27 625 Waterbeleid

Nr. 386 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 februari 2017

In deze brief bericht ik u over de resultaten van het toezicht drinkwatertarieven 2016 zoals toegezegd in het Algemeen Overleg Water d.d. 16 juni 2016 (Kamerstuk 27 625, nr. 374) en bij mijn brief d.d. 19 december 2016 (Kamerstuk 27 625, nr. 381).

Bij deze brief zijn gevoegd de rapportage Resultaten van het toezicht drinkwatertarieven 20161 en de Adviesrapporten van de Autoriteit Consument en Markt (ACM)2 van de tien drinkwaterbedrijven.

Tarieftoezicht drinkwater

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt toezicht op de totstandkoming van de drinkwatertarieven. In de regelgeving is vastgelegd dat de ILT bij het toezicht op de drinkwatertarieven de Autoriteit Consument en Markt (ACM) om advies vraagt.

De drinkwatertarieven moeten kostendekkend, niet-discriminerend en transparant zijn. Kaders hiervoor zijn artikel 11, 12 en 13 van de Drinkwaterwet (Dww), artikel 8, 9 en 10 van het Drinkwaterbesluit (Dwb) en artikel 6 van de Drinkwaterregeling.

ACM heeft op verzoek van de ILT beoordeeld in hoeverre de totstandkoming van de tarieven bij de tien Nederlandse drinkwaterbedrijven in overeenstemming is met de wet- en regelgeving. De benodigde informatie is verkregen uit openbare jaarverslagen, door de bedrijven aangeleverde tariefopbouw, mondeling gepresenteerde toelichtingen en toegezonden stukken.

De tien drinkwaterbedrijven in Nederland zijn: Brabant Water, Dunea, Evides, Waterbedrijf Groningen (WBG), Oasen, PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland, Vitens, Stichting Waternet Amsterdam (gemeente Amsterdam), Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) en Waterleiding Maatschappij Limburg (WML).

Naar aanleiding van geconstateerde tekortkomingen bij de totstandkoming van de tarieven 2013 heeft de ILT bestuurlijk overleg gevoerd met de drinkwaterbedrijven, waarna de drinkwatersector een plan van aanpak heeft opgesteld dat moest leiden tot verbeteringen van de transparantie bij het vaststellen van de tarieven 2016. Als onderdeel van het verbeterplan heeft de sector een kostprijsmodel 3 ontwikkeld en een overzicht met wettelijke- en niet wettelijke taken. Door ACM is in juli 2016 een conceptadvies ten aanzien van ieder drinkwaterbedrijf opgesteld. Het conceptadvies is voor hoor en wederhoor bij het betreffende drinkwaterbedrijf teruggelegd. De drinkwaterbedrijven hebben ruim de mogelijkheid gekregen om inhoudelijk te reageren en aanvullende stukken in te dienen. Alle drinkwaterbedrijven hebben van die mogelijkheid gebruikt gemaakt en hebben in september en oktober 2016 extra informatie aangeleverd. Voorts is er in deze periode ook rechtstreeks contact geweest tussen de drinkwaterbedrijven en ACM. De conceptadviezen zijn door ACM aangepast naar aanleiding van de ontvangen reacties van de drinkwaterbedrijven, waarna ACM de 10 definitieve adviezen eind november 2016 heeft opgeleverd aan de ILT. Over het tot stand komen van de drinkwatertarieven voor het tariefjaar 2016 is door ACM een volledige toets uitgevoerd. Door elk van de drinkwaterbedrijven is gebruik gemaakt van een kostprijsmodel.

Conclusie ACM

De conclusie van het onderzoek van ACM naar het tot stand komen van de drinkwatertarieven 2016 is, dat het kostprijsmodel een stap in de juiste richting is om inzichtelijk te maken welke kosten worden gedekt door de drinkwatertarieven. Echter, ten aanzien van de in 2013 geconstateerde tekortkomingen is ACM van oordeel dat deze nog onvoldoende zijn weggenomen; er is nog onvoldoende inzicht in de kostenscheiding van drinkwatertaken en niet-drinkwateractiviteiten; een toelichting over de wijze waarop de kostenverdeling tot stand is gekomen en over de gebruikte verdeelsleutels ontbreekt. Daarnaast verdient de relatie tussen kosten en tarieven een betere toelichting. Ten aanzien van de kostenefficiëntie ziet de ACM geen verandering; er is onvoldoende transparantie.

Toezichtsoordeel ILT

Op basis van deze adviezen van ACM heeft de ILT haar toezichtoordeel geformuleerd en overweegt de drinkwaterbedrijven een aanwijzing conform artikel 13 tweede lid van de Drinkwaterwet te geven mochten zij bij het tot stand komen van de drinkwatertarieven 2018 niet voldoen aan de wettelijke bepalingen m.b.t. kostenscheiding van drinkwatertaken en niet-drinkwateractiviteiten, onderbouwing van de relatie tussen kosten en tarieven en ten aanzien van de transparantie van de kostenefficiëntie.

De ILT richt zich met de voorgenomen interventie volledig op verbetering van de tarieven voor 2018 en niet op de drinkwatertarieven 2017, aangezien de drinkwaterbedrijven de tarieven van drinkwater van het tariefjaar 2017 al hebben vastgesteld of het proces daarvoor inmiddels hebben doorlopen. Verbeterpunten kunnen daarin niet meer worden meegenomen.

De ILT heeft over haar eindoordeel inzake de resultaten van het toezicht Drinkwatertarieven 2016 nog een bestuurlijk overleg gevoerd met de Vereniging van waterbedrijven in Nederland(Vewin) en heeft de stand van zaken en haar bevindingen toegelicht. Ook de Vewin heeft aangegeven dat het doel van de drinkwaterbedrijven is om de totstandkoming van de drinkwatertarieven 2018 volledig in lijn te laten zijn met de wettelijke bepalingen. Het afschrift van de brief d.d. 16 februari 2017 van de Vewin met de reactie van de Drinkwaterbedrijven op de Resultaten Toezicht op de drinkwatertarieven 2016 heb ik bijgevoegd4.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Bijlage 1: ACM Adviesrapport drinkwatertarieven 2016 d.d. 17 november 2016, Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Kostprijsmodel: systematiek waarbij jaarlijks op dezelfde wijze de kosten worden berekend en onderliggende keuzes voor werkwijze en verdeelsleutels worden gemotiveerd.

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven