projecten ecologische beoordelingen gemaakt.

Tweede tranche PAGW: wat doen we nu nog niet

Voor een aantal maatregelen is om uiteenlopende redenen op dit moment geen besluit mogelijk (toelichting hierop is in bijlage 1 te vinden):

  • Integraal Sedimentbeheer Westerschelde.

  • Beheerautoriteit Waddenzee.

  • Zandsuppletie Galgeplaat.

  • Markerwadden fase 2.

  • Bestrijden erosie zomer- en winterbed grote rivieren.

  • Getij Volkerak-Zoommeer

Daarmee resteert € 47,25 mln. van de rijksmiddelen voor PAGW tot en met 2032 en blijven deze gereserveerd voor de PAGW. Deze maatregelen zijn – gegeven het beschikbare budget en de toezeggingen voor cofinanciering – niet allemaal in de tweede tranche mogelijk. Onderzocht moet worden of deze maatregelen kunnen worden gefaseerd. Regio en rijk zullen hierover in overleg treden. Hierover is later – mogelijk al eind 2020 – besluitvorming mogelijk. Getij Volkerak-Zoommeer maakt geen onderdeel uit van de tweede tranche.

BO’s MIRT 2019

Voor drie maatregelen wordt nog dit jaar een MIRT-beslissing genomen. Deze komen terug op de bestuurlijke overleggen (BO) MIRT van 20 en 21 november.

  • 1. Voor Oostvaardersoevers wordt de Startbeslissing genomen;

  • 2. Voor Wieringerhoek wordt de Startbeslissing genomen;

  • 3. Voor Getij Grevelingen wordt de Voorkeuringsbeslissing genomen onder voorbehoud van sluitende financiering door alle deelnemende partijen.

Voor vier andere projecten start dit jaar de verkenning of planuitwerking en wordt bij sluitende financiering door Rijk en regio in de Bestuurlijke Overleggen MIRT van 20 en 21 november de intentie uitgesproken om met het gereserveerde budget de PAGW doelen bij de volgende HWBP-projecten te realiseren:

  • 4. «Dijkverlegging Paddenpol»

  • 5. «Meanderende Maas»

  • 6. «Dijkversterking Lauwersmeer-Vierhuizergat»

  • 7. Koehool-Lauwersmeer (verzachten randen van het wad)

Vervolg

We zullen uw Kamer eind 2020 bij het MIRT-besluitvormingsmoment informeren over de overige investeringskeuzen. Toekomstbestendige grote wateren waarin hoogwaardige natuur samengaat met een krachtige economie willen we bereiken door voor 2050 alle 33 maatregelen zoals geïdentificeerd in de Verkenning Grote Wateren (2017) uit te voeren. Uiterlijk in 2024 en elke 6 jaar daarna worden de PAGW en de 33 maatregelen uit de Verkenning Grote Wateren (ex-ante) geëvalueerd op onder meer doelbereik en de effectiviteit van de gerealiseerde maatregelen. Met de investeringen in de tweede tranche wordt een deel van het totale maatregelenpakket ingevuld. Wij blijven met de regio in gesprek over het zoeken naar gezamenlijk budget en passende programmering voor de uitvoering van de overige maatregelen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven